Klimseizoen aan Nepalese zijde Everest is voorbij
De expedities naar de top van de Mount Everest zijn definitief afgebroken. De sherpa-gidsen hebben besloten dit klimseizoen niet de berg op te gaan, deels uit respect voor de overledenen. Daarmee is het klimseizoen aan de Nepalese zijde voorbij. Ook de Nederlander Eric Arnold keert huiswaarts.
Ruim een week na de lawine in het gebied Khumbu-ijsval die zestien dodelijke slachtoffers eiste, is duidelijk geworden dat de sherpa’s onder geen beding nog naar de top willen klimmen. Het bezoek van de Nepalese Minister van Toerisme bracht in hun beslissing geen verandering.
Een aantal sherpa’s, vertegenwoordigers van expeditiebedrijven en de regering waren nog dagen in onderhandeling over de annulering van de beklimmingen. Een deel van de gidsen eist meer financiële zekerheid – een levensverzekering en een fonds voor de nabestaanden van overleden sherpa’s – maar de regering kon daaraan niet volledig tegemoet komen.
Expedities onder druk afgelast
Volgens Eric Arnold en Outside Online (hier een uitgebreide reportage) heeft een klein deel van de sherpa’s andere sherpa-gidsen, en de ijsdokters die de routes repareren, onder druk gezet om eveneens niet te klimmen. Daaraan gaven de anderen met pijn en moeite gehoor, waarna de overgebleven expedities werden afgelast.
Sommige klimmers ervoeren dezelfde sfeer als voorafgaand aan de ruzie tussen sherpa’s en de buitenlandse klimmers Ueli Steck en Simone Moro, afgelopen lente. “Ik vrees dat ik mijn expeditieleden niet kan beschermen tegen de sherpa’s,” vertelde een gids.
Eric Arnold: “Heel zuur”
Inmiddels heeft ook de Nederlandse klimmer Eric Arnold laten weten dat hij zijn beklimming beëindigt, als gevolg van stakende sherpa’s en geannuleerde beklimmingen door andere expedities. Hij is alweer in Kathmandu en vliegt naar verwachting woensdag terug naar Nederland.
“Heel zuur”, noemt Arnold het. Het is de tweede keer dat hij de top noodgedwongen links moet laten liggen. “De berg verlaten zonder zelfs maar een stap boven het basiskamp gezet te hebben is een scenario waar ik nooit rekening mee heb gehouden.”
Beklimmingen vanuit China gaan door
50 tot 100 klimmers (Russen, Amerikanen en Maltezen) zijn inmiddels wel op weg naar de top, via de noordelijke, Chinese zijde van de Everest. Deze zijde is minder populair doordat de Chinese regering de beklimmingen bemoeilijkt. Zo moeten klimmers tussen de 18 en 60 jaar zijn, moet een expeditie bestaan uit klimmers die allemaal dezelfde nationaliteit hebben. De regering geeft regelmatig geen visum.
De noordelijke zijde omvat geen routes vergelijkbaar met die van de Khumbu-ijsval, maar is niet per se eenvoudiger te beklimmen dan de Nepalese zijde. Zeker het laatste stuk zou technisch moeilijker zijn dan de Nepalese routes.