Preview: Palmbomen & woest hooggebergte
‘La dolce vita’ kent vele verschijningsvormen. Voor iemand als ik, die valt voor de betovering van het klimaat, het eten en het decor van een van de wildste gebergten in Europa, is er geen zoeter leven dan een weekje Trentino in het voorjaar. Lekker met zijn allen griezelen bij berenpoep, sneeuw om je oren voelen, onder de palmen uitrusten, heerlijk eten en de bergen ook nog eens vanaf het water bekijken – wat wil een mens nog meer?
Tekst Mark van Hattem
De laatste dag. We lopen gestaag omhoog naar de Punta dei Lairici, hoog boven het Gardameer. We hebben het bestrate bospad, waar talrijke mountainbikers omhoog zwoegen, inmiddels verruild voor een heus geitenpaadje, dat zich omhoog slingert door de struiken. Het gaat daarbij vrij steil en af en toe moet ik even roepen naar de jongens boven ons dat ze op ons wachten. Die hebben zich voorgenomen zich niet te laten kisten: onze natuurgids Andrea Rosa is een jonge enthousiaste knul, en Max en Tom willen niet voor hem onderdoen en laten zien wat ze kunnen. Dat kan vandaag prima, want het hoogteverschil vanaf Riva del Garda – waar je temidden van de palmen je wandeling begint – naar de Punta dei Lairici is ongeveer 900 meter en die krijg je niet cadeau.
Betoverend mooie bergomgeving
We waren onze vakantieweek begonnen aan de voeten van deze bergen, die ik dacht te kennen: vele stappen heb ik in de bergzomers van mijn verleden daar achter gelaten. Maar wat zijn deze bergen in het voorjaar anders. De bossen zijn enigszins grauw, maar her en der begint het groen te ontluiken; de almen zijn lichtgroen, met fris en monter gras dat op grote afstand te zien is; daarboven begint de sneeuw, en de rotspieken van de Brenta Dolomieten zijn gehuld in mist. Betoverend mooi. Ik kan mij geen wildere bergomgeving voorstellen: het is alsof de bergen grootser zijn dan in de zomer, alsof je er nu werkelijk de volle omvang van ervaart. Doorgaans is de sneeuwgrens begin mei al zo ver opgeschoven, dat het mogelijk is om dagtochten te maken naar de almweiden. Soms is een enkele hut bereikbaar, maar meestal zijn de hogere overgangen nog onbegaanbaar.
Met kloppend hart
In het park van de Brenta Dolomieten leven tussen de vijftig en zeventig beren in het wild. Wij hadden op onze tocht naar de prachtige alm van de Malga Ceda Basso (1500 m) al aan het begin van het pad een bordje gezien dat waarschuwde voor rondlopende beren – gelukkig gaf het ook uitleg wat de beste handelswijze zou zijn, mochten wij er eentje tegenkomen. Daar hadden wij niet echt trek in. Na een werkelijk idyllisch verblijf op de alm – zonnetje, beekje, goede gaven uit de rugzak, wat spelen en zonnen – hadden wij in het begin van de afdaling eerst al een ontmoeting met een wegglibberende slang (adder?) en vervolgens kwamen wij een hoopje mest tegen van een vorm die ons onbekend was. Als Nederlanders hoef je ons niets te vertellen over koeien- of paardenvlaaien, maar deze– als een soort uiteenvallend stokbrood – konden wij niet thuisbrengen. Een beer? Het zou kunnen. De poep leek niet zo heel oud. Ik maakte een foto, zodat we later aan de experts naar de ware eigenaar konden vragen. Enigszins op hun hoede liepen de kinderen de rest van het pad naar beneden, en wij waren vanaf dat moment gespitst op elk geluid. Natuurlijk hoorden wij de nodige onverklaarbare geluidjes, kwamen er stenen naar beneden rollen zonder dat iemand van ons daar een oorzaak voor kon verzinnen, en kwamen zo met kloppend hart beneden aan.
Het hele verhaal lezen? Je vindt het in het februarinummer van Bergen Magazine. Vanaf 10 februari overal verkrijgbaar!
Dit nummer thuis ontvangen, maar nog geen abonnee? Neem vóór maandag 30 januari 16:00 een abonnement. Profiteer van de speciale aanbieding: een jaarabonnement op Bergen Magazine van € 29,50 voor slechts € 22,50 + 3 welkomstcadeaus!
Benieuwd wat er nog meer in het komende nummer staat?
Preview: SCHEPPINGSKRACHT IN DE TYRREENSE ZEE
Preview: CHAPADA DIAMANTINA: DIAMANTKOORTS IN DE PATIVALLEI