Overmoed in Kandersteg

Aangemoedigd door het succes van kleinere dagwandelingen besluiten we een beroemde oversteek te maken: de Lotschenpas, van Goppenstein over de pas naar Kandersteg. Met een kleine peuter op de rug kost het vertrek allemaal wat meer tijd, dus pas rond elf uur beginnen we de klim.

Dit reisverhaal is onderdeel van de serie Wandelen met kinderen uit Bergen Magazine nummer 1 2011 en 2 2011 en is geschreven door Rob van Tilburg, die jarenlange ervaring heeft met wandelen met kinderen in de bergen.

Gestaag wordt het ruiger en na tweeënhalf uur passeren we de eerste sneeuwveldjes en losliggende blokkenvelden. Met ons breekbare kleintje op mijn rug begint het in toenemende mate unheimlich te voelen; en de pas ligt nog tweehonderd meter hoger.

Even overleggen of we terug te gaan – we moeten immers ook nog omlaag – maar we besluiten toch door te lopen en bij de hut op de pas te informeren naar de afdaling. Drie kwartier later blijkt de hut op een brede, afgevlakte col te liggen, maar zover je de afdaling kunt zien zijn er weinig afschrikwekkende steiltes. De huttenwacht is druk in gesprek, dus besluiten we het zonder informatie er maar op te wagen.

Twintig minuten lang daalt het rustig zigzaggend af, maar ongemerkt wordt het steiler, worden mijn stappen steeds dieper. Dan verschijnen de eerste passages met kettingen. Weer aarzel ik even, maar terugklimmen duurt alleen maar langer. Dit zal wel het enige stukje met kabeltjes zijn, de route is op de kaart immers ononderbroken gemarkeerd. Voetje voor voetje loop ik verder, met een schitterend uitzicht op de gletsjer, maar me meer dan bewust dat het breekbare koppie van mijn dochter akelig dicht langs de grillige rotswanden schuift. Hier moet ik niet uitglijden…

Na een half uur zo afdalen, met talloze kabelstukjes raken we verzeild in een enorm blokkenveld. De markeringen worden schaarser, hier en daar een restant van wat eens een steenmannetje was. Nog tien minuten verder zijn we het spoor compleet bijster. Terwijl mijn vrouw onze dochter hartkeks voert, klim ik zelf nog een stukje verder om te kijken of ik iets van een spoor kan vinden. Het wordt kouder en de lucht begint te betrekken. Tijd dringt. Shit, hier wil ik niet zijn met mijn kwetsbare hummeltje.

Vol zelfverwijt constateer ik dat na het blokkenveld een afgrond vijfhonderd meter naar beneden buigt. Met mijn verrekijker ontwaar ik ver achter ons een gemarkeerd spoor over het vlakke stuk van de gletsjer, dat aan de overkant overgaat in een strak zigzagpad over een sneldalende grashelling. Dat moet het alternatief zijn.

Een blik op de kaart leert dat daar inderdaad ook een pad gaat. Er is weinig keus dus besluiten we de gletsjer over te steken. Tot onze vreugde blijkt het spoor over de gletsjer het juiste pad en na vijftien minuten over het knarsende ijs te hebben gelopen, bereiken we veilig de grasheuvel.

Dan al weten we dat we de laatste bus bij Selden gaan missen. Maar extreem opgelucht dat het zo afliep, lopen we moeiteloos nog vierenhalf uur deels in het donker naar Kandersteg terug.

Dit reisverhaal hoort bij het artikel 'Dubbel plezier' van Rob van Tilburg dat verschenen is in Bergen Magazine 1 2011.

Meer inspiratie

Lees hier een stukje berg geschiedenis

Monte Bianco di Courmayeur

Bijvoorbeeld de hoogste bergen van Italië?

Lees hier welk biertje het beste bij jou past

Lees hier handige tips voor het wandelen in de bergen