Home » Vakantietip
uitzicht op een berglandschap in de dolomieten

Italië onder de radar: verborgen bergregio’s buiten de Dolomieten

Wie aan berglandschappen in Italië denkt, ziet vaak meteen de Dolomieten voor zich: ruige pieken, indrukwekkende rotstoringen en perfect gemarkeerde wandelroutes. Maar Italië heeft nog veel meer bergen te bieden, weg van de bekende paden en ver van de massa. Voor wie een vakantie in Italië zoekt die rust, natuur en authenticiteit combineert, zijn de minder bekende bergregio’s misschien wel de grootste verrassing van allemaal. Hier vind je stilte, karaktervolle dorpen en landschappen die nog voelen als een ontdekking.

De Apennijnen: de ruggengraat van Italië

De Apennijnen strekken zich uit van Ligurië in het noorden tot Calabrië in het uiterste zuiden. Ze worden vaak overschaduwd door de Alpen, maar deze keten vormt het ware hart van Italië. Hier ervaar je een puur Italiaans landschap waar traditie en natuur hand in hand gaan.

In de regio Emilia-Romagna kun je wandelen door het Nationaal Park Foreste Casentinesi, waar eeuwenoude beukenbossen een bijna mystieke sfeer creëren. In de ochtend hangt er vaak mist tussen de bomen en hoor je alleen het geruis van een beekje. Verder zuidwaarts, in de Abruzzen, domineren ruige toppen en grazende schapen het uitzicht. Hier leven nog wolven en beren, en wandelpaden leiden naar verlaten dorpen waar de tijd lijkt stil te staan.

Wat de Apennijnen bijzonder maakt, is hun veelzijdigheid. Je kunt er hiken in de lente, fietsen in de zomer, truffels zoeken in de herfst en sneeuwschoenwandelen in de winter. Bovendien zijn de bergdorpen hier niet ingericht op massatoerisme, maar op eenvoud en gastvrijheid. Dat is precies wat veel reizigers zoeken, maar zelden vinden.

De Valle d’Aosta: klein maar groots

In het uiterste noordwesten van Italië ligt de Valle d’Aosta, ingeklemd tussen Zwitserland en Frankrijk. Hoewel de Mont Blanc en de Matterhorn bekend klinken, blijft deze regio opvallend rustig. Het is een paradijs voor wandelaars die houden van alpenweiden, bergmeren en goed onderhouden routes zonder drukte.

De dorpen zoals: Cogne, Champoluc en Étroubles, ademen rust en karakter. Je vindt er stenen huizen met leistenen daken en lokale trattoria’s waar polenta en wildstoof de hoofdrol spelen. In de zomer kun je via oude herderspaden de Gran Paradiso beklimmen, Italië’s oudste nationale park. In de herfst transformeren de bossen in een kleurenpalet van goud en koper, en het dal ruikt naar kastanjes en hars.

Valle d’Aosta is klein, maar zit vol verhalen. Van Romeinse ruïnes tot middeleeuwse kastelen, hier voel je de geschiedenis letterlijk in het landschap verweven. En doordat de regio tweetalig is (Italiaans en Frans), ervaar je er een unieke mix van culturen die nergens anders in Italië zo voelbaar is.

De Ligurische Alpen: waar bergen de zee ontmoeten

Niet ver van de kust van Genua rijzen de Ligurische Alpen op een vergeten stukje bergwereld dat nog zelden op bucketlists voorkomt. En dat is precies wat het zo aantrekkelijk maakt. Hier wandel je door bossen vol geurige kastanjebomen, over bergkammen met uitzicht op zee en door dorpen waar de tijd zachtjes voorbijgaat.

Een bijzondere route is de Alta Via dei Monti Liguri, een langeafstandspad dat zich slingert tussen berg en kust. Op sommige punten zie je aan de ene kant de Alpen, aan de andere kant de glinsterende Middellandse Zee. De afwisseling is ongekend: binnen een dag kun je van een bergtop afdalen naar een vissersdorp aan het strand en eindigen met verse pasta al pesto op een terras in de zon.

De Ligurische Alpen zijn ideaal voor wie houdt van contrast. Je kunt er wandelen, mountainbiken, en zelfs paragliden boven de kustlijn. Bovendien is het klimaat mild, waardoor je bijna het hele jaar door actief kunt zijn. En na een dag in de bergen is een duik in zee nooit ver weg, een luxe die maar weinig bergregio’s kennen.

De Friulische Alpen: onbekend en ongerept

In het uiterste noordoosten van Italië, tegen de grens met Slovenië en Oostenrijk, liggen de Friulische Alpen: een ruig, dunbevolkt gebied dat zelfs veel Italianen niet goed kennen. Hier geen kabelbanen of drukke skidorpen, maar stille valleien, kristalheldere rivieren en de geur van dennenhout.

