Calculeren
Ons ijsklimavontuur begint in de Stubaier Alpen, een klein mekka voor ijsklimmers. Ik neem de slee mee, zodat we alleen naar boven hoeven te lopen en straks naar beneden kunnen glijden. Ik sleep de slee achter mij aan door de verse sneeuw. De winter is nog pril en het is net of iemand met poedersuiker heeft gestrooid. Ik adem de koude berglucht in die ik als damp weer uitblaas. Onder de witgetooide dennenbomen proberen dieren voedsel te vergaren. Na een uur kom ik bij de honderdvijftig meter hoge bevroren waterval aan. Een lastige klus.
Omhoog klimmen
Ik laat de slee achter en klim omhoog. Om de paar meter maak ik een veilig punt. Na een halfuur hang ik vijftig meter hoog op een standplaats. Rond mij bevindt zich het ijs van de waterval en daarachter hoor ik nog wat water stromen. Ik trek het touw stukje bij beetje door het zekerapparaat, mijn klimmaat volgt. Het is fijn om eens zonder klanten onderweg te zijn, om de bergen weer een keer op een andere manier te ervaren. Te genieten van hoe twee vrienden samenwerken en op elkaar kunnen vertrouwen. Op de standplaats komt langzaam het bloed in mijn bevroren vingers terug, ik word duizelig en misselijk. Mijn lichaam reageert op het koude bloed dat door mijn aderen kruipt, en ik realiseer me dat in deze sport pijn en genot samenkomen. Ik ram mijn stijgijzer het ijs in en hoor een geluid wat men kan vergelijken met het verder schieten van een scheur in natuurijs tijdens het schaatsen. Tegelijkertijd bekruipt mij de angst dat ik met het ijsgordijn naar beneden zal storten. Mijn andere voet bungelt in het niets. Er valt een stuk ijs, rakelings langs mijn klimmaat. Hij kijkt beteuterd omhoog. Ik vraag me af of ik met dezelfde oplettendheid het klimmen zou ervaren als ik wist dat het een sport was zonder gevaar.
Spel met de waterval
Is het een spel met de waterval of is het een calculatie van kennis, risico en ervaring? Deze gedachten schieten door mijn hoofd terwijl ik opnieuw grip zoek met mijn stijgijzer. Voortgedreven door de kou klim ik verder. Het is bijna vijf uur als we bij de sledes terug zijn. We roetsjen naar beneden, verzonken in gedachten. Mijn sport gaat over het juiste evenwicht tussen maximale veiligheid en maximaal plezier. De zon gaat onder. Langzaam kleurt de wereld om me heen lichtroze.
Tekst en foto: Boris Textor, Boris Textor woont en werkt als Nederlandse ski- en berggids in Innsbruck en wordt gesponsord door Rab.
Deze column is eerder verschenen in Bergen Magazine nr 5 2014.