Aiguille de tre la tete

De 10 hoogste bergen van Italië

Veel Italiaanse bergen liggen op de natuurlijke grens met Frankrijk of Zwitserland waardoor je in feite van het ene naar het andere land zou kunnen klimmen. Bergwijzer heeft de hoogste vier- en drieduizenders van Italië voor je in kaart gebracht.

Monte Bianco di CourmayeurMonte Bianco di Courmayeur (4765 meter)

Hoewel de Monte Bianco di Courmayeur niet de hoogste top van het Mont Blanc-massief is – die ligt namelijk in Frankrijk - is deze wel het hoogste punt van Italië. De 4765 meter hoge top ligt in zijn geheel in Italië en wordt van de Franse top gescheiden door de bergkam Col Major. Vanwege zijn indrukwekkende uitstraling en zijn populariteit onder bergbeklimmers is het de tweede top op de officiële lijst van de vierduizenders in de Alpen van de Union Internationales des Associations d’Alpinisme (UIAA).

De top werd voor het eerst beklommen in 1822 en is het gemakkelijkst te bereiken via de Bosses-bergkam. Op de route liggen verschillende hutten, zoals de Rifugio Monzino (2590 m), de Bivacco Eccles (3850 m) en de Refuge Aiguille du Goûter (3817 m).

Picco Luigi AmadeoPicco Luigi Amedeo (4469 meter)

De top van deze 4469 meter hoge berg ligt eveneens aan de Italiaanse zijde van het Mont Blanc-massief, op een kleine kilometer ten zuidwesten van de Mont Blanc de Courmayeur. Deze berg is vernoemd naar Luigi Amedeo (in het Nederlands wordt hij ook wel Lodewijk Amadeus van Savoye genoemd ), de hertog van de Abruzzen, die in 1906 de top bereikte.  De eerste beklimming heeft plaatsgevonden in 1901.

Om de top te bereiken kan men klimmen vanaf de bivakken Giuseppe Lampugnani en Marco Crippa. Ook kan men kiezen om via het zuidwesten over de gletsjer van de Brouillard-bergkam te klimmen. Vanwege gletsjerspleten en stenen is dit geen ongevaarlijke klim.

Grandes JorassesGrandes Jorasses (4208 meter)

De Grandes Jorasses ligt op de grens van het Franse departement Haute-Savoie en het Aosta-dal in Italië. De berg bestaat uit zes toppen, waarvan Pointe Walker het hoogstgelegen is (4208 meter). Deze top is vernoemd naar Horace Walker, een van de eerste die de berg beklom in 1868. De andere toppen zijn Pointe Whymper (4184 meter), Pointe Croz (4110 meter), Pointe Elena (4045 meter), Pointe Margherita (4065 meter) en Pointe Young (3996 meter). Deze toppen maken deel uit van eenzelfde bergkam die tevens de grens tussen Italië en Frankrijk bepaalt.

De berg kan vanaf de Franse noordzijde en vanaf de Italiaanse zuidzijde beklommen worden. De noordzijde wordt als een van de grootste noordelijke aangezichten van de Alpen beschouwd, vanwege de moeilijkheidsgraad en grote hoogte. Vanaf Italië kan men de zuidzijde bereiken vanaf de Bocalatte-hut.

Dent d'HerensDent d'Hérens (4174 meter)           

De Dent d’Hérens ligt ten noorden van het Italiaanse dorp Cervinia en ten zuiden van Zwitserland. Hoewel de berg zijn naam waarschijnlijk dankt aan het gelijknamige dal (Val d’Herens) kijkt de 4174 meter hoge berg hier niet op uit, omdat dit dal verder naar het noorden ligt. De berg biedt wel een prachtig uitzicht op de Matterhorn, die vier kilometer naar het oosten ligt. Daarnaast kan men vanaf de Zwitserse kant uitkijken over de 6 kilometer lange Zmutt-gletsjer.

Voor de normale route vertrekt men vanuit de Aosta-hut in Italië, via onder andere het Tiefmattenjoch. De route wordt gekenmerkt door stalen zekeringspinnen die om de 20 meter in de rotsen zijn vastgezet. Te voet kan men de berg het best beklimmen van juli tot half september.

BreithornBreithorn (4164 meter)       

Met Breithorn (Duits voor ‘brede hoorn’) kan verwezen worden naar zowel de gehele bergketen alsook de hoogste top die dezelfde naam draagt. Deze meest westelijk gelegen top heeft een hoogte van 4164 meter en ligt eveneens op de grens van Zwitserland en Italië. Ten noorden van de berg ligt het Mattertal en het plaatsje Zermatt en ten zuiden van de top ligt het Aosta-dal met het plaatsje St-Jacques.

Naast de westelijke top zijn er nog een centrale en een oostelijke top. In deze bergketen ligt ook nog de 4075 meter hoge Roccia Nera (Italiaans voor ‘zwarte rots’), die helemaal in het oosten ligt. De top van de Breithorn, voor het eerst bereikt in 1813, wordt beschouwd als de gemakkelijkst te beklimmen vierduizender in de Alpen, omdat de Klein Matterhorn-kabelbaan klimmers tot bijna 3900 meter hoogte brengt.

