Home » Blogs

De Dolomieten doorkruisen

27 september, 2016 - 10:00 - Arnold Jansen

Na twee jaren aan de noordzijde van de Alpen te hebben gelopen, willen mijn Belgische gasten dit jaar weleens aan de zuidkant kijken. De Dolomieten, daar moet onze volgende tocht plaatsvinden. En zo komt het dat we elkaar, de avond voor de tocht, in de stromende regen treffen in St. Ulrich, Val Gardena. De regen wordt veroorzaakt door een koufront, dat overtrekt en dat morgenochtend nog voor een drupje regen kan zorgen. Voor de overige dagen wordt gelukkig beter weer voorspeld.

Op verzoek van de heren heeft Arres van Tirol Outdoor Experience een pittige tocht samengesteld met lange dagtochten (tussen 15 en 20 kilometer) en flink wat hoogtemeters. Natuurlijk moeten we onderweg ook over enkele gezekerde passages, anders is de tocht niet compleet.

Tijdens deze tocht ervaren we de diversiteit van de Dolomieten in volle glorie. Van almen tot maandlandschap en van verlaten plekken tot toeristische trekpleisters. Het toppunt van dit laatste ervaren we het ergst op de eerste dag, na de beklimming van de Panascharte vanaf de Brogleshütte. Bovengekomen, na een klim in een schitterende verlaten omgeving, staan we middenin een skigebied en zien we hordes mensen uit de gondel komen.

We lopen gauw door naar de Regensburgerhütte, waar we een lunchstop maken. Na de lunch vervolgen we onze weg door een verlaten landschap en bereiken we via de prachtige Forces de Sieles onze overnachtingsplek, de Puezhütte.

De volgende dag dalen we over de Altipiano di Crespeina af naar het Grödner Joch, in het Italiaans de Passo Gardena. Hier maken we de oversteek van het Naturpark Puez – Geisler naar de Sellagruppe. Door het prachtige Val Setus bereiken we de mooiste gezekerde passage van de hele tocht. Via beugels en staalkabels gaat het steil omhoog. ’s Avonds in de hut realiseren we ons, dat we met deze gezekerde passage aan onze grens zijn gekomen van wat we leuk vinden. Een mooie gewaarwording, vinden we zelf!

Vandaag lunchen we bij de Pisciadùhütte. Deze prachtig gelegen hut met het gelijknamige bergmeertje voor de deur is voor velen de uitvalsbasis om één van de nabijgelegen toppen te beklimmen of de Pisciadù Klettersteig te doen.

Wij moeten door en gaan op weg naar de Boè-Hütte. Deze in 1898 gebouwde hut ligt middenin de Sellagruppe, aan de voet van de 3.152 m hoge Piz Boè. Onderweg wanen we ons in een waar maanlandschap.

De Piz Boè is een makkelijk toegankelijke drieduizender en dus besluiten we de volgende morgen te beginnen met een ‘beklimming’ ervan. Het uitzicht is magnifiek! En de beleving uniek, omdat er nog weinig andere mensen boven zijn. Terug bij de Boè-Hütte doen we ons tegoed aan een taartje alvorens we de lange afdaling naar het Sellajoch (Passo Sella) aanvangen.

De bijna 1.000 hoogtemeters doen de knieën geen goed. Één van de deelnemers, die al last had van zijn knie, moet op het Sellajoch besluiten dat hij niet verder mee gaat. Voor de tweede keer deze zomer moet ik iemand achterlaten en ook deze keer gaat dat met pijn in mijn hart.

Met rest van de groep laten we de Sellagruppe achter ons en stappen we in de spectaculaire tweepersoons Sassolungo gondel. Deze brengt ons naar de op 2.685 m hoogte gelegen Toni Demetz Hütte in de Langkofelgruppe. Het instappen zorgt voor veel hilariteit en (leed)vermaak bij de mensen, die bij het dalstation van het zonnetje genieten. Het blijft lastig om als tweede in te moeten stappen.

Vanaf de Toni Demetz Hütte maken we de mooie afdaling naar de altijd gezellige Langkofelhütte, waar we met schnaps worden ontvangen. Ook het eten is weer een waar feestje en het blijft dan ook lang onrustig. Hoezo om 22.00 uur ‘hüttenruhe’?! Als één van de deelnemers dan ook nog zo hard snurkt, dat het lijkt alsof de hut instort, is de onrust op het ‘lager’ compleet. Zaklampen flitsen aan, op zoek naar de boosdoener. Uiteindelijk valt iedereen in slaap.

 

Na het ruige landschap van de afgelopen dagen zullen de komende dagen in het teken staan van lieflijke almweiden en sprookjesachtige plekjes. De afwisseling wordt zeer positief ontvangen. Iedereen geniet van de prachtige uitzichten en het feit dat je op deze eenvoudige paden ook tijdens het lopen om je heen kunt kijken. De relatief vlakke etappe van vanmorgen kent een taaie klim van circa 200 hoogtemeters naar de Tierser Alpl Hütte, die ons allemaal het zweet op het voorhoofd bezorgd. Eenmaal aan een lekkere pasta is het ook weer gauw vergeten.

We bevinden ons inmiddels in het Naturpark Schlern - Rosengarten. Het laatste deel van vandaag gaat nog door een stukje ruig terrein. Via de Molignonpas bereiken we de Grasleitenhütte, waar ik deze zomer al vaker was. Maar nog nooit met alleen mannen, wat voor de ‘hüttenwirten’ reden is om met z’n allen een schnaps te drinken.

Dan breekt de laatste dag van deze tocht alweer aan. Wat gaat de tijd toch snel, als je plezier hebt! De klim door het Bärenloch is een taaie. Maar wat een prachtige omgeving!

We kiezen voor de kortste weg terug, zodat de geblesseerde deelnemer alsnog kan aanhaken en we gezamenlijk deze tocht tot een goed einde kunnen brengen. Achter de Tierser Alpl Hütte klimmen we over de Forcella Denti di Terrarossa naar de Seiseralm.

Even later wordt de groep herenigd en volgt een almwandeling naar de Mont Sëuc. Daarbij krijgen we nog een laatste schitterend zicht op de verschillende gebieden, waarin we hebben gelopen. Op de Mont Sëuc nemen we de gondel, die ons terugbrengt naar St. Ulrich.

 

Wat rest is een gezellige Tiroler avond in het hotel, een mooie herinnering en veel inspiratie voor een volgende tocht!

Meer inspiratie

Landen en gebieden: 

Edelweiss

Lees ons nieuwste nummer. Nu te bestellen!

Voor Bergwijzer.nl zoeken wij een enthousiaste stagiair voor de webredactie.