Monviso. Foto: Marcia van Bijnen

Van hut naar hut rond de Monviso

De Monviso (of Mont Viso) is met 3841 meter de hoogste top van de Zuid-Alpen en ligt geheel op Italiaanse bodem, maar wel zo dicht bij de Franse Queyras, dat het ook een beetje een Franse berg is. De streekbewoners van de Italiaanse en de Franse dalen hebben eerlijk gezegd ook niet zo veel met die landengrens; eeuwenlang behoorde het gebied immers tot Savoye. De Viso draagt de bijnaam ‘Re di pietra’, koning van steen, en wie hem steil en robuust ziet oprijzen boven zijn omgeving snapt deze eretitel. Wie de Gran Tour del Monviso doet, moet rekenen op een ferme dosis blokkenterrein en de kans op nebbia (nevel) die vanuit de Povlakte aan komt sluipen.

Tekst Marcia van Bijnen

Het ruige karakter van het gebied heeft tevens gezorgd voor zijn bescherming. Inmiddels is het Visogebied als UNESCO-biosfeerpark erkend vanwege zijn specifieke ecosystemen en eigen culturele identiteit. In Frankrijk valt het gebergte binnen het Réserve naturelle Ristolas – Mont-Viso.

De Viso wordt benaderd vanuit de Italiaanse dalen Valle Varaita (Pontechianale) en Valle del Po (Pian del Re) of de Frans Vallée du Guil (L’Échalp).

De bewegwijzering is uitstekend, waarbij je regelmatig op de markering stuit van de Grande Traversata delle Alpi (GTA).

Gran Tour del Monviso

Eigenlijk bestaat er niet zoiets als dé Tour del Monviso; er bestaan vele varianten, waar je uit kunt kiezen. Je kunt in 2 à 3 dagen met een krappe lus om de Monviso heen met spectaculaire pasoverschrijdingen. Maar je kunt ook met een riante boog in 7 dagen om de steenreus heen lopen: groener en je ervaart meer van de streek en haar cultuur. De klassieke Gran Tour del Monviso wordt in 3 à 4 dagen gedaan. Wij maakten een combinatie van de klassieke Tour en enkele varianten.

Onze Tour del Monviso

Dag 1: L’Échalp (1750 m) – Col Lacroix (2299 m) – Rifugio Willy Jervis (1732 m) – Colle del Baracun (2406 m) – Rifugio Barbara Lowrie (1757 m)

Duur en hoogteverschil: 7 uur, 1240 meter stijgen, 1210 meter dalen.

Tip: Zet je auto de dag vóór je vertrekt op de parkeerplaats van La Roche Écroulée, zo'n 2 kilometer het dal in. Aan het eind van dag 5 ben je daar blij om.

Variant: Op de Colle del Baracun afbuigen naar Rifugio Granero (2377 m). De volgende dag via de Colle Manzol (2663 m) naar het pad dat van Rifugio Barbara naar de Colle Dar Moine loopt.

Dag 2: Rifugio Barabara (1757 m) – Colle Dar Moine (2689 m) – Sentiero del Postino – Rifugio Giacoletti (2741 m)

Duur en hoogteverschil: 7 uur, 1050 meter stijgen, 450 meter dalen.

Variant: Het pad is hier en daar voorzien van kabels en treetjes, maar soms kun je Sentiero del Postino beter vermijden, bij sneeuw of als het flink regent bijvoorbeeld, of als je niet zo van afgronden houdt. Dan kun je beter afdalen naar het Pian del Re en de volgende dag via de Sellahut naar de Alpettohut lopen.

Dag 3: Rifugio Giacoletti  (2741 m) – Lago Chiaretto (2280 m) – Colle dei Viso (2655 m) – Rifugio Q. Sella (2634 m) – Rifugio Alpetto (2268 m)

Duur en hoogteverschil: 5 uur, 500 meter stijgen, 900 meter dalen.

Tip: Op de Colle dei Viso buigt een spoor af naar de Viso Mozzo (3019 m), een loopberg voor een fraai uitzicht rondom.

Variant: Bij helder weer met een lus via het Lago Chiaretto, de Ghincia Pastour naar de Alpettohut. Lieflijker en groener en met een fraai uitzicht op de keten. 4½ tot 5½ uur, 500 meter stijgen, 900 meter dalen.

Dag 4: Rifugio Alpetto (2268 m) – Passo Gallarino (2728 m) – Passo S. Chiaffredo (2762 m) – Passo Calatà (2940 m) – Rifugio Bagnour (2019 m)

Duur en hoogteverschil: 5 uur, 900 meter stijgen, 700 meter dalen.

Tip: Vanaf de Calatà loopt een vaag spoor naar Punta Malta (2995 m), T3/EE (kort stukje klimmen).

Dag 5: Rifugio Bagnour (2019 m) – Rifugio Vallanta (2450 m) – Passo di Vallanta (2815 m) – La Roche Écroulée: P auto (1790 m)/ 7 Degrés Est (1730 m)

Duur en hoogteverschil: 8 uur, 1100 meter stijgen, 1500 meter dalen.

