Zo pas je je rugzak

Op een aantal zaken bespaar je niet voor je bergvakantie: je schoenen en je rugzak. Maar net als het kiezen van een goed paar schoenen, is het kiezen van een geschikte rugzak niet altijd eenvoudig. Elke rugzak voelt anders en hoewel je het meteen merkt als een rugzak écht slecht zit, is het soms lastig om te bepalen wanneer een rugzak wel goed zit. We vroegen aan Dan Jenkin, ontwerper bij Lowe Alpine, waar je op moet letten bij het passen van de juiste rugzak.

Wat ga je doen?

De eerste vraag die je jezelf moet stellen als je een nieuwe rugzak koopt: wat ga je er mee doen? Verschillende materialen, technische rugpanden en natuurlijk de formaten hebben zo hun voor- en nadelen bij verschillende activiteiten. Ga je veel verschillende activiteiten ondernemen, of weet je simpelweg niet wat je wil gaan doen? Dan zijn er gelukkig nog allround rugzakken die de eigenschappen van al die specialistische rugzakken delen.

Het rugpand

Een van de belangrijkste onderdelen van je rugzak is het rugpand. Het rugpand is als het ware het fundament van je rugzak: het geeft stevigheid, verdeelt het gewicht over je lichaam waardoor alles minder zwaar aanvoelt en tot slot moet een rugpand er ook nog voor zorgen dat er bij je rug ventilatie mogelijk blijft, zodat je niet begint te zweten als een otter.

Belangrijk bij je zoektocht naar een passend rugpand is de lengte. Als het rugpand te kort of te lang is, wordt het gewicht niet goed verdeeld en werkt zo’n rugpand juist averechts. Het rugpand dat Dan ontwierp voor de Altus-rugzak heeft de vorm van een tennisracket, waarvan de aanzet van het (spreekwoordelijke) ‘handvat’ op de plek zit waar het rugpand overgaat in de heupgordel. Zo brengt het rugpand een groot deel van het gewicht van de rugzak over op je heupen, waar je (ongemerkt) de meeste kracht levert. Dat is daarmee dus een ideale verdeling van het gewicht, maar niet als dat rugpand te hoog of te laag eindigt. Dan brengt dat rugpand het gewicht juist op een plek waar je al die kracht niet kan leveren. 

Staar je bij je zoektocht naar het perfecte rugpand overigens niet blind op specifieke mannen- of vrouwenmodellen. Het belangrijkste is namelijk dat de rugzak goed zit. En als je als vrouw nou beter af bent met een mannenmodel, of andersom… wie houdt je tegen?

Hoe lang is je rug?

Dat kom je zo te weten: Plaats je handen op je heupen met je vingers naar je buik en je duimen naar je rug. Sluit je vingers en plaats je handen zo dat je middelvinger op gelijke hoogte is met je heupbot. Dat is de plek waar straks ook de heupband van je rugzak op zal rusten en dat is de plek waar het grootste deel van het gewicht van je rugzak terecht moet komen.  Ga goed rechtop staan en buig je hoofd. Een ander kan nu met het meetlint de afstand tussen de zichtbare botjes [JV3] bovenaan je schouders tussen je schouderbladen, tot de plek ter hoogte van je duimen meten. Nu weet je de lengte van je rug, met de maattabel kun je nu een rugzak met de goede lengte kiezen.   

Gewicht

Als je een rugzak past, moet je alles zo veel mogelijk laten lijken op een echte situatie. En dat betekent dat er ook gewicht in de rugzak moet. Een betere buitensportzaak heeft altijd een setje zandzakjes van diverse gewicht klaar liggen. Drukt de rugzak op je schouders? Zit alles juist te los op je heupen? Dat soort dingen voel je alleen met gewicht en vulling in de rugzak. Probeer het gewicht zo veel mogelijk te verdelen zoals je dat ook tijdens je huttentocht zou doen. Wees ook niet te zuinig met dat gewicht. Sommige rugzakken zitten juist pas lekker als ze enig gewicht hebben. Een lege rugzak zwabbert over je rug en kruipt omhoog als je eens een keer je benen hoog op moet trekken, of diep moet bukken. De Altus die Dan ontwierp, zat pas lekker toen ik er toch zeker zo’n zeven à acht kilo in had gestopt.

Heupgordel, hengsels, compressiebanden

Met het rugpand op een goede lengte en met wat gewicht in de tas, kun je die nog niet zomaar omhangen. Bij een rugzak die ‘vers’ uit de fabriek komt, zitten vaak alle bandjes, hengsels en andere zaken nog helemaal strak aangetrokken. Die moeten los. Zo los mogelijk. Allemaal, ook de schouderbanden!

Daarna kun je je tas omhangen. Breng de heupgordel op de hoogte waar je bij het meten van je ruglengte je handen hield. Over de randen van je heupbeen dus. Trek je heupgordel zo aan dat je rugzak stevig, maar niet te strak tegen je rug aan zit en de rugzak zeker niet naar beneden zakt. Daarna breng je je schouderbanden op maat. Hierbij is het zaak deze niet te strak aan te trekken, anders verplaats je het gewicht van je heupen naar je schouders.

Pas als de hengsels goed op maat staan, sluit je het bandje over je borst. Daarmee stabiliseer je de schouderbanden. En tot slot kun je de compressiebanden aantrekken. Daarmee zorg je ervoor dat het gewicht in je tas in evenwicht blijft en dat je tas niet gaat schommelen.