Klimmen zoals de eerste alpinisten dat deden
7 november, 2020 - 08:00 - Jean-Jacques François
Wat ik ga doen is voor velen onwerkelijk te noemen en vaak ook niet te begrijpen als ik het vertel. Ik zeg altijd maar: “Je hoeft niet de Mount Everest te beklimmen om ook avontuur te beleven.”
Mijn naam is Jean-Jacques François, geboren in Nederland maar met Franse familiewortels. Van jongs af aan ging ik met mijn ouders de bergen in, en al snel leerde ik het natuurschoon waarderen en hoe om te gaan met alle facetten die het avontuur en de natuur met zich meebrengt. Het bleef niet alleen bij de bergen, het avontuur verlegde zich naar de zee en de Lage Landen, maar telkens was er dat romantische, uitdagende gevoel dat de bergen te bieden hebben.
Het gebeurde een jaar of 6 geleden, na het bereiken van de top van de Gran Paradiso. Even een moment voor mezelf. Ik koos een steen en nam plaats. Het was net iets onder de top waar de witte madonna op mij neerkeek en zij de eerste zonnestralen van de dag oppakte. Even een momentje voor me zelf om alles op me in te laten werken, kopje thee en een koekje, toen mij ineens het idee bekroop.
Het was 1860 dat 3 ijzersterke mannen besloten deze mastodont te gaan beklimmen. De eerste vraag die ik mijzelf stelde was: “Hoe deden ze dat en hoe waren ze gekleed?” Kijkende naar mijn stijgijzers gemaakt van licht metaal, waterafstotende Gore-Tex broek, sokken en een jas die geen water opneemt, besefte ik me dat er veel was gebeurd in de periode tussen toen en nu. Het was pas in de jaren 1970 dat Gore-Tex werd geïntroduceerd, zo’n 110 jaar na de eerste beklimming van de Gran Paradiso.
Ineens, bij het uitspreken van dit feit, trok er een koude rilling over mij heen die begon bij mijn kruin via mijn nek, over mijn rug een weg koos naar mijn onderbenen. Dit was geen angstzweet maar een rilling van emotie en besef. Met deze gedacht in mijn achter hoofd en tevens ook oplettend en kijkende om mij heen daalde ik af. Terplekke ontstond een fascinatie en moest ik hier alles over weten.
Na het beklimmen van verschillende bergen kreeg ik dus interesse in de geschiedenis van het Alpinisme. Door mijn hoofd gingen vragen als: “Hoe planden ze een expeditie, meer dan 200 jaar geleden?” Het is tegenwoordig al gevaarlijk genoeg, laat staan in je zelfgebreide sokken en muts en onderbroek. En precies dat ben ik dus gaan doen: klimmen en skiën in de stijl van toen. Alles tot in detail zoals ze dat 100 jaar geleden ook deden. Welke berg er beklommen gaat worden, dat houd ik nog even voor mijzelf. Maar beloof dat dit in een later blog zeker duidelijk gaat worden.
Mijn motivatie
“Waarom Jean-Jacques, waarom?!” is een vraag die me vaak gesteld wordt. “Geniet van het feit dat gemiddelde uitrusting 15 kg minder weegt (in droge toestand) dan toen!” Daar ben ik het enigszins wel mee eens en geloof me, ik kan zeker genieten van een vederlichte uitrusting. Maar gebruik maken van de vintage spullen is meer dan gebruiken of dragen, het gaat om de belevenis.
De belevenis om letterlijk in de voetsporen van de pioniers te lopen is onbeschrijfelijk, maar om alles te verzamelen, te restaureren en het uiteindelijk niet in je museum op te hangen maar het ook echt te gebruiken is wellicht wel de grootste motivatie.
Ik pak dit aan zoals je de voorbereiding van een dergelijke expeditie altijd aanpakt: grondig. Je overweegt en controleert alles: wat is de omgeving, wat zijn de weerbeelden die voorkomen in het gebied, wat is de geschiedenis van de berg en zijn opbouw, en niet te vergeten de uitrusting. Neem je niet te veel mee, wat heb je nu echt nodig?
Voor deze vintage uitrusting ga je niet even naar je favoriete outdoorspecialist. Om je uitrusting compleet te maken moet je zoeken, snuffelen en al doende kom je de leukste enthousiastelingen tegen die spullen hebben met de mooiste verhalen. Heb je gevonden wat je nodig hebt, dan ben je er nog niet. Vaak moet je de spullen restaureren om de spullen op die manier een tweede, derde of misschien wel vierde leven te geven. Het bezit is zeker niet alleen maar vermaak.
Uiteraard gaat veiligheid boven alles en wil je je zelf of andere klimmers niet in gevaar brengen.
Gevaar?
En dat gevaar dat is nou juist een belangrijk punt. De hedendaagse spullen kunnen alles. Je kan doorlopen in de regen en je droogt weer. Vaak stoppen we niet eens meer en gaan we maar door, veel verder dan onze grenzen, we hebben het vaak niet eens door. Toen was dat wel anders. Hing er regen of sneeuw in de lucht? Dan was het zaak zo snel mogelijk te schuilen of zelfs niet eens vertrekken. Ze namen ook toen grote risico’s, alleen werd er op een andere manier naar gekeken en werd er gemeten met andere maten.
Testen
Als je je uitrusting wilt testen, dan doe je dat het liefste natuurlijk in de omgeving voor waar het ook voor bedoeld is. Ik test mijn spullen in de Franse Alpen, een soort van tweede thuis. Maar nu met covid-19 is dat natuurlijk wel anders. Om de ski’s te testen kan je ook naar indoorskibanen, maar ja dan ben je wel constant aan het waxen door de ijzige sneeuw die daar ligt.