Bijzonder ski-avontuur in Zweden
Ik heb even genoeg van besneeuwde bergtoppen. De vakantie is voorbij, alle skiërs zijn naar huis. Vier weken lang werkte ik dagelijks onafgebroken in de kiosk. Entreepassen verkopen, skiërs uit hun huurschoenen trekken etc. Maar nu, eindelijk vrij! En dan komt mijn baas: “Oh ja, trouwens… had ik al gezegd dat er morgen een schoolklasje komt skiën?”
Nee, dat had hij dus niet.
Het blijkt een excursie voor probleemjongeren uit Stockholm te zijn. “Waarschijnlijk geen lieverdjes”, denkt collega A. “Ze hebben niet voor niks zoveel begeleiders.” Brutale ADHD-rotjochies, onhandelbaar, onopgevoed, waarschijnlijk criminele achtergrond…
Voor ik uitgefantaseerd ben, stopt het busje voor de kiosk. Uitgelaten springen tien ettertjes in de sneeuw. Chaos. Ineens liggen overal schoenen, skistokken en valhelmen. Als alles eindelijk is opgeruimd, wissel ik met een collega om zelf even te gaan skiën. Ik ben geen prof. Daarom kies ik, in tegenstelling tot ‘dat tuig’, de makkelijkste piste. Het is mistig, ik kan niet ver naar beneden kijken. Toch geniet ik van de mysterieuze atmosfeer.
Maar dan… ik val. Mijn rechterski schiet los, eindigt onder een dikke laag sneeuw. Ik graaf de ski uit. Nu zijn mijn handen ijskoud, ik krijg de lat niet meer onder de schoen. En waar zijn mijn skistokken? Als ik eindelijk overeind sta, schiet de schoen weer los en maak ik een tweede smakker in de sneeuw. Deze keer knakt mijn enkel. Au! Paniek!
Ineens staan er drie schooljongens. “Je was al een uur boven, we zijn maar gaan zoeken”, zegt de een. De anderen krabben het ijs uit mijn binding. De jongen duwt zijn eigen skistokken in mijn handen. Ik word omhoog gehesen, op de ski’s gezet en mijn eigen privé-escorte helpt me naar beneden. De rest van de middag komen ze steeds bezorgd vragen hoe het met me gaat. “Jättebra!” zeg ik.
Dit verhaal is ingezonden door Linda Schilt voor de Bergwijzer-schrijfwedstrijd met als thema: Een bijzondere ontmoeting in de bergen.