De vallei van Val Resia is een hoogtepunt: een van de meest geïsoleerde gebieden van Italië, waar een unieke taal en cultuur bewaard zijn gebleven. De bewoners spreken er nog een oude Slavische variant, en de houten huizen lijken zo uit een ander tijdperk te komen. Wandelroutes leiden naar bergtoppen met panoramische uitzichten over zowel de Julische Alpen als de Adriatische Zee in de verte.

Ook de Friulische Dolomieten, onderdeel van UNESCO Werelderfgoed, behoren tot dit gebied maar blijven opvallend rustig. De wandelingen hier zijn uitdagend maar belonend: denk aan bergmeren die spiegelen in het licht, gemzen die over rotsen springen en paden waar je uren niemand tegenkomt.

De Alpen van Piemonte: stilte achter de wijnheuvels

Piemonte staat vooral bekend om zijn wijn (Barolo, Barbaresco, Nebbiolo), maar in het westen van deze regio rijzen bergen op die de aandacht minstens zo verdienen. De Valle Maira en de Valle Varaita zijn voorbeelden van valleien die nauwelijks zijn aangetast door modern toerisme. Hier vind je stenen boerderijen, verlaten kerkjes en paden die leiden naar bergmeertjes waar alleen koeien grazen.

De charme van deze gebieden zit in de stilte. Het zijn plekken waar je de bergen hoort ademen. Wandelroutes volgen oude smokkelaarswegen, en in de kleine dorpen kun je overnachten in gerestaureerde berghuizen die met respect voor de traditie zijn heropgebouwd. De lokale keuken is stevig en puur: polenta, geitenkaas, stoof van wild, gerechten die smaken naar de bergen zelf.

In de herfst komen de kleuren van Piemonte tot leven, terwijl in de winter de sneeuw een betoverende rust brengt. Dit is Italië op zijn meest ingetogen: authentiek, gastvrij en zonder haast.

Zuidelijke verrassingen: Calabrië en Basilicata

Wie zegt dat bergwandelen alleen in Noord-Italië kan, kent de zuidelijke regio’s niet. In Calabrië bijvoorbeeld, vind je het Nationaal Park Aspromonte: ruig, bosrijk en met uitzichten over de Ionische Zee. Hier wandel je tussen eeuwenoude olijfgaarden en verlaten bergdorpen waar het leven langzaam voortkabbelt.

In Basilicata, een van de minst bezochte regio’s van Italië, ligt het Pollino Nationaal Park. Met zijn grillige rotsformaties en diepe kloven is het een paradijs voor avontuurlijke wandelaars. In de lente bloeien de hellingen vol wilde bloemen en in de winter ligt er sneeuw op de toppen, een zeldzame combinatie voor Zuid-Italië.

Beide regio’s laten zien hoe divers Italië is. Bergen zijn hier verweven met cultuur: oude muilezelpaden verbinden dorpen waar nog traditionele feesten worden gehouden. En overal kom je lokale herders tegen die met trots hun kazen laten proeven. Italië op zijn zuidelijkst, maar nog altijd met dat berggevoel.

Waarom kiezen voor de onbekende bergen?

De charme van deze minder bekende bergregio’s zit niet alleen in hun natuur, maar in het tempo van het leven. Waar de Dolomieten in de zomer volstromen met toeristen, vind je hier stilte en ruimte. Er is tijd voor een praatje met een herder, voor een lange lunch in een dorpsherberg, of voor een spontane omweg naar een uitkijkpunt dat niet op de kaart staat.

Ook duurzaamheid speelt een rol. Doordat deze regio’s minder ontwikkeld zijn voor massatoerisme, blijft de natuur er vaak beter bewaard. Veel accommodaties werken met lokale producten en hernieuwbare energie, en wandelroutes worden onderhouden door vrijwilligers. Reizen buiten de gebaande paden betekent hier ook bijdragen aan het behoud van een levenswijze die langzaam dreigt te verdwijnen.

Berg-Italië herontdekt

Italië is een land van contrasten, en dat geldt ook voor zijn bergen. Van de wilde Apennijnen tot de stille valleien van Piemonte en de ruige toppen van de Friulische Alpen, elk gebied vertelt een ander verhaal. Wie bereid is om voorbij de Dolomieten te kijken, ontdekt een Italië dat authentieker, rustiger en misschien wel mooier is dan ooit gedacht.

Dus de volgende keer dat je denkt aan een vakantie in Italië, denk dan niet meteen aan de bekende bergmassieven. Er ligt een wereld aan onbekende hoogtes te wachten, met het zachte geluid van koeienbellen, het ruiken van hars en het uitzicht op een horizon die nog ongerept is.

Lees hier welk biertje het beste bij jou past

Beniewd waarom Innsbruck zo populair is onder de jongeren?

Opzoek naar de makkelijkste manier om door de bergen te reizen?