De Camí Ignasià, in de voetsporen van Ignatius

Pelgrimstochten zijn de laatste jaren steeds populairder geworden. Niet alleen omdat mensen op zoek zijn naar een religieuze ervaring, maar ook de ‘gewone’ wandelaar kan de pelgrimstochten steeds meer waarderen. De pelgrimsroute naar Santiago de Compostella is welbekend, maar er zijn meer pelgrimsroutes in het noorden van Spanje. Op de Camino Ignaciano, of zoals de Catalanen zeggen de Camí Ignasià, wandel je in de voetsporen van Ignatius.  

De Camí Ignasià is vernoemd naar de Spaanse ridder Ignacio de Loyola. Toen hij tijdens een gevecht bij Pamplona gewond raakte, veranderde hij in een vroom  man. Die devotie uitte hij door een pelgrimstocht te ondernemen. Niet richting Santiago de Compostella, zoals veel van zijn tijdgenoten deden, maar de andere kant op; richting Barcelona en van daar verder naar Jeruzalem. De route bestaat nog steeds en wie vandaag de dag die route loopt, zal net als Ignacio de Loyola vooral mensen tegenkomen die de andere kant op lopen.

In de voetsporen van Ignacio

De Camí Ignasià bestaat uit 27 etappes. Bij elkaar is de pelgrimsroute zo’n 600 kilometer lang. De hele route loopt over gemarkeerde paden. Onderweg kom je door de provincies Euskadi, la Rioja, Navarra, Aragón en Catalonië, waar je de laatste 185 kilometer loopt. Het beginpunt van de route ligt nog steeds op de plek waar Ignacio zelf zijn tocht begon. De meeste pelgrims die de tocht ondernemen eindigen hun pelgrimage in Manresa, in de grot waar Ignacio zelf ook verbleef. Zo treed je dus letterlijk in de voetsporen van Ignacio. Overigens hoef je niet meer zoals Ignacio te voet op pad, je kan ook met de fiets of te paard. Overigens gaan de meeste mensen wel nog steeds te voet.

Erfgoed langs de route

Omdat de route nog vrij nieuw en onbekend is, kom je veel minder pelgrims tegen, dat betekent ook dat je minder accommodaties onderweg tegenkomt dan bijvoorbeeld op de routes naar Santiago. Maar net als op de grote bekende route kom je langs uniek erfgoed uit de wereldgeschiedenis. De route maakt gebruik van de vroegere koningsroute tussen Aragón en Catalonië. In de stad Lleida kom je langs de Seu Vella. Die kathedraal kijkt uit over de hele stad en de landerijen daaromheen; de ‘Terres de Lleida’. In het dorpje Bellpuig kom je nog langs het convent van Sant Bortomeu dat met alle kleuren die in het gebouw zijn verwerkt met recht een architectonisch meesterwerk genoemd mag worden.