De Hoge Tatra van Slowakije: dag 1
8 maart, 2024 - 16:25 - Thomas van Roijen
Op de grens van Slowakije en Polen liggen de Hoge Tatra, het kleinste hooggebergte van Europa. Het gebied is er echter niet minder indrukwekkend om: gekartelde bergtoppen, kristalheldere gletsjermeren, donkere bossen en ruige vergezichten wisselen elkaar af. Deze ongerepte bergen zijn bovendien het leefgebied van bijzondere diersoorten zoals wolven, bruine beren, lynxen en tatragemzen.
Ter bescherming van de natuur zijn de Hoge Tatra sinds 1949 onderdeel van de negen nationale parken van Slowakije, en is het verboden er wegen, kabelbanen en lawinenetten aan te leggen. De bergen hebben dan ook een ongerept karakter dat op een hoop prachtige wandelingen goed tot zijn recht komt. In de zomer van 2023 nam ik de trein naar Slowakije om de Hoge Tatra en hun pure schoonheid te ontdekken. Met resultaat!
’s Nachts word ik even wakker van het gedruppel van regen op het raam van mijn hostelkamer. Zou de mooie weersverwachting van morgen nog kloppen? De volgende ochtend komt er gelukkig een waterig zonnetje tevoorschijn dat de wolken boven het natgeregende Poprad verjaagt. Inmiddels ben ik onderweg naar het station om de trein naar Starý Smokovec te halen. Eenmaal aangekomen ga ik opzoek naar het juiste perron, dat haast onvindbaar lijkt. Ik kom dan ook net op tijd aan om de trein voor m’n neus te zien vertrekken. Geen ramp: terwijl ik wacht op de volgende trein van 08:00 uur, komen de pieken van de Hoge Tatra vanachter de wegtrekkende wolkenmassa tevoorschijn. Het lonkende uitzicht van de bergen ligt er zo uitnodigend bij dat het me haast lijkt te roepen.
Terwijl het treintje langzaam stijgt in de uitlopers van de Hoge Tatra, merk ik dat ik niet de enige ben die onderweg is naar de bergen. Zeker op het station van Starý Smokovec wemelt het van de wandelaars, alpinisten, dagjesmensen en anderen die duidelijk op weg zijn naar de bergen. Mijn routeomschrijving belooft gelukkig dat het rustiger wordt naarmate ik de populaire tussenstops achter me laat. Vandaag staat er een wandeling van 14 kilometer op de planning. Dit lijkt geen gigantische afstand, maar het hoogteverschil van 1.650 meter en de via ferrata die ik onderweg zal tegenkomen, beloven tijdrovende etappes. Volgens de routeomschrijving zal ik er dan ook minstens 8 uur over doen. De eerste wandeling van deze driedaagse tocht eindigt bij de Zbojnícka Chata (chata betekent berghut), waar ik kan genieten van een warme maaltijd en een (hopelijk) zacht bed.
Over een fijn kiezelpad loop ik langs een kabelspoorbaan Starý Smokovec uit. Deze gestage klim zorgt ervoor dat mijn benen goed kunnen opwarmen. Het gewicht van mijn rugzak begint al snel op mijn schouders en heupen te drukken, dus ik pak mijn wandelstokken erbij. Na een halfuur lopen kom ik aan bij het Hrebienok resort, de eindbestemming van de kabeltrein. Veel mensen kiezen bij de splitsing naast het resort voor andere routes, waardoor het al een stuk rustiger wordt op de weg die voor me ligt. Druk is het nog wel, maar ik heb niet meer het gevoel alsof ik over een snelweg loop. Gelukkig volgen er later meer tussenstops en afsplitsingen van andere routes, waardoor mijn route stukje bij beetje rustiger wordt.
Het pad, dat grotendeel bestaat uit grote vlakke stenen, voert me geleidelijk verder naar boven. Tussen de verspreide dennenbomen zie ik steeds meer mooie bergtoppen opdoemen en achter me rijken de vergezichten over de Lage Tatra steeds verder richting de horizon. Ook kom ik langs vrolijk kabbelende beken en een waterval die zich luid van de bergen afstort. In een bos liggen kort na elkaar twee berghutten met een hoop voorzieningen. Toch laat ik mij door de riante restaurants en de schaduw in de dichte dennenbossen niet verleiden tot een pauze. Het is nog lang geen middag, dus ik vul alleen even mijn waterflessen aan bij de laatste hut en vervolg mijn weg.
Voor me ligt een flink stuk klimmen richting Téryho Chata, waar ik van plan ben te pauzeren. De 600 steile hoogtemeters zijn met mijn volle rugzak goed te voelen, dus ik ga rustig aan bergop. Terwijl ik tussendoor kleine staande rustpauzes houd, worden de bomen lager en laat ik de boomgrens langzaamaan achter me. Ondertussen worden de bergtoppen om me heen met elke stap indrukwekkender en hun gekartelde rotsen torenen aan weerszijden boven het pad uit. Aangekomen bij Téryho Chata draai ik me om naar het dal waar ik zojuist uit ben geklommen, en zie ver onder me het pad tussen de dichte begroeiing verdwijnen. In de verte ligt de vallei die de Hoge van de Lage Tatra scheidt er vredig bij in de stralende middagzon.
