Eerste beklimming: Rocciamelone, Italie
We weten uit geschreven bronnen dat de eerste bergtoppen al in de Middeleeuwen zijn geslecht. En niet de minste! Bekend is dat monniken zich de hoogte in waagden om letterlijk dichter bij God te komen of om wat voor reden dan ook met een klimtocht vol ontberingen boete te doen. Het bergbeklimmen uit (wetenschappelijke) nieuwsgierigheid nam pas in de negentiende eeuw echt een vlucht, toen men steeds minder geloofde dat het in de bergen niet pluis was en je er beter weg kon blijven.
Dank aan de heilige maagd
De eerste beschrijving van een hoge berg die in Europa is beklommen, komt van de kruisridder Bonifacius Rotarius van Asti. Hij bracht in 1358 een metalen beeldje van de heilige maagd Maria naar de top van de Rocciamelone (3558 m) omdat hij de dankbaar was dat hij de oorlog tegen de moslims en gevangenschap in het Heilige Land had overleefd. Dit historische gegeven is aanleiding om jaarlijks op 5 augustus een pelgrimstocht naar de top te organiseren, alwaar het beeldje van de ridder in 1899 is vervangen door een wat robuuster exemplaar van drie meter hoog.
Populaire piek
De Rocciamelone ligt 50 kilometer ten westen van Turijn, tussen de Italiaanse Val de Susa en het Franse plaatsje Maurienne. Omdat je tegenwoordig met de auto al een behoorlijk eind kunt komen, is de weg naar de top een vrij gemakkelijke klim geworden en daardoor een populaire wandeling. Bovendien zijn er enkele berghutten waarvan de hoogste, de rifugio Santa Maria, vlak onder de top ligt.
Bron: Wikipedia
