Foto: Boris Textor

Jong Leven

Als ik op de parkeerplaats mijn rugzak inpak, krijg ik hetzelfde gevoel als altijd: dat van een soort van liefde voor dit gebied, de Wilder Kaiser. Of eigenlijk: het Kaisergebergte, een massief op de Oostenrijks- Duitse grens. Aan de ene kant heb je ruige kalksteenrotsen, zo typerend voor de Noord- Alpen, en als je de andere kant opkijkt, heb je een uitgestrekt landschap van lieflijke bloemenweiden en bossen, de Kitzbühler Alpen.

Voet van de Steinerne Rinne

De kalksteen is gedurende duizenden jaren verweerd door de elementen, waardoor er geulen in zijn
ontstaan. Alsof iemand er met een pen doorheen heeft gekrast. Geen wonder dat ik door deze tegenstelling van dit gebied ben gaan houden. Na anderhalf uur lopen komen we aan de voet van de Steinerne Rinne, een geul gevuld met veel losse stenen die tussen twee rotswanden zitten ingeklemd. De rollende en vallende stenen maken mij nerveus. De plek herinnert mij aan andere beklimmingen waarbij ik daadwerkelijk te maken had met vallende stenen in de route. Zo’n ding dat naar beneden komt kan je verwonden of, erger nog, bewusteloos slaan en een val veroorzaken. Mijn hart gaat altijd tekeer als ik het fluitende geluid hoor van een naderende steen. Het duurt telkens weer even vooraleer ik het geluid uit mijn gedachten gebannen heb en mijn nervositeit weg is.

Gipfulbuch

We verstoppen onze rugzakken achter een rotsblok. We nemen ze niet mee tijdens het klimmen om onze bewegingsvrijheid niet te beperken. Ik begin te klimmen. Mijn vingers vinden grip op de nog maar net door de zon opgewarmde rots. We doen geen zware beklimming vandaag. Het gaat om het gezellig met z’n drieën onderweg zijn: Leon, Hannes en ik. Leon zit op de middelbare school en heeft zelfs gespijbeld om zo de mooiste lentedag te kunnen benutten voor zijn sport. Het is leuk om te zien dat een jong leven zo gepassioneerd voor de bergen kiest. Dit kan ik alleen maar aanmoedigen. Ook ik heb mijn droom nagejaagd en van mijn passie mijn beroep gemaakt. Leon moet, net zoals wij, voorop klimmen; zo leert hij een goede alpinist te worden. Als we boven komen feliciteren we elkaar met het behalen van de top. Het Gipfelbuch wordt uitgepakt en we zetten onze namen erin. Ik blader terug in het boek, de namen scannend van mensen die op deze top hebben gestaan. Daar staat de mijne. Het is iets meer dan een jaar geleden dat ik hier voor het laatst was. We dalen af, terug naar onze rugzakken. Ik zie dat op de almen de sneeuw zich aan het terugtrekken is. Tussen het nog niet tot leven gekomen gras schieten de krokussen omhoog. Enkele bloeien al.

Tekst en foto: Boris Textor
Boris Textor woont en werkt als Nederlandse ski- en berggids in Innsbruck en wordt gesponsord door Rab.

Deze column is eerder verschenen in Bergen Magazine nr 1 2015.

Meer inspiratie

Ben je beniewd naar hoe je langer met je rugzak doet?

Lees hier hoe jij jouw veldfles goed schoon houdt

Edelweiss

Lees ons nieuwste nummer. Nu te bestellen!