Voor me ligt de berghut met op de achtergrond twee gletsjermeren. Het diepblauwe water vormt een mooi contrast met de half-besneeuwde grijze bergwanden. Straks zal ik de hoogtes die voor me liggen proberen te trotseren, maar eerst is het tijd voor een welverdiende pauze. De lange banken en tafels met uitzicht op het dal staan er uitnodigend bij, waardoor ik niet de enige ben die zijn middageten erbij pakt. De hongerklop heeft zich rommelend laten horen dus ik geniet met mijn gasbrander van een extra uitgebreide lunch. De energie kan ik zeker gebruiken, want het uitdagendste gedeelte van de tocht moet nog komen.
Na een flinke pauze van een uur zijn mijn benen en ik weer voldoende opgeladen. Nog even wat water bijvullen en rond 14:00 uur ben ik weer onderweg. Eerst volg ik de oevers van de meren, maar daarna buig ik af, verder de hoogte in. Het pad wordt alsmaar steiler en steiler. Terwijl ik de groene stukken weide achter me laat, wordt het landschap om me heen rotsachtiger en zie ik steeds meer sneeuw. De zon schijnt nog vrolijk maar het is hier merkbaar koeler dan beneden in Starý Smokovec.
Mijn routeomschrijving had zeker gelijk over de rust op de route naarmate ik de populaire tussenstops heb gepasseerd. Na Téryho Chata kom ik nog nauwelijks andere wandelaars tegen, wat een duidelijke voorbode is voor wat gaat komen. Het steile pad stopt plotseling voor een nagenoeg kaarsrechte rotswand waar een via ferrata van kettingen en ijzeren treden recht omhoogvoert. Voor mijn allereerste via ferrata ziet dit er wel erg intimiderend uit. De Priečne Sedlo (oftewel Dwars Zadel) wordt dan ook gezien als een van de meest uitdagende bergpassen van de Hoge Tatra. Via ferrata-uitrusting was volgens de online beschrijvingen geen vereiste, maar nu ik er zelf voor sta had me dat zo slecht nog niet geleken.
Voor mij zijn een Spaans koppel en een Slowaakse vader met zijn kinderen al aan de via ferrata begonnen. Onder het mom van: ‘als zij het kunnen, kan ik het ook’, besluit ik me er ook maar aan te wagen. Nu ik bijna kaarsrecht omhoog moet, voel ik het gewicht van mijn rugzak pas echt. Het belooft een lange klim te worden. De kettingen en de uitstekende rotsen in de wand klimmen gelukkig wat prettiger dan de ver uit elkaar liggende treden. Steeds met in ieder geval één hand en beide voeten aan de rotsmuur, begeef ik me rustig naar boven. De diepte onder me wordt steeds groter, maar daar probeer ik niet aan te denken. Gewoon mijn hoofd erbij houden en gaan.
Na een klim van twintig intense minuten ben ik dan eindelijk boven in de pas aangekomen. Ik ben bekaf door de fysieke en vooral constante mentale inspanning, maar gelukkig word ik beloond met het prachtige uitzicht op het nieuwe dal dat voor me ligt. Beneden in de verte zie ik de berghut liggen waar ik een plekje in een slaapzaal heb gereserveerd. Er ligt nog een flinke tocht voor me en de tijd dringt. Het is inmiddels 16.00 uur en volgens de site van Zbojnícka Chata worden gereserveerde bedden na 17:00 bij drukte vergeven. Maar dat zijn zorgen voor later. Eerst moet ik er maar eens zien te komen. Voor me ligt namelijk nog een tijdrovende afdaling, inclusief een stukje via ferrata van kettingen en ijzeren trapjes.
Voor het eerste en steilste deel van de afdaling heb ik beide handen nodig, waardoor ik maar moeizaam vooruitkom. Als ik de rotswand weer kan loslaten ga ik verder over ongelijk terrein, wat hard aankomt op mijn vermoeide beenspieren en knieën. De ongereptheid van het landschap om me heen maakt een hoop goed. Afgezien van een paar wandelaars kom ik niemand tegen en kan ik de sneeuwvelden en bergmeertjes rustig in me opnemen. De laagstaande zon verdwijnt bijna achter de bergen en werpt lange schaduwen over het dal. Ondanks de inspanning is deze tocht zeker geen straf.
Eindelijk is de berghut in zicht en kom ik moe maar opgelucht aan. Druk is het niet, dus mijn gereserveerde bed is gelukkig niet vergeven. Dat scheelt weer een avond slapen op de vloer. Terwijl ik buiten nog even wat rek- en strekoefeningen voor mijn benen doe, zorgen het avondlicht en de schaduw voor mooie kleurcontrasten rond de hut en het naastgelegen bergmeertje. Daarna schuif ik in de eetzaal aan bij vier Belgen die ik onderweg na de bergpas was tegengekomen.
We kunnen gezellig napraten over onze tochten en de via ferrata, die zij ook een pittige klus vonden. We schuiven de drie stevige gangen in een mum van tijd naar binnen en vallen soms lang stil van de vermoeidheid en indrukken van de dag. Na het eten merk ik pas hoe moe ik eigenlijk ben en ik besluit vroeg mijn bed in te duiken. Het weerbericht voor morgen voorspelt dat er in de loop van de dag slecht weer op komst is. Vroeg op dus. Ik ben zo moe dat het oorverdovende gesnurk op de slaapzaal me niet tegenhoudt om als een blok in slaap te vallen.