In het hart van de berg

"Au", gilt Harm. Zijn stem galmt door de inktzwarte ruimte. "Mijn knie".
"Wat is er aan de hand?", roep ik in de richting van de stem.
‘"Een rots, en een scherpe ook", kreunt Harm.

Ik zet mijn rugzak op de modderige grond en graai in het bovenvak naar mijn mobiel. Eigenlijk wilden we de batterij sparen, in de hoop dat we ergens bereik zouden hebben. Maar we hebben ons laatste sprankje licht nu hard nodig.

Op de tast klik ik de telefoon aan en zie in het flauwe schijnsel dat Harm enkele meters verder op de grond ligt. Vlakbij hem doemt ook de schim van de Chinese gids op vanuit de duisternis. Snel loop ik naar hen toe. 

Als ik het schermpje bij de knie van Harm houd, zie ik direct dat het niet goed is. Zijn knie staat in een rare stand en is kleverig nat van het bloed. 

"Alles komt goed, rustig maar", zeg ik en probeer opbeurend te klinken, wat niet echt goed lukt. 

"Heb je EHBO spullen bij je?", vraag ik in het Engels aan de Chinees, maar die schudt ontkennend zijn hoofd. Zijn schouders schudden, hij huilt alweer. 

"Laat hem daarmee ophouden", sist Harm. "Eikel van een gids. Zich als gids verhuren in een grot waar hij zelf ook voor het eerst komt en dat met zo’n kutlamp. Hadden we maar een duurdere excursie gekozen, dan..." Zijn stem zwakt af en gaat over in gekreun. 

"Stil nou", zeg ik. "Dit heeft geen zin. Ben jij nou die optimistische outdoor sporter? Denk liever na: wat nu?"

"Nu niks. Dat weet je zelf ook", zegt Harm.

"Niks proberen is sowieso dood", antwoord ik. Mijn stem slaat over. "Weet je nog wat je het voordeel vond van dit pikkedonker? Dat we elk sprankje licht konden zien. We moeten verder, echt waar. Misschien zitten we vlakbij een uitgang. Kom op. Ik zal je ondersteunen!" Ik probeer Harm overeind te trekken. 

"Au, laat me los. Het heeft geen zin, ik kan niet verder", fluistert Harm. Hij is bijna niet meer te verstaan. "Gaan jullie maar". 

Voorzichtig druk ik een kus op zijn voorhoofd. "Nee", zeg ik vastberaden. "Ik ga niet bij je weg, ik blijf hier." Ik probeer mijn hart, dat woest in mijn keel klopt, onder controle te krijgen. Het licht van het mobiel in mijn hand veroorzaakt spookachtige lichtvlekken op de stalagmieten om ons heen. 

Dan strek ik mijn hand met de mobiel uit naar de Chinees. 

"Ga jij maar als je wil", zeg ik. "Wij blijven hier." 

De Chinees grist de mobiel uit mijn handen en rent weg. Al snel daalt een diepe duisternis over ons neer. 

Ik vlei mijn hoofd op de schouder van Harm, die in slaap is gevallen en zachtjes ligt te kreunen. Ik ben moe, doodmoe. Hoeveel uur hebben we gelopen? Eerst vrolijk en uitgelaten, vanwege het avontuur en de pracht om ons heen. Daarna haastig glibberend in de modder, toen het licht van onze zaklampen zwakker werd en de gids steeds nerveuzer. Tenslotte, toen het licht was uitgevallen en we al onze lucifers hadden opgebrand, wanhopig ronddolend, in het pikkedonker. Met onze armen om onze hoofden, om ons te beschermen tegen uitstekende rotsen. De overlevingsdrang bracht een ongekende kracht in ons naar boven. Maar tevergeefs.

Nu liggen we hier, midden in een berg, in één van de ellenlange grottenstelsels van het Zuid Chinese Guilin. Op het zachte gekreun van Harm en druipend water in de verte, is het stil om ons heen. Stil en waterig koud.

Langzaam zak ook ik weg in een roes. Als ik af en toe mijn ogen open doe, weet ik niet goed of ik wakker ben of slaap. Alle gevoel van werkelijkheid lost op in de duisternis. Zo liggen we daar, urenlang, of is het dagenlang. 

Dan, plotseling, ontwaak ik uit mijn roes. Ik zie helder wit licht door mijn dichte oogleden schijnen. "Het licht van het einde", denk ik en voel me weer wegglijden. Ik hoor de hemelse stemmen al die mij roepen.

‘"Hoor je mij?", vraagt iemand, en schudt aan mijn schouder. 

Iemand voelt mijn pols. "Zij leeft ook nog", hoor ik zeggen. 

Onwillig open ik mijn ogen. Ik zie mannen met oranje pakken en helmen met hoofdlampen. Het felle licht doet pijn aan mijn ogen en ik sluit ze weer. Als ik ze even later weer opensla, kijk ik recht in het gezicht van onze Chinese gids.

Hij lacht en geeft me mijn mobiel terug.

 

Dit verhaal is door Moniek ingezonden voor de ‘GoMotion-schrijfwedstrijd’ op Berwijzer in het najaar van 2012. De schrijfwedstrijd met als thema ‘licht en donker in de bergen’ werd mede mogelijk gemaakt door SkiWear4All.

Beniewd waarom Innsbruck zo populair is onder de jongeren?

Lees hier welk biertje het beste bij jou past

Lees hier handige tips voor het wandelen in de bergen

Opzoek naar de makkelijkste manier om door de bergen te reizen?