De eerste bergbeklimming van Matthieu Veldhuis
Matthieu Veldhuis (1970) woont samen met zijn vrouw Ellen in Mook. Hij is eigenaar van NatuurGeweldig: korte op maat gesneden kampeertochten in met name Zwitserland. Ook kan je bij NatuurGeweldig advies vragen over wandelgebieden. Daarnaast is hij reisbegeleider bij SNP, begeleidt hij jongeren bij de gehandicapten instelling Pluryn en is hij coach. Dit laatste is gericht op persoonlijke ontwikkeling en speelt zich bij voorkeur af in de buitenlucht en/of in combinatie met buitensport. Hij sport graag: hardlopen, skeeleren, mountainbiken en wielrennen. En als het even kan heeft hij zijn rugzak ingepakt en gaat hij de wildernis is. Aankomende zomer is hij 15 weken aan het wandelen en klimmen in de bergen in Noord India en Nepal.
Wat herinner je je nog van je eerste bergwandeling?
We waren met mijn familie, mijn vader, moeder en zus, een poging aan het doen om de berg achter de camping in Voralberg, Oostenrijk, te beklimmen. Dat werd natuurlijk niets want wisten wij veel hoe hoog die was en hoe dat moet. We hadden zelfs geen kaart. Maar daar ergens is wel een zaadje gepland. Want het was me wat die bergen!
Wat is je meest indrukwekkende tocht geweest?
Dat was de Karakoram, Noord Pakistan 1995. Die bergen zijn onovertrefbaar. En ik was voor dit niveau nog zo groen als gras. De hoogte, de cultuur, het afzien en natuurlijk het landschap hebben toen echt hun klauwen in me gezet. Hier voel ik mij vrij. Hier valt alles op z'n plaats. Je hebt weinig, maar je hebt niets meer nodig.
Met wie ga je meestal de bergen in?
Ellen, mijn liefde voor bijna 20 jaar al. Ik had een paar jaar meer wandelervaring dan zij. Maar sinds we bij elkaar zijn klimmen we gestaag samen omhoog. Daarnaast lukt het ook nog soms om met vrienden op stap te gaan. En natuurlijk voor mijn kampeertocht-bedrijf, NatuurGeweldig.
Wat vind je het leukste aan kampeertochten?
Het onzekere van iedere tocht is steeds prominenter geworden. De spanning dat je niet weet waar je de nacht door zal brengen. De rugzak om gooien is een magisch moment. Er komt geen ballast bij, er valt een last van me af. Ik hoef niets anders dan me te oriënteren, lopen, rusten, ruiken, genieten van de omgeving, de veiligheid in de gaten te houden en de dagplanning doen. Dit lijkt veel, maar dit gaat volledig automatisch en is zeer ontspannend. Tel daarbij dat het ongelooflijk spannend is als je een gebied in gaat waar niets of niemand is. En al deze elementen zorgen er voor dat mijn tochtgenoten en ik samen iets unieks beleven en dat geeft een bijzondere band.
Wat vind je het moeilijkste aan kampeertochten?
Hitte. Ik kan niet tegen hitte. Kou, wind, sneeuw en zelfs regen onderga ik zonder zucht. Maar als het warm is lijk ik te imploderen en valt mijn motor helemaal stil. Pff.
Wat is je grootste bergprestatie geweest tot nu toe?
Dat er nog nooit een ongeluk is gebeurd. Een kleine bloemlezing van close escapes: steenslag (vaak door gemzen/steenbokken), rivieren die een maatje te groot bleken, te technische routes, teken, aangevallen door skua's, onweer en een of andere tropische ziekte op grote hoogte in Pakistan. Alles liep altijd met een sisser en soms met knikkende knietjes af. Als ik nu op pad ga, zeg ik vaak tegen mezelf: wat we onderweg ook tegen komen, ik weet dat we de goede beslissing zullen nemen.
