Ossentuin
Deze zomer waren we weer eens in Tirol. Waarom we daar toch steeds weer terechtkomen, is mij een raadsel. Niet echt natuurlijk, met een vrouw die warm loopt voor alles wat ook maar een beetje naar Oostenrijk ruikt… Iets met jeugdliefdes en sentiment.
In Tirol maak je natuurlijk een bergwandeling. Grote hobby van vooral, en wederom, mijn vrouw. Ik verdenk haar ervan dat ze ook daarom steeds naar de Alpen wil. Maar ook ik ben, ondanks hoogtevrees en andere vage fobieën, wel te porren voor een zwerftocht in de ruige doch vrije natuur.
Deze keer kozen we de zogenaamde “Knappenweg” uit. Dit bergpad, in de schaduw van de Acherkogel, loopt van Ochsengarten via Kühtai naar Hochoetz. Eigenlijk is het meer een spoor dan een pad maar dat terzijde. Doel van ons reisgezelschap was het “Wetterkreuz”, zo’n houten gedrocht die alpinisten op elke bergtop menen te moeten plaatsen. Dat maakt volgens de wegwijzers dan het einddoel dat zelfde kruis maar wij gingen natuurlijk voor die bergtop die er al iets langer stond: de Wetterkreuzkogel op 2591 meter.
Het pad blijkt al zo’n 350 jaar aanwezig te zijn. Het werd in de 17e eeuw aangelegd door arbeiders, de zgn. “Knappen”, die het berglandschap moesten ontginnen. Er bleek koper, zilver en ander waardevol erts aanwezig te zijn. Halverwege en letterlijk in de “middle of nowhere” vind je ook een schuilhut (reconstructie van Knappenhaus, nu een museum over hun werkzaamheden) en een waterrad, dé krachtbron uit vervlogen tijden. Het verzamelde materiaal werd vroeger afgevoerd met ossen. Hieraan ontleend het dorp tussen Ötz en Kühtai met de mooiste naam van het Ötztal, Ochsengarten, haar naam. Een beetje oog voor historie maakt zo’n wandeltocht zoveel mooier. Maar vreemd, we kwamen een kudde Schotse Hooglanders tegen. Ik vond ze wat misplaatst hier. Of moesten dit die ossen voorstellen?
De tocht voerde verder door het Wörgetal, langs een heel klein bergmeertje (Wörgetalsee) naar hoog alpien gebied. Een diepblauwe lucht, roodbloeiende alpenroos en gletsjerpuin uit de laatste ijstijd omlijstten de omgeving. We werden er stil van. Zo uitgestrekt, zo wijds. En het uitzicht bij het uiteindelijke doel, de top met daarop het Wetterkreuz, was een plaatje. We voelden ons alsof we op het dak van Europa stonden. Aan onze voeten ons nietige, maar o zo gemütliche Sautens.