Languedoc-Roussillon
Languedoc-Rousillon is een regio in het zuiden van Frankrijk, gelegen aan de Middellandse Zee. Het bestaat uit vijf departementen: Lozère, Aude, Gard, Hérault en Pyrénées-Orientales. Montpellier is de hoofdstad van de regio. Languedoc-Rousillon is vooral bekend om zijn wijnen en zonnige stranden, maar heeft ook bergliefhebbers veel te bieden.
In het oosten grenst Languedoc-Roussillon aan de Rhône, in het noorden omvat het een deel van het Centraal Massief. De hoogste pieken in het noorden van de regio zijn de Lozère (1702 m) en de Aigoual (1565 m). Het zuiden van de regio grenst aan Spanje en Andorra. De Pyreneeën zijn hier, naast de stranden, de grootste ‘attractie’ voor toeristen. De Pyreneeëntop Carlit (2921 m) is het hoogste punt van Languedoc-Roussillon.
Departement Lozère
Het departement Lozère in het noorden kenmerkt zich door bosrijk middelgebergte. Het is een zeer rustige omgeving waar natuurliefhebbers aan hun trekken komen. De Cévennes, een bergketen op de grens met het departement Gard, bevat de hoogste niet-vulkanische pieken van het Centraal Massief. In het Nationaal Park Cévennes zijn Europese bizons en wolven uitgezet. In dit uitgestrekte natuurgebied wonen slechts enkele honderden mensen.
Ook de kalksteenplateaus ten westen van de Cévennes zijn interessante gebieden voor bergsporters. De rivier de Tarn die zich insnijdt in het plateau Causse Méjean, vormt de Gorges du Tarn, een 53 kilometer lange en 300 tot 400 meter diepe kloof. Onder kajakkers, wandelaars en klimmers is deze locatie al jaren populair. Er zijn ook verschillende grotten te bezichtigen.
Departement Hérault
Lozère is zeer dunbevolkt, zo ook het binnenland van kustdepartement Hérault. De uitlopers van het Centraal Massief vormen hier de bergketen Monts de l ‘Espinouse. Dit is een grillig middelgebergte met een rijke flora en fauna. Moeflons (kleine wilde schapen) uit Corsica zijn hier succesvol geïntroduceerd. Er groeien veel orchideeën. De Monts de l’Espinouse maken deel uit van het regionaal natuurreservaat Haut-Languedoc.
Departement Gard
Gard ligt in het oosten van Languedoc-Roussillon, tussen de Cévennes en de rivier Rhône. Dit departement kent vele historische hoogtepunten, zoals de Romeinse binnenstad van Nîmes, het middeleeuwse stadje Aigues Mortes, en het beroemde Romeinse aquaduct Pont du Gard. Stroomopwaarts van deze brug liggen de rotswanden van de Gorges du Gardon, waarop klimmers zich kunnen uitleven.
Departement Aude
Ook het departement Aude is beroemd om zijn oude cultuur: hier staan de meeste middeleeuwse burchten van de Katharen. De ommuurde stad van Carcassonne is hiervan het bekendste voorbeeld. Maar op de rotspunten in de noordelijke uitlopers van de Pyreneeën bouwde de vervolgde religieuze groepering nog veel meer kastelen.
Departement Pyrénées-Orientales
Het meest zuidelijke departement van de regio is Pyrénées-Orientales. Hier wordt behalve Frans ook Occidentaals en Catalaans gesproken. Het hooggebergte ligt hier vlakbij de kust, waardoor het goed mogelijk is een bergvakantie te combineren met een dagje strand. In het westen rijzen de granietmassieven de hoogte in tot bijna 3000 meter. Hier ligt het regionaal natuurreservaat van de Catalaanse Pyreneeën, waar activiteiten zoals paragliding en canyoning mogelijk zijn. Er zijn ook via ferrata-routes.
Ook de rest van het departement Pyrénées-Orientales is grotendeels bergachtig, alleen de kuststreek rond de hoofdstad Perpignan is overwegend vlak. ‘s Winters kun je in de Pyrénées-Orientales uitstekend skiën en snowboarden. Er zijn vier skigebieden met in totaal 280 kilometer pistes. Langlaufers en sneeuwschoenlopers hebben er ook talloze routes ter beschikking.
Klimaat
De hele regio Languedoc-Roussillon staat bekend om zijn zonnige en relatief droge klimaat. Vooral in de zomer valt er nauwelijks regen. Maar Languedoc-Roussillon is ook een geografisch gevarieerde regio waar het weer lokaal sterk kan verschillen. De kust is over het algemeen zonniger en warmer dan het binnenland, de stad Nîmes staat zelfs bekend als heetste stad van Frankrijk.
De regio is echter ook berucht om zijn stormen, en met name het departement Gard is de laatste jaren getroffen door zware overstromingen. De weinige dagen in de (na-)zomer dat er wel regen valt, kunnen dan ook zeer nat zijn. De winter en lentemaanden kennen het meest wisselvallige weer, met meer regelmatige, maar minder hevige neerslag.