Smeltend permafrost bedreigt Zwitserse bergdorpen
Een aantal bergdorpen in de Zwitserse Alpen loopt gevaar vanwege een smeltende gletsjer op de noordoostelijke flank van de Ritzlihorn. Onder de gletsjer ligt een laag permafrost, een ondergrondse ijslaag met rotsen en stenen. Omdat het permafrost smelt, waarschijnlijk vanwege de opwarming van de aarde, komen rotsen vrij die vervolgens het dal instorten.
In juni 2009 begon puin op deze wijze van de 3282 meter hoge Ritzlihorn te schuiven, waardoor in drie jaar tijd 630.000 kubieke meter rotsmateriaal in rivier de Aar is beland. Hierdoor wordt de rivier breder en hoger, wat schade oplevert in de lager gelegen dorpen.
Bijvoorbeeld in het dorpje Guttannen. Een aan de Aar gelegen huis is al gesloopt omdat de ligging bij de steeds breder wordende rivier te gevaarlijk werd. De lokale rioolzuiveringsinstallatie moet er binnenkort waarschijnlijk ook aan geloven. De bevolking is ongerust over de gevolgen. "De dreiging is reëel, we kunnen het gewoon zien", aldus Hans von Weissenfluh, die 20 meter van de rivier af woont. "Vijf jaar geleden was de rivier veel smaller."
Wetenschappers gaan ervan uit dat ongeveer 5% van de Zwitserse grond permafrost bevat. Deze bevroren grond komt over het algemeen voor boven 2600 meter op de noordhellingen en zorgt voor een versteviging van bergflanken. De bevroren grond houdt rotsblokken bijeen en zorgt dat rotsformaties niet instorten. Wanneer het permafrost smelt, zoals op de Ritzlihorn, kunnen de rotsblokken en het puin gaan schuiven. Bovendien zorgt het smeltende ijs voor milieuproblemen, omdat de laag permafrost vaak methaangas en kooldioxide bevat en dan dus vrijkomt.