Persoonlijke verhalen
1 augustus, 2007 - 17:18 - Jonathan Vandevoorde
Het nieuws, afgelopen zomer, dat het Palace Hotel in Maloja, aan de rand van Val Bregaglia, was verkocht aan een Italiaanse investeerder die het in zijn oude luister wil herstellen, liet me niet onbetuigd. De stenen kolos ken ik erg goed. In de jaren '80 heb ik er zomers lang in het restaurant gewerkt voor het Belgische Ziekenfonds dat het hotel als jeugdvakantiecentrum in eigendom had.
Er werd hard gewerkt en op vrije dagen trokken we vol energie de bergen in, richting Forno- en Albignahut, Grevasalvas, Lunghin- en Casnilpas. Als het weer tegen zat, en dat was wel vaker het geval in het frisse Ober-Engadin, kozen we voor het warmere Val Bregaglia om er de Italiaanse sfeer (en keuken) te proeven. We genoten van de korte dagen van vrijheid die de bergen ons gunden.
Na het horen van het bericht over de verkoop bekroop mij een gevoel van leegte. Een hoofdstuk in de geschiedenis van de streek maar ook in mijn persoonlijk archief van belevenissen en emoties is onherroepelijk voorbij en afgesloten. Ik weet nu dat die zomers de rest van mijn leven bepaald hebben en de reden zijn dat Bergen Magazine bestaat.
"Wer die Berge liebt, muss in der Berge gehen - sonnst ist er kein Mensch, auch nicht für Andere, und verliert die Freude am Dasein." (Kurt Diemberger)
Deze column is eerder verschenen in Bergen Magazine 1 2007