Gran ParadisoGran Paradiso (4061 meter)           

De Gran Paradiso ligt in de Grajische Alpen, tussen het Aosta-dal en Piëmont en is met 4061 meter de hoogste berg die in zijn geheel in Italië ligt. De berg heeft maar liefst vier grote gletsjers. Ook ligt de berg in het beschermde natuurgebied van het gelijknamige nationale park: Parco Nazionale del Gran Paradiso. Dit park bestaat al sinds 1922 en is tevens het oudste nationale park van Italië. Een leuke bijkomstigheid in dit gebied is dat er alpensteenbokken en gemzen voorkomen

De berg is te bereiken vanuit Valsavarenche. Vanwege de gletsjers vereist de beklimming van de berg wat techniek, maar over het algemeen wordt deze route als tamelijk eenvoudig beschouwd. Via rifugio Vittorio Emanuele of via rifugio Frédéric Chabod kan er naar de top geklommen worden.

Piz ZupoPiz Zupò (3996 meter)         

Deze berg ligt ten zuiden van Piz Bernina (4049 meter) en tussen Piz Argient (3945 meter) en Bellavista (3922 meter), op de grens van het Zwitserse kanton Graubünden en de Italiaanse provincie Sondrio. Met zijn 3996 meter hoogte is de Piz Zupò de op een na hoogste top van het Bernina-massief.

‘Zupò’ is afgeleid van ‘Zuper’ dat ‘verborgen’ betekent in lokaal dialect. Dit heeft te maken met het feit dat de top vanaf de noordelijke kant vaak slecht zichtbaar is. De toegankelijkste route vanaf Italië leent zich voor de beklimming van alle toppen in de Bernina-groep en loopt via de rifugio Marinelli. Vanaf Zwitserland loopt de route over de Morterarsch-gletsjer (de grootste in het Bernina-massief). Hier is het gemakkelijkste startpunt de berghut Chamanna da Diavolezza, omdat deze te bereiken is met een kabelbaan.

GrivolaGrivola (3969 meter)

De Grivola, die zoiets als ‘jonge vrouw’ betekent, ligt ten westen van de Grand Nomenon (3488 meter) en ten zuiden van de Gran Paradiso en behoort daarmee tot hetzelfde nationale park. De 3969 meter hoge berg is vergletsjerd en heeft een herkenbare piramidevorm die boven de rustieke valleien Val Savarenche en Vallon di Cogne uitstijgt.

De berg is voor het eerst beklommen in 1859 en vandaag de dag kan hij het best beklommen worden via de Rifugio Vitrorio Sella. Deze berghut ligt op 2588 meter hoogte en hiervandaan duurt het ongeveer 5 tot 6 uur voor men de top bereikt. Dit is wel een route die om veel aandacht vraagt, vanwege de fragiele rotswand aan de zuidoostelijke zijde en de Trajoz-gletsjer, die moet worden overgestoken.

Aiguille de tre la tete

Aiguille de Tré la Tête (3930 meter)

De Aiguille de Tré-la-Tête werd voor het eerst beklommen in 1864 en kent vier toppen. Het hoogste punt is de centraal gelegen zuidoostelijke top op 3930 meter hoogte in Italië. De noordelijke top is de enige die op de grens met Frankrijk ligt.

De berg is omringd door drie verschillende gletsjers, elk aan een andere kant gelegen. Dit zijn de Glacier de Tré-la-Tête, de Miage-gletsjer en de Glacier de la Lex Blanche. De normale route kent slechts één hut, het Bivacco Giovane Montagna en loopt via de Italiaanse zijde, via de Petit Mont Blanc.

OrtlerOrtler (3905 meter)

De Ortler is een bergmassief dat gelegen is in het Noord-Italiaanse Zuid-Tirol, waarvan de gelijknamige hoogste top 3905 meter is. Tot 1919 was de Ortler de hoogste bergtop van Oostenrijk, waartoe Zuid-Tirol toen nog behoorde. Het bergmassief was dan ook een van de belangrijkste slagvelden tijdens WOI voor Oostenrijkse en Italiaanse troepen, omdat het bezitten van het hoogste punt zeer belangrijk was. In 1990 werden door een berggids zelfs nog twee kanonnen gevonden in de buurt van de top.

De berg is aan de noordzijde bedekt met een ijskap, de Oberer Ortler Ferner, en heeft een lange bergkam die bij het dorp Gomagoi eindigt. Ten westen en zuiden van de berg liggen verschillende andere drieduizenders (waaronder de Monte Zebrù) die deel uitmaken van hetzelfde massief. In 1804 werd de top voor het eerst bereikt door een jager, die later de route via de achterste bergraat vanuit Sulden ontdekte, die tegenwoordig nog steeds in gebruik is.

 

 

Meer inspiratie
Bergen Magazine

Profiteer nu: 1 jaar Bergen Magazine vanaf € 19,95) 

Lees hier welk biertje het beste bij jou past

Lees hier handige tips voor het wandelen in de bergen