Hoe motiveer je jezelf om op moeilijke momenten toch door te gaan?
Door mezelf altijd de optie te geven om juist niet door te hoeven gaan. Veiligheid staat voorop met daarbij direct op de hielen gezeten door de vraag: is dit nog wel leuk? En is het echt te zwaar, bijvoorbeeld door hitte, dan een tandje lager lopen en los laten dat ik niet de sterkste hoef te zijn.
Waardoor is je liefde voor de bergen en trektochten ontstaan?
In mijn jeugd gingen we na school het bos in. Alle kinderen uit de buurt waren daar. Het was voor mij als kind een groot avontuur. We gingen steeds iets verder. Ik ben opgegroeid in Twente en we liepen rond in het Haagse bos. Iedere dag gingen we iets verder van huis en vonden we nieuwe plekken. We bouwden allerlei hutten en observatieposten om een buizerdnest te bespieden. Buiten zijn, ontdekken en spelen. En toen ik de bergen langzaam begon te ontdekken als volwassene, was de speeltuin zo groot geworden dat ik besefte dat er in dit leven niet genoeg tijd is voor waar ik allemaal naar toe zou willen.
Wie is je voorbeeld?
Mensen die met hun passie hun leven hebben gevuld. Dat kunnen beroepsavonturiers zijn maar ook een timmerman die leeft voor zijn werk. En dan het liefst nog met een ideaal dat wordt uitgedragen. Enkele Nederlandse buitensportvoorbeelden zijn Wilco van Rooijen, Katja Staartjes en Jolanda Linschooten.
Welke tocht zou je ooit nog eens willen doen?
Zuid oost Groenland, De Canadese Rockies, Kamtsjatka, Japan, Tibet, Nieuw Zeeland, de Andes, Utah, Californie, etc.
Welke andere bergsport lijkt je uitdagend om een keer te doen?
Eenvoudige beklimmingen. Deze zomer is het plan om een 6000’er in Ladakh te gaan beklimmen. Ik ben heel benieuwd.
Heb je nog een bijzondere of onbekende wandeltip?
Bergell of Bregaglia op z'n Italiaans. Wandelen met handen en voeten, spectaculair granieten pieken en heel veel water. Altijd handig voor de meest mooie kampeerplekjes. Noord Noorwegen en om specifieker te zijn: Lyngen Alps en Vaeroy(Lofoten). Schotse eilanden.
Heb je wel eens bijzondere dingen meegemaakt in de bergen?
Ellen en ik liepen in de Indiase Himalaya en namen een pauze bij een hutje. Daar was een boer met een paar koeien. Hij vertelde dat zijn kampement was bezocht door een beer. We keken elkaar even aan. Ik dacht: zitten die hier. Hij had het over een aanval en hoe hij uiteindelijk de beer had gedood. Trots liet hij zijn ketting zien met daaraan een nagel van een beer. Wij liepen verder het dal in en gingen een zeer koude nacht tegemoet. De brander werkte niet, er was geen hout dus het eten was bijzonder karig. Het was al koud en het beekje naast de tent straalde nou ook al niet echt warmte uit. We gingen vroeg slapen. Ergens tussen waken en slapen hoorde ik een grommend geluid. Ik fluisterde naar Ellen: hoor jij dat ook? Ze zei niets maar knikte veelzeggend. Het was duidelijk: het is zaak geen beweging en geen geluid te maken. Het grommen ging subtiel door en we lagen stijf in onze slaapzakken. Uiteindelijk zijn we blijkbaar in slaap gevallen want we werden wakker toen het licht was. Toen we de tent uit gingen keken we rond of er sporen waren van de beer. Die waren niet te vinden. Wel was er het beekje dat gedeeltelijk bevroren was en die, nu we er naar luisterden, daardoor een grommend geluid maakte.
En tot slot:
Mijn streven is me hier in het dagelijkse leven van Nederland net zo te voelen zoals ik me in de bergen voel.