Schönen See
Met mijn man op vakantie in een klein gehucht in Oostenrijk. Vanuit het gemoedelijke hotelletje met rode geraniums aan het balkon hebben we een prachtig uitzicht op de bergen. Ik hou van de bergen. Een stuk natuurgeweld waar je naar kunt blijven kijken. Ik hou ook best van wandelen in de bergen. Gezien mijn conditie liever van boven naar beneden of een mooie rondwandeling op de top, dan kan ik intens genieten van alles om me heen. Auteur: S. MalfaitDe goedlachse eigenaresse van het hotel heeft het steeds maar over een “schönen See”. Een mooi meer. Bovenop de berg, met de gondel te bereiken. Aangezien we toch al naar boven wilden gaan besluiten we het meer te gaan bekijken. Een kleine gondel brengt ons naar het bergstation. Boven is een gloednieuw, modern restaurant, een vijver en een leuke speeltuin. Er staat één wandeling aangegeven. Aangezien er geen meer te zien is beginnen we aan de wandeling. De route staat prima aangegeven en we hebben een prachtig uitzicht op het dal en de overige bergtoppen rondom ons heen. In de verte horen we de koeienbellen rinkelen. Na een uur wandelen krijgt het pad steeds meer hoogteverschil, moeten we steeds meer over rotsen klauteren en de zon brandt op ons gezicht. Zachtjes zuchtend vraag ik me af waarom ik zonodig in 33 graden zon, een tiental kilo’s te veel en een niet zo beste conditie ook al weer deze berg op wilde. Oh ja, die “schönen See”. Weinig van te zien……In de verte zien we wel een hut en we bedenken dat een hut meestal op een mooie plek staat, dus misschien wel aan de rand van dat meer? We lopen dus toch maar door, teruggaan zou nu ook zonde zijn. Twee uur nadat we uit de gondel stapten kom ik met een knalrood en bezweet hoofd aan bij de hut. Geen meer, geen “schönen See”. Gelukkig wel een ijskoude Almdudler. De vriendelijke man die ons drinken komt brengen heeft geen idee waar we het over hebben als we vragen naar het meer. Zitten we misschien op de verkeerde berg? Het maakt ons niet veel meer uit. We genieten hier van de stilte om ons heen en de koele limonade. Het was een redelijk pittige wandeling maar ik heb er toch van genoten. Men zegt niet voor niets dat de reis net zo mooi is als het eindpunt. Gezien de tijd kiezen we ervoor niet verder te lopen maar op ons gemak terug richting beginpunt te gaan. Nog steeds dat prachtige uitzicht, we zien nog wat berggeiten en terug lijkt me zelfs iets makkelijker af te gaan dan de heenweg. We nemen nog een drankje bij het nieuwe restaurant. Nieuwsgierig vragen we toch ook deze ober even naar de “schönen See” die hier volgens onze gastvrouw zou moeten zijn. Vol trots wijst de ober naar de plas water die wij voor een vijver aan hebben gezien. Deze zogenaamde vijver blijkt het meer te zijn waar we de hele dag naar zochten. We kijken elkaar aan en komen niet meer bij van het lachen. “Schönen See”? Met een goede aanloop kun je er overheen springen….
Deze reportage is een van de inzendingen voor de Patagonia - schrijfwedstrijd