Home » Blogs

Het gat van de Tacul

20 juli, 2016 - 11:00 - Redactie

Oktober. Geert, Serge en ikzelf plannen een snel “heen-en-weer” weekendje naar de Alpen. We willen in Chamonix de Arête des Cosmiques en de Midi-Plan afwerken. De Midi-Plan is een mooie sneeuwgraat die al een tijdje op m’n planning staat. Donderdagavond vertrekken we. Via Luxemburg, Metz, Nancy en Dijon rijden we naar het zuiden. Voorbij Dijon stoppen we op een parking om een paar uurtjes te slapen in de auto. Morgenvroeg zullen we via Bourg-en-Bresse en Genève verder rijden naar Chamonix. Daarna is het de bedoeling om de kabelbaan naar de Aiguille du Midi te nemen en nadien willen we afdalen naar de Vallée Blanche om daar onze tent op te zetten.

Slaapkoppen!

Ik schrik wakker en zie tot mijn grote verbazing dat het al 10u00 is. Serge en Geert liggen nog te snurken. We hebben ons overslapen! Het plan was om tegen 9u00 in Chamonix te zijn maar nu liggen we in een wagen met aangedampte ramen ergens ter hoogte van Lons-le-Saunier. Wie had nu gedacht dat we in de auto zouden slapen als marmotten? We zullen onze plannen moeten aanpassen, maar dat kan de pret niet derven.

“Kijk, een sneeuwbrugje” denk ik bij mezelf, maar toch zet ik mijn voet erop en zak tot mijn knie in de spleet.

Aangekomen in Chamonix gaan we meteen naar de kabelbaan van de Aiguille du Midi. Een uurtje later dalen we de bekende sneeuwgraat af vanuit het kabelbaanstation naar de Vallée Blanche. We zien dat de graat van de Midi-Plan erg droog en verijst is en dus zien we af van dat plan. Ook de Arête des Cosmiques ligt er heel droog bij. We ondernemen nog een verdienstelijke poging, maar al snel wordt duidelijk dat we deze route niet met succes zullen kunnen afronden. We keren op onze passen terug en unaniem beslissen we dan maar om een kijkje te nemen op de Mont Blanc du Tacul. Er ligt een mooi spoor dat we probleemloos kunnen volgen. Zo gezegd, zo gedaan. We verkennen het eerste stuk van de route en besluiten morgen vroeg op te staan om de Tacul te beklimmen. Diezelfde avond eten we in de Refuge des Cosmiques. Als we na het avondeten terug afdalen naar onze tent moeten we over verschillende gletsjerspleten stappen. Ze zijn duidelijk zichtbaar en zo’n 30 cm breed. We hebben dit wel meer gedaan. “Kijk, een sneeuwbrugje” denk ik bij mezelf, maar toch, onbegrijpelijk, zet ik mijn voet erop en zak tot mijn knie in de spleet. Serge en Geert kijken me verbaasd aan en ik hoor hen denken “ Hoe kun je nu zo simpel zijn?”. Verdraaid! Ik hoop dat dit geen voorbode is voor de beklimming morgen …

Naar de Mont Blanc du Tacul.

Om 4u30 haalt de wekker ons uit onze slaap. Met veel moeite proberen we iets te eten en we maken ons klaar voor het vertrek. Het is ruim 5u30 als we beginnen we aan onze beklimming. In het licht van onze hoofdlampjes lopen we ingebonden over de gletsjer naar de voet van de berg. Er ligt een duidelijk spoor dat we gemakkelijk kunnen volgen. Echter, om een stuk dat tussen de verraderlijke seracs ligt te omzeilen, besluiten we een steiler stuk te nemen, rechts van de ijstorens. We maken een standplaats op 2 ijsvijzen en Geert klimt moeiteloos voor. Hij verdwijnt uit het zicht. Even later maken de drie korte rukken aan het touw duidelijk dat hij een standplaats heeft en dat we mogen nakomen. Vlot en snel klimt Serge van me weg en even later kan ik ook vertrekken. Ik zie m’n beide makkers aan het begin van een ijsveld staan en klim hen meteen voorbij. Ik stijg verder op het ijsveld en pas als het touw uitgeklommen is maakt Geert zijn standplaats los om als laatste man in de cordée te volgen. Het ijs is redelijk hard op deze helling. “Als hier iemand van ons uitschuift, dan liggen we binnen de kortste keren met z’n drieën tussen de seracs hieronder” flitst het door m’n hoofd. We hebben echter geen moeite met dit deel van de klim en we vorderen gestaag.

