Eerste beklimming van de Grossglockner in 1800
In 1800 werd voor het eerst de top van Oostenrijks hoogste berg, de Grossglockner, bereikt. Voorbereidingen voor de beklimming begonnen al rond 1780 toen Belsazar Haquet, een wetenschapper uit Ljubljana de berg bezocht en in 1783 een boek schreef over de Grossglockner. Een lokale bisschop genaamd Franz Xaxer Salm-Reifferscheid raakte door het boek geïnspireerd om een expeditie naar de top op te zetten.
Beklimming van de Kleinglockner
Salm-Reifferscheid kreeg een groep bijeen die de berg moest gaan beklimmen, waaronder de timmermannen Martin en Sepp Klotz. De groep onderzocht een beklimming via de Leitertal vallei, omdat aan die kant van de berg het minste ijs lag. De gebroeders Klotz deden echter meer dan zij moesten doen en bereikten op 23 juli 1799 de top van de Kleinglockner, een iets lagere top op de Glockner.
Grote expeditie naar top Grossglockner
De top van de Grossglockner werd in 1799 echter niet bereikt en dus volgde het volgende jaar een tweede en grotere poging de top te bereiken. Maar liefst 62 mensen begonnen op 27 juli 1800 aan de klim naar de 3798 meter hoge top van de 'Glockner'. Op 28 juli waren het opnieuw Martin en Sepp Klotz die, samen met Martin Reichter en vierde onbekende persoon, tot het hoogste punt van de Grossglockner klommen. Pastoor Joseph Horrasch volgde het viertal niet veel later. Na een korte afdaling en overnachting, keerden de klimmers terug naar de top om er een kruis te plaatsen, waarmee de eerste beklimming op 29 juli 1800 officieel werd bevestigd.