BergeSeenTrail door het Oostenrijkse Totes Gebirge, grammenjagend door de bergen
De diepblauwe meren en het grillig gevormde kalkgebergte van de Oostenrijkse regio Salzkammergut oefenen een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op bergsport- en waterliefhebbers. Historisch gezien was dit gebied al in de ijzertijd (Hallstatt-cultuur) belangrijk vanwege het zoutgesteente. Van de 13e eeuw tot 1918 was de zoutwinning een van de belangrijkste inkomstenbronnen voor de Habsburgse keizers. De zoutwinning speelt vandaag de dag nog steeds een grote rol, maar de regio heeft zich sinds de tijd van keizer Franz Joseph I, die van Bad Ischl zijn zomerresidentie maakte, ontwikkeld tot een populaire vakantiebestemming. Ondanks het toerisme heeft het Salzkammergut de oude tradities behouden: wie hier in klederdracht gekleed gaat, doet dat niet voor de toeristen, maar uit trots op de eigen identiteit.
Het Totes Gebirge in de regio Salzkammergut is met ca. 1125 km2 het grootste kalk-karstplateau van Midden-Europa. De BergeSeenTrail, waar wij een deel van liepen, is als een wandelroutenetwerk uitgezet en omvat 23 etappes: klassieke etappes, alpiene etappes en regionale etappes. Het alpiene deel gaat door het hart van het Totes Gebirge, de overige etappes lopen onder andere langs de grote meren in de lagere regionen: het romantische landschap van Keizer Franz Joseph I en Keizerin Sisi. Wij stelden zelf een route van vier dagen samen van Bad Aussee naar Bad Ischl. Omdat deze Trail geen rondje is, maar uit een netwerk van paden bestaat, kun je makkelijk zelf een route samenstellen. Met een vooruitziende blik heeft de organisatie van de Trail al enkele kant-en-klare routes bedacht.
Totes Gebirge
Zo’n 250 miljoen jaar geleden was het Totes Gebirge een zee. Door klimaatverandering droogde de zee op, maar het zout en het kalk bleven achter. Onafzienbare hoeveelheden zout- en kalkgesteente. Het zout zit verborgen in het kalkgebergte, dat in de miljoenen jaren daarna door erosie is geworden wat het nu is: een wondere wereld van karst vol diepe gaten, brede spleten, vlijmscherpe randen en intrigerende rotswanden. Verwacht geen makkelijke paden.
De naam Totes Gebirge betekent ‘dood gebergte’, ofteweel waar niets groeit. Dat geldt echter niet voor het deel waar de BergeSeenTrail loopt, het lagere deel van het gebergte. Het echte ‘dode gebergte’ ligt ten oosten van onze Trail, daar liggen de hoogste toppen. Op de Trail ervaar je het ‘dode gebergte’ het beste voorbij de Wildensee, rondom de Rinnerkogel.
Het verslag van de vierdaagse trektocht die Noes over de BergeSeenTrail liep, lees je in Bergen Magazine 2 van 2024. Dat nummer niet missen? Neem voor 14 april 2024 een abonnement, dan krijg je het nummer met Noes' verhaal thuisgestuurd!
Padloos lopen op karst
De alpiene etappes van de BergeSeenTrail door het Totes Gebirge zijn uitdagend. Niet vanwege de grote moeilijkheden zoals supersmalle passages of bloedsteile puinhellingen, maar omdat grote delen padloos door geaccidenteerd rotsterrein gaan. Je moet elke stap uitkijken waar je je voeten neerzet en regelmatig een paar stappen klimmen. Bovendien ben je voortdurend aan het balanceren om je evenwicht te bewaren. Dat is vermoeiend en vergt continu de volle concentratie. Daar krijg je een grandioos landschap voor terug.
Beste periode
Juni t/m september. Begin juni en vanaf half september kunnen de hutten vanwege slecht weer gesloten zijn. Ook al heb je gereserveerd, controleer altijd of de hut daadwerkelijk open is aan het begin en het einde van het seizoen. Als het regent of sneeuwt, wordt de rots spekglad. Bovendien zijn de markeringen bij sneeuw slecht of helemaal niet te zien en dat is in het hart van het karstgedeelte ronduit gevaarlijk. Je raakt de route heel makkelijk totaal kwijt en kunt ook in een gat vallen. Sommige gaten in het karst zijn heel erg diep.