“Als hier iemand van ons uitschuift, dan liggen we binnen de kortste keren met z’n drieën tussen de seracs hieronder” flitst het door m’n hoofd.

Krak! Krak!

De zon is nu opgekomen en hebben we geen hoofdlampje meer nodig. Het blijft echter koud want ondertussen loopt het spoor weer tussen een aantal ijstorens en de zonnestralen kunnen ons hier niet bereiken. Dit deel kunnen we niet omzeilen zoals daarstraks. We stoppen even voor een snelle slok warme thee. We staan te genieten van het verwarmende effect van de thee als plots de stilte verbroken wordt door een krakend geluid. Krak! Dit is niet goed! Er beweegt iets in de ijstorens! “Lopen mannen!” Als door een wesp gestoken lopen we alle drie over het spoor naar boven en we stoppen pas als we zeker weten dat we ons boven de “kraakzone” bevinden. Er gebeurt echter niets. Geen gedonder van neerstortende seracs, geen lawine, geen spektakel, niets… We staan te hijgen en grijnzen schaapachtig naar elkaar en besluiten dat het dan toch niet zo erg moet geweest zijn. We hebben een gratis adrenalinerush gekregen.

We klimmen gestaag verder en even laten komen we op de schouder van de Tacul. Hier splitst het spoor zich. Een stuk gaat verder naar het zuid-westen in de richting van de Mont Maudit maar wij nemen het spoor naar het oosten dat naar de top van Mont Blanc du Tacul leidt. De zon is van de partij en we genieten met volle teugen van de warme zonnestralen en de prachtige vergezichten. Niet veel later staan we op de top, op 4248m. We draaien vrijwel meteen terug want zowel Serge als ikzelf voelen ons niet te best. Een lichte, zeurderige hoofdpijn en een raar gevoel in de maag maken ons duidelijk dat we moeten afdalen.

Wat een gat!

We volgen hetzelfde spoor terug naar beneden. Het gaat vlot. Onze stijgijzers hebben een goede grip in de sneeuw en met grote passen dalen we snel af. We komen nu terug in het gedeelte met de seracs waar we daarstraks dat gekraak hoorden. Het spoor slingert tussen de ijstorens tot plots… Het spoor is weg! Op de plaats waar daarnet nog het spoor liep gaapt nu een groot, donker gat! Een gat van vier à vijf meter diameter! We kunnen niet inschatten hoe diep de put is want het is helemaal donker binnenin! Even staan we helemaal verbouwereerd te staren naar dit gat, deze diepe put! “Shit! Hier… hier hebben we drie uur geleden nog over gewandeld” beseffen we alle drie in stilte. Dit is akelig. “Zullen we verder afdalen, jongens?” piep ik met een klein stemmetje. Met een blik vol ongeloof en met open mond kijken Serge en Geert me aan. Ze knikken in stilte. Zonder nog veel te praten dalen we verder af. Pas aan de voet van de berg beginnen we weer terug te praten en grapjes te maken. We zijn duidelijk opgelucht dat we weer in de Vallée Blanche staan.

“Shit! Hier… hier hebben we drie uur geleden nog over gewandeld” beseffen we alle drie in stilte.

Het is mooi weer. Diezelfde namiddag breken we onze tent op en keren we terug naar de Aiguille du Midi. Op de terrassen van de kabelbaan genieten we nog even van het uitzicht en het mooie weer alvorens de kabelbaan naar beneden te nemen. We staan daar nog wat te mijmeren en in stilte kijken we elkaar aan. We weten dat we aan hetzelfde denken… Aan het gat van de Tacul.

Orlando Furfari

Meer inspiratie

Landen en gebieden: 

Benieuwd hoe jouw schoenen langer mee kunnen gaan?

Lees hier een stukje berg geschiedenis

Ben je beniewd naar hoe je langer met je rugzak doet?

Beniewd waarom Innsbruck zo populair is onder de jongeren?