Huttentocht Drei Zinnen Dolomieten

In de ban van de Drei Zinnen in de Dolomieten

“Kun je mij eens wat hoogtepunten van de Alpen laten zien” vroeg zoon Marc. Een gezamenlijke 5-daagse huttentrektocht van Innichen naar Cortina d’Ampezzo was het resultaat. “In de ban van de Drei Zinnen” noemden we onze tocht, omdat we deze magische rotsformatie elke dag vanuit een ander perspectief konden bewonderen.

Huttentocht Drei Zinnen Dolomieten

Tekst en foto's: Bert Vonk

Het parcours voerde ons door alle soorten landschappen die de Dolomieten rijk zijn. Van lieflijke almen en fraaie lariksbossen tot de meest ruige rotswoestenijen. Hoogtepunten waren de overnachting in de Drei Zinnenhut, waar we konden genieten van een prachtige zonsondergang en zonsopgang op de Drei Zinnen, de tocht over de spectaculaire Sentiero Alberto Bonacossa door de wilde Cadinspitzen en het bezoek aan de prachtig gelegen Vandellihut.

Huttentocht door de Drei Zinnen

Algemene karakteristiek: 5-daagse huttentrektocht door één van de mooiste en spectaculairste delen van de Dolomieten. De gelopen dagtrajecten zijn 4 tot 8 uur lang, maar bieden veel ruimte voor variatie. Alle etappes kunnen ingekort worden tot  4 – 5 uur. Bovendien kan de trektocht op een aantal plaatsen (Rif. Aronzo, Col Varda) afgebroken worden. Meename van een Klettersteigset en helm voor de Sentiero Alberto Bonacossa  (dag 3 en 4) dringend aanbevolen. Direct aan de route ligt een drietal korte, maar interessante en niet al te moeilijke Klettersteige (Toblinger Knoten, Paternkofel en Via Ferrata Merlone op de Cima Cadin di Nordest).
Kaarten: Tabacco, Sextener Dolomiten (Blatt 010) en Cortina d’Ampezzo e Dolomiti Ampezzane (Blatt 3). Schaal 1:25.000.
Gidsjes: Rother Wanderführer Dolomiten 5 en 6, Rother Wanderführer Dolomitenhöhenwege 4-7 en Rother Wanderführer Dolomiten Special: Klettersteige Dolomiten.

Huttentocht Drei Zinnen Dolomieten

De gelopen tocht

 Dag 1. Innichen – stoeltjeslift Haunoldhütte (1493 m) – Innichner Alm (1703 m) – Haunoldköpfl (2158 m) – Antoniussstein (Innerfeldtal, 1509 m) – Dreischusterhütte (1626 m, www.drei-schuster-huette.com).
Duur: 4.30 uur; 900 m stijgen, 770 m dalen. De beklimming van de Haunoldköpfl is facultatief. Zonder deze top duurt de tocht maar 3 uur.
Gidsjes: Rother Wanderführer Dolomiten 5, tour 3 en Rother Wanderführer Dolomitenhöhenwege 4-7, tour 51.

Onze eerste dag is een mooie inlooptocht over goede paden. We zweven vanuit Innichen met de stoeltjeslift naar de Haunoldhütte, die meteen al een fraai uitzicht biedt over het weidse Pustertal. Na een uurtje passeren we de mooie berghut van de Innichner Alm, die uitnodigt tot een korte stop. Al gauw daarna moet er stevig geklommen worden naar de top van de Haunoldköpfl. Op 2/3 van de stijging zien we voor het eerst in de verte het markante silhouet van de Drei Zinnen opdoemen. Op de top hebben we een prachtig uitzicht naar het noorden en op de machtige noordwand van de Haunold.

In het zuidoosten trekt de imposante Dreischusterspitze, met z’n 3145 m de hoogste top van de Sextener, de aandacht. De donkergrijze wolken die komen aandrijven boven de Haunold zijn een aansporing om snel te beginnen aan de twee uur durende afdaling naar de Dreischusterhütte. Maar even later schijnt de zon al weer en kunnen we genieten van de enorme puinrivieren die van beide kanten het Innerfeldtal instromen. Aangekomen in het dal wacht ons nog een kleine stijging naar de hut, waar we gastvrij onthaald worden door Wirt Franz Innerkofler en zijn vrouw.

Huttentocht Drei Zinnen Dolomieten

• Dag 2. Dreischusterhütte – Grosses Wildgrabenjoch (2289 m) – Schwabenalpenkopf Südostschulter (2519 m) – Dreizinnenhütte (2405 m, www.dreizinnenhuette.com). Facultatief: overschrijding Toblinger Knoten (2617 m) via de Klettersteige Leiternsteig en Feldkurat Hosp Steig.
Duur: tot Dreizinnenhütte 3.30 uur; met Toblinger Knoten 2 uur extra
Stijgen/dalen: tot Drei Zinnenhütte 930 m stijgen en 140 m dalen; Toblinger Knoten: 200 m stijgen en dalen extra.
Gidsjes: Rother Wanderführer Dolomiten 5, tour 5 en Rother Wanderführer Dolomitenhöhenwege 4-7, tour 30, Rother Wanderführer Dolomiten Special: Klettersteige Dolomiten.

