De Transalpine-run 2013
Het is 31 augustus 2013 en we staan op het punt om te beginnen met de Transalpine-run 2013: 8 dagen trailrunning door de Alpen: start in Oberstdorf, Duitsland, finish in Latsch, in de Italiaanse Alpen. De totale afstand bedraagt ongeveer 260 km, met rond de 15.000 hoogtemeters. Er wordt gelopen in teams van 2 personen, die bij elkaar dienen te blijven. Aan de start staan 351 teams uit 36 landen.
Onmisbare stokken
Een uur voor de start besluiten we stokken te kopen, omdat meer dan 90% van de deelnemers stokken bij zich blijkt te hebben. De eerste etappe gaat van Oberstdorf naar Lech, 35 km (2.100 m omhoog en 1.470 m afdalen). Na een paar kilometer gaat het al omhoog, de bergen in: via de Wankalm gaat het naar de Fiderescharte, op 2.200 m hoogte. Het weer is goed en de route is prachtig, met mooie uitzichten. Al bij de afdaling blijken de stokken onmisbaar voor ons: ze helpen om balans te houden.
Regen en verse sneeuw
De volgende dag is het wat regenachtig weer. De etappe gaat van Lech naar St. Anton. De afstand is vandaag slechts 25 kilometer (1.900 m omhoog en 2.000 m omlaag), maar door de regen zijn de paden veelal glad. Zonder stokken (waarmee we sneller kunnen afdalen) hadden we vandaag de tijdslimieten niet gehaald. Uiteindelijk zijn we ongeveer even lang onderweg als de eerste dag: zo’n 7 uur.
De derde dag is het droog. De etappe gaat van St. Anton naar de Doppelseescharte (2.786 m hoog), dan naar beneden naar Ischgl in het Paznauntal, weer omhoog naar het Viderjoch (2.730 m) en vervolgens weer omlaag naar Samnaun (1.828 m) in Zwitserland, totaal ruim 38 kilometer, 3.000 m omhoog en 2.400 m afdalen. De start is al om zeven uur ’s ochtends en als we van het hotel naar de start lopen is het nog (vrij) donker. De route is prachtig; ter hoogte van de Doppelseescharte ligt er wat verse sneeuw, de uitzichten zijn goed en het is weliswaar bewolkt (prima voor het lopen), maar het zijn geen lage wolken meer.
Inmiddels (her)kennen we op de derde dag al de deelnemers die in ons deel van het veld lopen. Dat is niet alleen gezellig onderweg en bij de verzorgingsposten, maar het geeft ook een geruststellend gevoel, dat het met het looptempo wel goed zit.
Schitterend uitzicht
De vierde dag is het prachtig weer en hebben we tussen het Zeblasjoch en de Fimberpass (2.600 m) een schitterend uitzicht op de Fluchthorn en de Silvretta Gruppe – wat een genot om hier te lopen! Na 37 kilometer zijn we bij de finish, in Scuol. Dag vijf is een relatieve rustdag: de bergsprint – 6 kilometer en 1.000 m omhoog. Wij doen niet echt mee voor het klassement en lopen samen met een ander Nederlands team vrij rustig omhoog, al loop je toch duidelijk sneller dan wanneer je een bergwandeling maakt. Het is weer prachtig weer en in de zon wachten we op de finish van de andere, snellere deelnemers; de wedstrijdlopers maken er een echte bergsprint van.
Dak van de wereld
Op dag zes gaat het van Scuol naar St. Valentin, vlak bij de Reschenpas. Na een kilometer of 7 gaat het echt omhoog en op een gegeven moment lopen we op een prachtig pad dat uitgehouwen is in de rotswand. Via de Schlingpass gaat het dan naar de Schafberg – het is weer een prachtige route, met fraaie uitzichten op de Ortler in de verte. Het stuk voor de Schafberg lopen we over een brede graat, waarbij je het gevoel hebt dat je over het dak van de wereld loopt. Vanaf de Schafberg gaat het naar beneden en al snel komt de Reschensee in zicht, bekend door de kerktoren die in het water (van het stuwmeer) staat. Na 38 kilometer, 1.630 m omhoog en 1.400 m afdalen zijn we in St. Valentin.
Steil omhoog
De volgende dag is het weer vroeg op, voor de zevende etappe: van St. Valentin naar Sulden, bij de Ortler, 42,6 kilometer, met 2.380 m omhoog en 1.930 m afdalen. Het is bewolkt bij de start, maar droog. In de eerste 29 kilometer zijn er wat kleine klimmetjes, maar is het verder vooral afdalen. Na 29 kilometer gaat het echter steil omhoog: 1.600 m in ongeveer 7 kilometer. Op de Tabarettascharte (2.880 m) kunnen we het dal van Sulden inkijken. Na een smal paadje (inhalen verboden) gaat het omlaag naar de finish in Sulden.
Richting finish
De volgende dag is de start van de laatste etappe weer om zeven uur: de laatste etappe gaat vanuit Sulden (1.847 m) omhoog naar het Madritschjoch, met 3.119 m het hoogste punt van de Transalpine-run. Daarna gaat het grotendeels naar beneden, naar de finish in Latsch; afstand 39,8 kilometer, 1.900 m omhoog en 3.100 m afdalen. Het is een hele klim maar de route is weer prachtig, met fraaie uitzichten op de Ortler. Op ruim 31 kilometer komt er nog een zeer steile afdaling: 500 m afdalen in ongeveer 2 kilometer, concentratie nog steeds vereist. Daarna gaat het geleidelijk naar beneden en na ruim 8,5 uur komen we moe, maar zeer voldaan over de finish.
De Transalpine-run is een fantastisch evenement, uitstekend georganiseerd en de sfeer is geweldig. Op 30 augustus 2014 gaat de 10e editie van de Transalpine-run van start; dit keer de oost route, van Ruhpolding naar Sexten in de Dolomieten. Omdat het een volledig andere route is, door andere berggebieden, hebben we ons laten verleiden om weer mee te doen.
Door: Hans-Jurgen Mager en Huub van Vliet
Voor meer informatie over de Transalpine-run: www.transalpine-run.com