
Wildkamperen tegenover de Badile - eind oktober. Foto Robert Eckhardt
De eerste bergbeklimming van Noes Lautier
Wildkamperen tegenover de Badile, eind oktober. Foto Robert Eckhardt
Wat herinner je je nog van je eerste bergwandeling?
Mijn eerste bergwandelvakantie staat me nog helder voor de geest. Ik ben met een reisorganisatie naar het Oostenrijkse Zillertal gegaan. Heel klassiek. De trektochtleider hamerde er steeds op dat we niet te snel moesten lopen, maar ik was eigenwijs en stormde de berg op met een paar anderen uit de groep. Na twee dagen kon ik 's morgens mijn benen niet meer strekken van de spierpijn in mijn kuiten. Later bleek dat ik in allebei de bovenbenen een spier had gescheurd. Gelukkig masseerde een van de deelnemers mijn benen elke dag, wat tot grote hilariteit leidde. We hebben sowieso erg veel gelachen. Ik vond de bergen supergaaf, zelfs de puinvelden. Ik was meteen verkocht, voor de komende tien jaar stond mijn reisdoel wel vast; ik was al een hele tijd uitgekeken op zon, zee en strand. Toen wist ik alleen nog niet dat de bergen niet alleen liefde op het eerste gezicht waren, maar ook onvoorwaardelijke liefde tot de dood (of een rollator) ons scheidt.
Wat is je meest indrukwekkende beklimming geweest?
Standplaats halverwege de beklimming van de Piz Badile. Foto Robert Eckhardt
Met wie ga je meestal de bergen in?
Verreweg het vaakst met mijn partner, maar ook met vrienden en vriendinnen. Ik vind het ook heerlijk om alleen te wandelen. Dan houd ik het qua moeilijkheidsgraad wel beperkt, want ik houd niet van onnodige risico's.
Wat vind je het leukste aan bergbeklimmen?
De Piz Badile, eind oktober, dik ondergesneeuwd. Foto Robert Eckhardt
Wat vind je het moeilijkste aan het klimmen?
Het moeilijkste vind ik niet zozeer de technische moeilijkheden, als wel het inschatten van de omstandigheden op de berg, het pad ernaartoe en de afdaling. Het weer is ook cruciaal. Het is heel erg moeilijk om het weerbericht goed te interpreteren. Daar is mijn partner een kei in, ik niet. Maar de omstandigheden plus de weersvoorspelling bepalen wel of je een bepaalde beklimming veilig kunt doen of niet. Veel mensen gaan hiermee de mist in. Die vertrekken zonder stijgijzers naar een route en moeten dan bij een steil sneeuwveld omkeren. Of ze hebben zich vergist in het weer en komen midden in een wand in onweer terecht. Levensgevaarlijk.
Wat is je grootste bergprestatie tot nu toe?
De Huayna Potosí (6088 m) in de Cordillera Real in Bolivia. Die heb ik in 1986 beklommen met een vriendin en haar broer. Niet dat die berg zo moeilijk is, maar ik kan niet goed tegen de hoogte. Ik had veel moeite met het klimmen. Hoogteziekte maakt je extreem moe. We hadden veel tijd aan de acclimatisatie besteed, maar voor mij bleek dat nog steeds onvoldoende. Op de afdaling moesten we zo'n 30 meter stijgen naar een stuwdam. Als er iemand in de buurt was geweest die me die 30 meter omhoog had kunnen dragen, had ik daar zó 100 euro voor over gehad. Ik ben zelden zo kapot geweest. Maar toen we weer in La Paz waren, was de hoogte-ellende over en liep ik weer als een kievit.
Hoe motiveer je jezelf om op moeilijke momenten toch door te gaan?
Halverwege de Piz Badile noordkante. Foto Robert Eckhardt
Waardoor is je liefde voor bergen en klimmen ontstaan?