Vandaag de eerste serieuze conditietest. Ondanks ons vroege vertrek brandt de zon al genadeloos op de puinhellingen. Als we na 2 uur flink stijgen het Grosses Wildgrabenjoch bereiken, is het hoog tijd voor een uitgebreide rust. Een paar staalkabels (niet geëxponeerd, geen Klettersteigset nodig) leiden ons nog hoger de berg op en hier komen eindelijk de beroemde noordwanden van de Drei Zinnen in zicht. Op het hoogste punt van onze tocht – ruim 2500 m – is het uitzicht op de drie giganten ronduit adembenemend. Nu zakken we aan de noordkant van de kam weer wat naar beneden om vervolgens te beginnen aan de laatste stijging naar de Dreizinnenhut. Hier wordt het uitzicht gedomineerd door de steil oprijzende Toblinger Knoten.

Bij de Dreizinnenhut kom je ogen tekort. Links naast de Drei Zinnen torent de Paternkofel hoog boven ons uit. Daaronder het beroemde rotstorentje “Frankfurter Würstl”, waar de gidsen hun klanten vroeger een klimexamen afnamen alvorens ze mee te nemen op de bekende klautertochten op Zinnen en Paternkofel. Het is pas 3 uur, dus er is nog tijd om “even” de Toblinger Knoten doen. We slepen onze Klettersteiguitrusting tenslotte niet voor niets mee! De eerste meters van de Leiternsteig vinden we allebei pittig; hier moet eventjes echt geklommen worden met de voeten. De rest is steil, maar een aaneenschakeling van ladders. Tijdens de afdaling over de Feldkurat Hosp Steig maant een loodgrijze wolk boven de Zwölfer ons tot enige haast. Gelukkig waait het slechte weer over en begeleid door een mooie regenboog boven de Bödenseen lopen we terug naar de hut.

Huttentocht Drei Zinnen Dolomieten

• Dag 3. Dreizinnenhütte – Büllelejochhütte ( 2528 m) – Paternsattel (2454 m) – Rif. Auronzo (2320 m) – Rif. Fonda Savio (2367 m, www.fonda-savio.it ).
Duur: 6.30 uur; 800 m stijgen; 750 m dalen. Kan sterk bekort worden door van de Dreizinnenhütte direct naar de Paternsattel te lopen (totale duur dan slechts 4 uur)
Gidsjes: Wanderführer Dolomiten 5, tour 31 en Rother Wanderführer Dolomitenhöhenwege 4-7, tour 34.

Huttentocht Drei Zinnen Dolomieten

De Drei Zinnen lijken te gloeien in de stralen van de opkomende zon. Ons volgend doel, de Auronzohut, kun je van hieruit op wel 5 verschillende manieren bereiken. De mooiste route voert via een historische tunnel en een Klettersteig over de Paternkofel, maar wij hebben vanmorgen meer zin in rustig wandelen. Dus lopen we door de noordflank van de Paternkofel naar de gezellig kleine Büllelejochhütte en drinken daar onze eerste cappuccino. Deze hoogste hut van de Sextener ligt op een prachtige uitzichtspost tussen oa de machtige Zwölfer en de iets verder weg gelegen Antelao.

Vervolgens moeten we ruim 300 meter zakken alvorens weer naar de Paternsattel te kunnen klimmen. Vanaf dit wereldberoemde uitzichtspunt maken de 550 meter hoge Zinnen noordwanden een verpletterende indruk. Na een korte uitstap naar de voet van de Grosse Zinne noordwand lopen we in gezelschap van honderden collega-wandelaars langs de gedenksteen van Paul Grohmann – eerste beklimmer van de Grosse Zinne in 1869 – naar de met de auto bereikbare Auronzohut.

Huttentocht Drei Zinnen Dolomieten

Al te lang kunnen we hier niet blijven luieren, want er wacht nog een stevige tocht van twee-en-een-half uur door de wilde Cadinspitzen. Onze route, de Sentiero Alberto Bonacossa, voert grotendeels via uiterst geëxponeerde banden door de oostflank van het rotsmassief. Prachtig beboste valleien in een duizelingwekkende diepte leiden naar het in de verte glinsterende meer van Auronzo. Klettersteigset en helm zijn hier nodig, vooral in een enigszins steenslaggevaarlijke geul waarlangs we een stuk moeten afdalen.

Het laatste stuk naar de hut voert weer door gemakkelijk terrein. Terugblikkend zien we nu de Zinnen van hun zuidkant, die veel minder steil zijn dan de noordwanden, maar niettemin indrukwekkend. De Rif. Fonda Savio is een klein gemoedelijk hutje, waar de waardin ons in Dirndljurk ontvangt. Gezeten op het terras spoelen we onze Speckknödel naar binnen met een stevige pot bier en genieten van het uitzicht op de spitse toppen die ons aan alle kanten omringen.