Vervoer
Trein Bad Ischl – Bad Aussee, ca. 40 min. Diverse taxibedrijven Bad Aussee – Loserhut, en Rettenbachalm – Bad Ischl. B.v. Taxi Andrea O. Gasperl, Bad Aussee, , (+43) (0)664 2000 902. Of Taxiunternehmen Promberger, Bad Ischl, www.taxipromberger.at, (+43) (0)6132 27027.
Naar het begin van de route
Wij overnachtten in Bad Ischl, lieten de auto daar (betaald) staan en reisden per trein in 40 minuten naar Bad Aussee. Per taxi reden we naar de Loserhütte.
De route
Dag 1: Loserhütte (1540 m) – Loser (1838 m) – Hochanger (1837 m) – Loserfenster – Loseralm – Loserhütte (1540 m). T3, 7 km, 3.30 uur, ca. 700 m stijgen en dalen.
Een prachtig rondje vanuit de Loserhütte (die beroemd is om de Cremeschnitte die een beetje lijkt op onze tompouce). De Panoramaweg vanuit Bad Aussee eindigt bij de Loseralm, een bergrestaurant met een grote parkeerplaats die wat hoger ligt dan de Loserhütte. Er zijn ook parkeerplaatsen bij het begin van het pad naar de Sisi Klettersteig en bij de Loserhütte. In de zomer van 2024 kun je nog per auto naar boven, maar in het winterseizoen van 2024 wordt een nieuwe kabelbaan geopend en dan kunnen auto’s beperkt naar de Loseralm.
De Sophie Klettersteig werd in 2016 geopend en is geschikt voor beginners. Hij start vlak bij de Loseralm (moeilijkheidsgraad: C) en de aanlooptijd is 5 minuten. Deze klettersteig is vernoemd naar Sophie, de jongere zuster van Keizerin Sisi.
De Loser-Panorama-Klettersteig Sisi werd in 2007 geopend, ter nagedachtenis aan Keizerin Sisi, die de Loser meermaals beklommen heeft; het was haar lievelingsberg. Deze via ferrata is veel moeilijker (D) en alleen geschikt voor ervaren ferratisten. Niet alleen vanwege het steile, smalle paadje naar het begin (30 minuten), maar ook omdat je deels loodrecht omhoog klimt en de afstanden tussen de voetsteunen op enkele punten vrij groot is. Je moet geen hoogtevrees hebben. Voor beide routes: volledige klettersteiguitrusting nodig.
Frowin Fajtak: “De Sisi-Klettersteig is een van mijn lievelings-klettersteige, omdat er alleen voetsteunen zijn aangebracht op plekken waar geen natuurlijke rotsgrepen en -treden voorhanden zijn. Daarom moet je in sommige passages rotsklimmen. De sleutelpassage zit in het bovenste gedeelte, daar waar velen al moe zijn. Het is een kort, licht overhangend stuk waarop je op wrijving moet klimmen.”
Dag 2: Loserhütte (1540 m) – Bräuningalm (1609 m) – Bräuningzinken (1899 m) – Bräuningalm (1609 m) – Hochklapfsattel (1489 m) – Augstwiesenalm (1420 m) – Albert Appelhaus (1638 m). T3, 13 km, 5.30 uur, ca. 860 m stijgen, ca. 725 m dalen.
Op de Bräuningalm staat, vlak bij het pad naar de Bräuningzinken, een almhut met een bank ervoor. Een eindje voorbij de alm begint de Karl-Stöger-Steig, een smal pad dat het begin van de karstzone aanduidt. Vanaf hier tot de Augstwiesenalm loop je bijna overal op karstgesteente. Dit is een wondermooi, maar vermoeiend stuk. In het Albert Appelhaus was het druk, maar niet vol bezet. Bij warm weer moet je opletten dat degene die boven slaapt het piepkleine raampje niet dichtdoet. Tanja en ik zijn bij wijze van spreken bijna gestikt, zo benauwd was het. We kwamen er ’s morgens pas achter dat het raampje was dichtgedaan.
Dag 3: Albert Appelhaus (1638 m) – Wildenseealm (1525 m) – Wildensee (1534 m) – Ebenseer Hochkogelhaus (1558 m) – Hochkogel (1591 m). T3, 14 km, 5 uur, ca. 770 m stijgen, ca. 840 m dalen.
