Cima Capi Klettersteig - Taco Vos

Klettersteigen bij het Gardameer: Voorpret!

Rondom Riva del Garda, aan de uiterste noordpunt van het Gardameer, bevinden zich meer dan vijftien via ferrata’s. Sporen van de Eerste Wereldoorlog zijn overal te vinden. Door de oude stellingen op de Cima Capi en de tunnels van Cima Rocco lopen vier eenvoudige klettersteigroutes.

Het hele verhaal lees je in Bergen Magazine 4 van 2018, hier lees je vast een preview!

Tekst & foto’s Taco Vos

Ik start in het centrum van Riva en wandel over de verharde weg naar Bastione. Vanaf hier heb je een prachtig uitzicht over de daken van Riva en het Gardameer. Daarna slingert een wandelpad steil omhoog naar de Capanna Santa Barbara. De witte kapel ligt links. Om bij de via ferrata te komen houd ik rechts aan. Na ruim anderhalf uur lopen door het bos sta ik eindelijk aan het begin van de route. Het is helaas een mistige dag waardoor het uitgestorven is op de berg.

De eerste gezekerde passages zijn kort en niet al te moeilijk. Opeens sta ik aan de voet van een vrijwel loodrechte wand waar een ladder tegenaan geplakt is. Ik moet even slikken, de ladder ziet er niet echt stevig uit. Halverwege voel ik dat het inderdaad een gammel ding is, niet geschikt voor mensen met hoogtevrees. Op een klein metalen plateautje stap ik over op de tweede ladder die nog steiler is. Nu ben ik blij met de mist, de diepte gaat zo verloren. Niet ver voor het einde van de via ferrata bevindt zich de meest bijzondere van de acht grote ladders. Het is er eentje die hogerop wel lijkt over te hangen. De eerste twintig meter is hij schuin zoals een ladder van een glazenwasser tegen een huis. Maar dan wordt hij loodrecht. Het ziet er uit als een stuk van de Python-achtbaan in de Efteling. Met twee karabiners klik ik mij in aan de staalkabel, zoals het hoort. Eenmaal bovenaan de trap haal ik opgelucht adem. 

Ik ben net omhoog geklommen door de ruim 1200 meter hoge zuidoostwand van de berg. De Via Ferrata Che Guevara is met zijn 1400 meter aan staalkabels en treden de langste via ferrata van de  wereld. Het begin van de tocht is niet echt inspirerend. Ik wandel [JV1] door een bos waarbij je steeds uitzicht hebt op de steengroeve van Onorati. Het bedrijf heeft een gapend gat geslagen in de bergwand en er wordt ook nu nog volop steen gedolven. Gelukkig bereik ik na een half uur het bord dat het begin van de klim markeert. De gordel en klettersteigset gaan aan, de helm op. Het begin is gelijk het moeilijkste deel. Het gaat over een aantal steile passages waarbij mijn spieren voor het eerst echt aan het werk moeten. Als het eerste lastige stuk erop zit, weet ik dat ik de rest van de route ook aankan. Technisch gesproken dan. Want de uitdaging van ’s werelds langste ligt niet in zijn moeilijkheidsgraad maar in zijn lengte.

Het is bewolkt als ik verder naarboven klim. Er is verder niemand. Hoe hoger ik kom, des te fraaier het uitzicht. In het dal zie ik verschillende meren liggen, waaronder het langgerekte Lago di Cavedine en het ronde Lago Tobline.

Op verschillende hoogtes hebben de bouwers van de via ferrata de exacte hoogte op de wand geschilderd. Handig want in de enorme wand raak ik elk gevoel voor hoogte en tijd kwijt. Of ik nu omhoog of omlaag, links of rechts kijk, alles is rotswand.


Het hele verhaal lezen? Je vindt het in Bergen Magazine 4 van 2018

Wil je nooit meer een nummer missen? Neem dan nu een abonnement!

Ben je beniewd naar hoe je langer met je rugzak doet?

Beniewd waarom Innsbruck zo populair is onder de jongeren?

Lees hier wat steenmannetjes zijn en waar ze vandaan komen