Huttentocht Drei Zinnen Dolomieten

• Dag 4. Rif. Fonda Savio – Col de Varda – Stoeltjeslift Misurina – Alta Via 3/Sentiero Italia naar Passo Tre Croci – Rif. Vandelli (1928 m, www.rifugiovandelli.it ).
Duur: 7.30 uur; 800 m stijgen; 750 m dalen. Kan sterk bekort worden door van Misurina de bus naar Passo Tre Croci te nemen (totale duur dan slechts 4.30 uur).
Gidsjes: Rother Wanderführer Dolomiten 5, tour 30 en Rother Wanderführer 6, tour 39.

Het vervolg van de Sentiero Alberto Bonacossa leidt via een nog beschaduwde klim naar de Forcella del Diavolo. Op de pas wacht ons een schitterende terugblik op de Zinnen, die hoog boven de iets lagere kam van de Cadinspitzen uitrijst. Volgt een afdaling door een onoverzichtelijk couloir met wat laddertjes en de deels bekabelde klim naar een volgend pasje, de Forcella de Misurina. Van hier dalen we via een steil zanderig pad af naar Rif. Col de Varda, waar we na twee-en-een half uur stevige inspanning een uitgebreide cappuccino-stop maken. Afdaling met de stoeltjeslift naar Misurina. Daar is het al heel warm en het is verleidelijk om de bus naar Passo Tre Croci te nemen, maar we willen de mooie uitzichten van het nu volgende traject over de flank van de Pale di Misurina niet missen en beginnen meteen weer aan een klim van 400 meter in de brandende zon.

Het uitzicht op het Lago di Misurina en de Zinnen daarachter is inderdaad fraai. Op dit deel van onze tocht beroeren we de Sentiero Italia, een 6000 km lang wandelpad-in-wording, dat de mooiste streken van Italië met elkaar moet gaan verbinden. In de afdaling passeren we de indrukwekkende wanden van de Monte Cristallo. Op Passo Tre Croci is er gelukkig een uitspanning met een schaduwrijk terras waar we een bordje spaghetti nuttigen. Aldus gesterkt beginnen we aan het laatste deel van onze loopdag, een bijna horizontaal pad dat ons in 2 uur naar de Rifugio Vandelli leidt. Deze hut is een uiterst populaire bestemming voor dagtoeristen, vanwege zijn gemakkelijke bereikbaarheid en zijn prachtige ligging in een amfitheater van loodrechte rotswanden.

• Dag 5. Rif. Vandelli – Forcella Ciadin (2378 m) – Forcella Faloria (2309 m) – Rif. Tondi (2327 m) – Rif. Faloria (2123 m) – gondelbaan Faloria naar Cortina d’Ampezzo (ca. 1200 m).
Duur: 4 uur; 600 m stijgen; 400 m dalen.  Wie nog moed heeft kan in 2 uur extra ook te voet afdalen naar Cortina.
Gidsje: Rother Wanderführer Dolomiten 6, tour 44; afdaling Cortina tour 42/43.

Niemand mag uit de Vandellihut vertrekken zonder een blik te hebben geworpen op het azuurblauwe Lago del Sorapis direkt aan de voet van de 800 meter hoge Dito di Dio (vinger gods). Helaas wordt die vanmorgen door een dicht wolkendek aan het zicht onttrokken. We keren terug op onze schreden van gisteren, slaan na 10 minuten links af en beginnen aan de klim naar de Forcella Ciadin. Op een schouder op ruim 2200 m bewonderen we nog een laatste keer het uitzicht op de Drei Zinnen, dat ons de afgelopen vijf dagen bijna constant heeft begeleid.

Na de pas lopen we bijna horizontaal naar het westen. Het uitzicht wordt nu gedomineerd door het prachtige massief van de Monte Cristallo in het noorden; tegen het einde van de tocht zien we in het westen de drie toppen van de Tofana, die 2000 meter boven Cortina uitrijzen. Onze laatste koffiestop maken we in de Rifugio Tondi. Dan dalen we langs een afzichtelijke gruishelling af naar de Rif. Faloria en troosten ons met de gedachte dat het op deze gravelpiste in de winter waarschijnlijk beter toeven is. In Cortina laten we onze tocht onder het genot van een heerlijke pizza nog eens de revue passeren.

In de ban van de Drei Zinnen. Ja dat waren we, vijf dagen lang! 

 

Lees meer van deze auteur over de Sextener Dolomieten in Bergen Magazine nummer 4 2010.

Meer inspiratie
Bergen Magazine

Profiteer nu: 1 jaar Bergen Magazine vanaf € 19,95) 

Mee naar het Sarntal

Lees ons nieuwste nummer. Nu te bestellen!

Lees hier hoe jij jouw veldfles goed schoon houdt

Lees hier hoe je heerlijk kan nagenieten van de zomer