Vroeger reed ik paard en daar ontmoette ik mensen die vertelden dat ze in de bergen wandelden en dat ze dan een hele dag bergop wandelden. Dat leek me onvoorstelbaar, maar het plantte wel een zaadje van nieuwsgierigheid. Toen ben ik boeken over de bergen gaan lezen. Later hoorde ik over de alpenvereniging en toen is het gaan rollen. Maar misschien is mijn bergenliefde ook wel ontstaan door de tv, toen ik samen met mijn vader naar documentaires van Reinhold Messner keek.
Wie is je voorbeeld (en waarom?)
Reinhold Messner was aanvankelijk mijn voorbeeld, want zijn boeken waren de eerste bergenboeken die ik las. Toen ik andere boeken ging lezen drong het tot me door dat Messner helemaal niet zo goed schrijft en dat hij wel erg met zichzelf is ingenomen. Messner is echt baanbrekend geweest in het klimmen, maar Christophe Profit en Cathérine Destivelle passen meer bij mij. Als ik in het begin van Cathérine's bestaan had afgeweten, zou zij ongetwijfeld mijn grote heldin geweest zijn.
Welke berg zou je ooit nog eens willen beklimmen?
De Salbitschijen in de Urner Alpen in Zwitserland.
Welke andere bergsport lijkt je uitdagend om een keer te doen?
Geen enkele. Wat mij aantrekt in de bergen heb ik al gedaan of doe ik nog steeds. Ik mis geen nieuwe uitdagingen. Ik hoef ook niet zo nodig alles uit te proberen.
Heb je nog een bijzondere of onbekende wandeltip?
Ga eens naar het kanton Appenzell in Noordoost-Zwitserland. Daar ligt Alpstein, een prachtig gebergte waar je meestal begin juni al terecht kunt. Maar let op: Alpstein ligt weliswaar niet zo hoog, maar dat wil niet zeggen dat alle paden makkelijk zijn. Je hebt daar hele makkelijke paden, maar ook hele enge. Kwestie van goed op de kaart kijken en een gidsje raadplegen. Trouwens, je kunt er ook fantastisch klimmen. Ook ten oosten van het Lago di Lecco, een zijarm van het Lago di Como, kun je al vroeg in het jaar fantastisch wandelen en klimmen, in de Bergamasker Alpen. Wij hebben daar in mei gewandeld en een keer in november geklommen in de brandende zon.
Heb je weleens vreemde dingen meegemaakt in de bergen?
Het gekste dat ik heb meegemaakt waren drie mannen in T-shirt en korte broek, vergezeld van twee jongetjes van zo'n zeven jaar, die aan het eind van de dag bezweet bij een onbemand hutje in Ticino aankwamen. Ze hadden helemaal niets bij zich, op een gigantische mandfles na. Geen idee wat daar in zat; die mannen maakten geen dronken indruk. Ik was trektochtleider bij de NKBV en zat met een groep in de hut. Die kerels maakten gebruik van de noodtelefoon om hun vrouwen te bellen. In onze groep brak de paniek uit (omdat ze het een vreemde situatie vonden), terwijl er eigenlijk niets aan de hand was. Wij sliepen namelijk in het ene gebouwtje en die mannen in het andere. Ik dacht dat ik iedereen wel gesust had, maar de volgende dag bleek dat niet het geval, want een van de deelnemers, een voormalig militair, had zijn geld en zijn paspoort onder zijn matras verstopt omdat hij bang was. Toen we al lang en breed in het dal waren, kwam hij erachter dat zijn spullen nog onder het matras lagen. Hij is teruggegaan en heeft later bij de NKBV een klacht tegen mij ingediend omdat ik niet was meegegaan. Hij was namelijk onderweg in een zware onweersbui terechtgekomen en nog banger geworden.
Noes over zichzelf:
Graniet is ruw. Na 30 touwlengtes zaten mijn vingers vol kloofjes en wondjes.