Aigüestortes i Estany de Sant Maurici

Land van kleurrijke meren

Aigüestortes i Estany de Sant Maurici is het enige nationale park van Catalonië. Het heeft indrukwekkende bergen en héél veel water: kalm in de meren, spelend in de ravijnen of krachtig in de watervallen.

Tekst en foto's Jessica de Korte

Generaal Franco maakte in 1955 van deze bergstreek een nationaal park. Hij kwam er graag even tot rust van het dictatortje spelen. “De weg liet hij hier aanleggen, zodat hij aan de andere kant kon picknicken”, vertelt mijn gids Moises Sans van Guies de muntanya de Taüll. Of hij echt zo’n natuurliefhebber was, is de vraag. Het grootste deel was tot 1975 particulier terrein, waar volop hout werd gekapt en de waterkrachtcentrales flink wat impact hadden op het landschap. Gelukkig kon de mens door de ruigte van het gebied niet al te veel schade aanrichten, en wordt het nationaal park inmiddels wel beschermd.

Je wandelt er door een spectaculair decor, langs de bergtoppen van de Spaanse Pyreneeën, meren en watervallen. Door tektonische krachten en erosie kwamen de driehonderd miljoen jaar oude granieten rotsen bloot te liggen, en aan de rand van het park zie je leisteen en kalksteen. Deze krachten zorgden voor het reliëf dat je hier ziet. Je kijkt als het ware terug in de tijd. Naar hele oude steenlagen. “Je mag hier geen bloemen meer plukken”, merkt Moises op. “En vissen is ook niet toegestaan.” Zijn dorp Barruera in Vall de Boi stroomt iedere keer vol met toeristen die de Catalaans-romaanse kerken bezoeken, maar in nationaal park Aigüestortes i Estany de Sant Maurici vindt hij rust.

Ronde granieten stenen

De elektriciteit in zijn dorp en de hele omgeving, wordt opgewekt in het nationaal park. Moises toont de hydro-elektrische installaties, en een tunnel van zes kilometer die met een andere vallei is verbonden. Zo kan het water af en aan stromen. Allemaal matig interessant, maar het mooie is: een kilometer lopen en je ziet er niets meer van. We zijn onze wandeltocht begonnen bij het bruggetje Pont de Morrano. Het houten vlonderpad langs een meer stopt en we lopen verder over gras, midden door de val lei van Sint Nicolaas. Op allerlei plekken steken ronde, granieten rotsen uit, dertig centimeter of meters hoog.

klauteren over de rotsen

Mijn wandelmaatje klimt naarboven. Als ze boven staat, komt net de zon door, waardoor de sneeuw op de bergtop áchter haar oplicht en het omringende gras nóg groener wordt. Nu vallen ook de dikke lagen mos op. Op andere steile hellingen doen donkere dennenbomen hun best overeind te blijven. Moises laat jeneverbessen zien. “Daar kun je gin van maken!” Hij weet van een hoop bomen en planten de naam. Dat daar is een ruwe berk, verderop groeit een soort brem, en op sommige plekken kun je volgens hem edelweiss vinden. Alleen die boom met witte bloemetjes kent hij niet. “Die is niet inheems. Vast een keer geplant door een wandelaar.” Een smal paadje kronkelt verder het landschap in, net zoals het salamandertje dat onder een rots wegschiet. Om ons heen verschijnen steeds meer besneeuwde toppen die allemaal schreeuwen om beklommen-  te worden. Dan klinkt weer het geluid van vallend water. Een waterval, Cascada de Sant Esperit, die uitmondt in een meer.

Mooie namen

Sommige schrijvers noemden Aigüestortes wel het park van tweehonderd meren. De meren zijn ontstaan door het smelten van gletsjers, geologische ongelukjes of het wegglijden van stenen. Door het graniet en de lage temperatuur zit er weinig plankton in, wat het water enorm helder maakt. Vaak dragen de meren namen die hun vorm, kleur, locatie of de aanwezigheid van een bepaald diertje weergeven: Llong (lang), Redó (rond), Tort (gebogen), Mangades (bochtig), Negre (zwart), Blau (blauw), Roi (rood), Cap del Port (hoofd van de pas) of Cabidornats: kikkervisjes in het Aranees. Als dichter kun je zo met de namen aan de slag.

Aigüestortes i Estany de Sant Maurici

Het meer voor ons heet Llebreta. Wat dat dan betekent, weet Moises niet. Maar we gaan verder over de Ruta de la Llúdriga, de route van de otter. Die naam is niet verkeerd gekozen: water genoeg. Bij storm kan het hier flink tekeergaan, maar vandaag ligt het water er vredig bij en meandert het speels door het landschap. Ideaal voor duurzame energie, én voor de wandelaar.

Spa

Het water is ook ideaal als afsluiter na een flinke wandeling. Bij spa Caldes de Boi – op 1500 meter hoogte – komen maar liefst 37 heetwaterbronnen uit de aarde, die al sinds de Romeinse tijd als geneeskrachtig worden gezien. De legende gaat dat Julius Caesar de plek ooit ontdekte. Het mineraalwater smaakt er in ieder geval heerlijk en zo’n warm bubbelbad en sauna zijn ook zeker niet verkeerd. Je moet wél een beetje lef hebben voor de grotten die wonderen zouden verrichten bij onder meer reuma. Thermische stoom komt uit barstjes in het gesteente, en dient zo als natuurlijke ‘kachel’.

Al sinds de negentiende eeuw komen patiënten uit alle hoeken van het land hier naartoe voor dit fenomeen. Maar je moet er bijkans inkruipen en dan gaat de deur dicht. Ik krijg toch even rillingen bij het idee. Voor wie claustrofobisch is, heeft de spa gelukkig ook ‘gewone’ stoombaden. Daar kun je ontspannen terugdenken aan de fraaie wandeldag.

 

Dit artikel is afkomstig uit de Catalonië-special bij Bergen Magazine 2017-2. Dat nummer kun je hier nabestellen

Meer inspiratie

Lees hier alle informatie over de vijf hoogste watervallen van de alpenlanden 

Lees hier welk biertje het beste bij jou past

Lees hier handige tips voor het wandelen in de bergen

Opzoek naar de makkelijkste manier om door de bergen te reizen?