Prachtige etappe. Eerst door een bos naar de Wildenseealm, waar de Wildenseehütte staat. Dat is een privéhut, die alleen toegankelijk is voor leden en dat zijn niet de leden van een alpenclub. Voorbij de Wildensee, een heerlijk rustpunt en een magnifiek meertje, begint het karst dat doorloopt tot vlak bij het Hochkogelhaus. Hier loop je een stuk door een volkomen lichtgrijs landschap waar helemaal niets groeit. Je kunt de Rinnerkogel beklimmen. Dat was ons aangeraden, maar wij waren blijkbaar te veel onder de indruk van het landschap en hebben de markering naar de top over het hoofd gezien. Het Hochkogelhaus ligt tussen de bomen; de Hochkogel is tien minuten verderop. Het is niet echt een topje dat boven het landschap uitsteekt, maar een heuvel met aan de achterkant een enorme, steile wand. Er is een geïmproviseerd bankje op het topje.
Dag 4: Ebenseer Hochkogelhaus (1591 m) – Ischler Hütte (1368 m) – Rettenbachalm (629 m). T3, 12 km, 3.30 uur, ca. 320 m stijgen, ca. 1220 m dalen. Inclusief de Schönberg is het 540 m extra stijgen/dalen, ca. 3 uur. Vanaf het Hochkogelhaus zijn er 2 routes de Schönberg op: de moeilijkste route (routenr. 230) – met een smalle passage en enigszins onoverzichtelijk terrein waarin je goed op de markeringen moet letten – loopt via het Feuertal. De tweede route is makkelijker (routenr. 227) en loopt meer rechtstreeks naar de top.
Rechtstreeks naar de Ischler Hütte (zonder de Schönberg te beklimmen) loop je op een rotsachtig pad. Vanaf de hut op gewone bergpaden en hier en daar een jeepweg naar de Rettenbachalm. Vervolgens op jeepwegen en asfalt naar Bad Ischl.
Noes ging tijdens haar trektocht over de BergeSeenTrail zo licht mogelijk op pad. Dat betekende grammenjagen! Maar hoe doe je dat? In dit artikel deelt Noes haar tips.
Klettersteige
Er zijn in het gebied behalve de Sisi- en de Sophie-Klettersteig nog veel meer via ferrata’s. Als je ‘Klettersteige Totes Gebirge’ intypt, krijg je een heleboel hits.
Slapen
Kaarten
- Alpenvereinskarte 15/1, Totes Gebirge West, 1:25.000. Hier staat bijna alles op, behalve het allerlaatste stuk van de Rettenbachalm naar Bad Ischl; dat stuk deden wij per taxi.
- Mayr XL Edition, Bad Ischl, Bad Goisern, Wolfgangsee, 1:25.000
Taart eten
Taartliefhebbers kunnen terecht bij Konditorei Zauner in Bad Ischl en zullen dat niet betreuren.
Drinken in het Totes Gebirge
Tip van Frowin Fajtak, bergwandelgids met als belangrijkste werkgebied het Totes Gebirge: “Neem altijd minimaal anderhalve liter water mee, óók als het regent. Een bron/kraan met drinkwater is een zeldzaamheid.”
Europese Cultuurhoofdsteden 2024
Dit jaar (2024) zijn Bad Ischl in Oostenrijk, Bodø in Noorwegen en Tartu in Estland de Culturele Hoofdsteden van Europa. Niet alleen Bad Ischl profiteert van die titel, maar in feite het hele Salzkammergut. Er is een groots programma opgezet. Wie door de bomen het bos niet meer ziet, kan een stadsgids nemen.
Frowin Fajtak staat als enige man tussen alle vrouwelijke gidsen. Hij voorzag ons in het Appelhaus van een schat aan waardevolle informatie en bovendien kent hij het Totes Gebirge door en door. Wij hadden geen afspraak met Frowin, maar kwamen hem daadwerkelijk toevallig tegen in het Appelhaus.
Meer weten over...
- De BergSeenTrail?
- Het programma van Bad Ischl als Culturele Hoofdstad?
- De zoutmijn Altaussee?
- De villa van aartshertogin Sophie?
Filmtips over het Salzkammergut
- Aanrader: de film ‘Ein Dorf wehrt sich’, over de Hitlers roofkunst die hij verborg in de zoutmijn bij Altaussee en hoe die gered werd. Helaas zonder ondertiteling en in onvervalst Oostenrijks:
- Hollywoodfilm ‘The Monumentsmen’, ook over de roofkunst, maar in deze film heeft de maker zich veel vrijheden veroorloofd aangaande de waarheid.
- Film ‘Die Fälscher’, over de vele kisten vals geld die in de Toplitzee gegooid zijn.