Klassieke GTM

Dag 1: La Roche Écroulée (1790 m) of Pian del Re (2020 m) – Refuge du Viso (2460 m); 2½ uur, 700 meter omhoog.

Dag 2: Refuge du Viso – Colle delle Traversette (2950 m) of de Buco di Viso- of Traversettetunnel (zie het kadertekstje over deze tunnel) – Rifugio Q. Sella (2634 m); 6 tot 7 uur, 1150 meter stijgen, 950 meter dalen.

Dag 3: Rifugio Q. Sella – Passo Gallarino (2728 m) – Rifugio Vallanta (2450 m); 4 tot 5 uur, 700 meter stijgen, 900 meter dalen.

Dag 4: Rifugio Vallanta– La Roche Écroulée; 4 tot 5 uur, 350 meter stijgen, 1050 meter dalen.

Voor toppensnellers

• Punta Udine – de normaalroute (F) via de noordwestgraat begint vlak achter Rifugio Giacoletti. Deels over via ferrata door puincouloir naar de Colle del Porco (2920 m). Op de pas naar links, over de graat naar de top.

• Monviso – de normaalroute  (PD) loopt door de zuidwand en is het populairst. Uitvalsbasis Rifugio Quintino Sella. Zie: www.montagne-virtuel.com/05/alpinisme/viso/sortie.php of lees Tous les tours du Viso entre Queyras et Italie van Etienne & Guillaume Vallot.

Vervoer

L’Échalp is afgelegen dus het handigste is om met de auto te gaan. De Tunnel du Chambon op de D1091 (Grenoble–Briançon) is voor onbepaalde tijd afgesloten vanwege instortingsgevaar (situatie najaar 2015). Dat wordt dus met een lus omrijden via Grenoble–Gap–Guillestre. De andere (kortere) alternatieven gaan via de A43 (Autoroute du Maurienne). Dan rij je via de Col du Télégraphe en de Col du Galibier naar Briançon. Of – sneller – je pakt de Fréjustunnel naar Bardonnecchia en dan de Col du Genèvre naar Briançon en dan via de Col d'Izoard naar L'Échalp (Ristolas).

Van begin juli tot eind augustus rijdt er ’s morgens en ’s middags een pendelbusje (navette) door de Vallée du Haut-Guil tot aan l’Échalp. Zie: www.ete.queyras-montagne.com/navettes-ete.html.

Beste periode

Juli t/m september. Vergis je niet door de zuidelijke ligging van de Monviso. Juni is doorgaans te vroeg voor de hoogste passen; er kan tot een flink eind in de zomer sneeuw liggen in de couloirs. Informeer vooraf of de Sentiero del Postino (etappe 2) begaanbaar is.

Bergredding

+33 (0)492222222 of 112

Berggidsen

Guide Alpine del Monviso

Slapen

In het gebied rond de Viso zijn talrijke hutten en bivakhutjes. Wij sliepen in:

Een overzicht van alle hutten en bivakhutjes in het Visogebied vind je op www.rifugiinpiemonte.it 

Tot slot: De meeste hutten zijn van begin juni t/m september open, maar de allerhoogste, zoals Giacoletti en Vallanta, van midden juni t/m midden september. Daarna moet je uitwijken naar bivacco's en winterruimten.

Onze tips

  • Boulderen – Vlakbij Rifugio Barbara Lowrie kun je boulderen. De routes variëren doorgaans in moeilijkheid van 4 t/m 8b, maar er zijn ook blokken voor mindere klimgoden. Je kunt een topogidsje downloaden via www.infoboulder.com
  • Rotsklimmen – Het Monvisogebied kent de prachtigste alpiene rotsklimroutes. Uitvalsbases zijn Rif. Giacoletti en Rif. Vallanta.
  • Bronnen van de Po – De langste rivier van Italië ontstaat op de hellingen van de Monviso, bij Pian del Re.

Kaarten

  • IGC 106 Monviso, Sampeyre, Bobbio Pellice, Instituto Geografico Centrale, 1:25.000, ISBN 9788896455364. Dekt de hele route.
  • Kaart 10 Valle Po, Monviso, Fraternali Editore, 1:25.000, ISBN 9788897465249. Watervaste, accurate kaart met gps-coördinaten. Mist in het noorden traject 1.

Leestips

  • Tous les tours du Viso entre Queyras et Italie, Etienne & Guillaume Vallot, Édition Viso 2014. Onvolprezen Franstalige gids met 320 pagina's vol wandel- en klimmogelijkheden. Verhelderend fotomateriaal. Te bestellen via: www.VisoTopo.com
  • Der Giro del Monviso (Mont-Viso) – rund um und quer durch die Region des Re di Pietra, Sabine Bade & Wolfram Mikuteit, Fernwege.de, ISBN 9783941366114
  • Grenzeloze huttentocht, door Marcia van Bijnen en Noes Lautier, Bergen Magazine 2016 - 2

Meer weten?

Meer inspiratie

Ben je beniewd naar hoe je langer met je rugzak doet?

Lees hier een stukje berg geschiedenis

Bergen Magazine

Profiteer nu: 1 jaar Bergen Magazine vanaf € 19,95)