Home » Blogs

Buitengewoon Gewoon

9 juli, 2011 - 17:50 - Zoe Hart

Ik durf er om te wedden dat je denkt dat dit blog begint met een fantastische beklimming, met verhalen over gekliefd graniet, of een of ander geweldig wapenfeit … maar ik moet je teleurstellen. Dit blog gaat over ‘gewoon’ zijn, en dat bedoel ik niet als iets negatiefs, maar iets positiefs.

Een tijd geleden was ik namelijk aan het skypen met een vriendin die zei: “Ik ben bang gewoon te worden’. Ik zei dat dat gevoel wederzijds was, maar de ironie is dat we dan mogen denken dat we buitengewoon zijn, in de kern zijn gewoon ‘gewoon’.

Daar werd ik me vorige week tijdens mijn bruiloft bewust van. Ik heb nooit van een bruiloft gedroomd, wilde eigenlijk ook nooit trouwen, maar toen ik verliefd werd op een knappe man uit Québec realiseerde ik me dat het ‘gewone’ deel van me toch wel wilde trouwen. Ik wilde een soort van verbinding die paste in de sociale conventies, niet meer hoeven zeggen dat hij ‘mijn vriend’ is; daar was ik inmiddels te oud voor. Ik wilde dat hij met me ging trouwen, me zou vragen om met hem te trouwen en ik wilde dat hij met me wilde trouwen.

Afgelopen winter, op 2 januari, kwam de droom uit. Vanuit het niets: bovenaan de noordelijke route over de Aiguille des Pelerins, op de Col des Pelerins, sprong hij zomaar voorbij het zekeringspunt naar de andere kant van de col, waar de noordzijde van de Aiguille du Midi werd verlicht door de zakkende zon. Moe en koud kwam ik aan, mijn gedachten al bij de lange afdaling over de Rebuffat-Terray die we voor de boeg hadden en de invallende duisternis. Ik vroeg me af waarom hij in godsnaam voorbij het zekeringspunt naar de andere kant was gegaan. Hij haalde me over om ook aan die kant te komen, waar de zon scheen, en vroeg: ‘Prinses, mag ik je prins zijn voor de rest van je leven?’ Ik was stomverbaasd, had deze vraag totaal niet zien aankomen. Zeker niet op deze dag.

‘Wat bedoel je?’, stamelde ik in mijn angst wens met werkelijkheid te verwarren.
‘Wil je met me trouwen?’, antwoordde hij met een grote grijns op zijn gezicht.
‘Ja, natuurlijk.’ Ik begon gelijk te snotteren.
Een paar minuten duurde dit moment van gelukzaligheid, waarna de realiteit van de afdaling terugkeerde, een lange route in de schemering, met ankerpunten op plekken waar nog niemand was geweest, tussen grote, overhangende ijstorens, al ‘skiënd’ op onze klimschoenen. Een deel van me wilde het uitschreeuwen van geluk, een ander deel wilde mijn moeder bellen en weer een ander deel in me zei dat ik het zou verpesten als ik iemand iets zou vertellen voordat we in de stad waren. Ik had altijd van een romantisch huwelijksverzoek gedroomd maar met een paar honderd meter technische afdeling en een onoverzichtelijke route voor de boeg vervloekte ik mijn romantische gedachten.

Veilig terug in de stad en uitgerust stond ik mezelf het geluk toe en belde ik mijn moeder en familie. De datum was snel vastgesteld en al even snel werd ik een ‘gewone’ bruid met gewone dromen en gewone to do-lijstjes.

Zes maanden later (dat is nu twee weken geleden) kwamen onze families aan. Die van mij uit New York en New Jersey, die van Max uit het Canadese Montreal. Een week lang hebben we hen ons schitterende leven laten zien, met de bergen, onze vrienden en klimpartners. Hoogtepunt van de week was onze bruiloft op het treinstation van Montenvers boven het Mer de Glace. Die dag was ik een echte prinses, voor eens niet een ijsprinses, maar een echte prinses met Max als mijn prins.

Tijdens de rit in de trein die we normaal gesproken nemen om te gaan werken of klimmen dansten we. Terwijl de zon achter de Dru verdween, brachten we een toost met champagne uit, we zagen het vuurwerk terwijl de lucht veranderde van donkerblauw naar zwart met op de achtergrond de pieken die we samen hadden beklommen, we genoten van een dansende vriend die de accordeonist opzweepte (beiden collega-Mountain Guides), we luisterden naar hartverwarmende toosts die met een lach en een traan door familie en vrienden werden uitgebracht, en we dansten tot twee uur in de ochtend tot de trein ons allen weer naar huis bracht. Met een glimlach op onze gezichten en vermoeide ogen verlieten we de trein.

De volgende morgen werd ik wakker met het besef dat dat de beste dag van mijn leven was geweest. Om de bergen te delen met iedereen van wie ik houd, zonder last te hebben van stress of te hoeven afzien, was simpelweg geweldig. Max vroeg me of dit echt de mooiste dag van mijn leven was. Voor mijn trouwdag zou ik hem hebben geantwoord dat dat de dag was dat we samen Deprivation op Mount Hunter beklommen. Maar die ervaring ging gepaard met angst en stress en afzien gecombineerd met het gelukzalige gevoel van succes na afloop. Gisteren ging het om puur geluk in de bergen met mensen van wie we houden.

Maar die angst komt zeker terug op onze tochten. Gisteren nog, toen we omhoog gingen naar de Flamme De Piette, met compacte pieken van graniet op de flanken van de Dru, om een obscure route te klimmen, in de huilende wind met veel te weinig kleren aan. Voor we wisten waren we terecht gekomen op een ouderwetse moeilijke en angstige route, met een beperkte uitrusting en onvolledige zekeringen. Elk stuk klom ik met rillingen, denkend aan onze geweldige bruiloft en me afvragend waarom ik zo snel al weer aan het klimmen was.

Niet lang daarna ging de zon onder, we zaten aan een klein tafeltje met een kaars in de Charpeau Refuge, samen met Amerikaanse vrienden die waren gekomen voor onze bruiloft en gezamenlijke klimtochten. We aten boef bourguignon met gegratineerde aardappels en het smaakte zo goed. Mijn ogen waren zwaar, ik sliep als een baby en toen ik wakker werd besefte ik dat het mogelijk was om zowel gewoon als buitengewoon te zijn.

Meer inspiratie

Landen en gebieden: 

Lees hier een stukje berg geschiedenis

Benieuwd hoe jouw schoenen langer mee kunnen gaan?

Lees hier handige tips voor het wandelen in de bergen

Mee naar het Sarntal

Lees ons nieuwste nummer. Nu te bestellen!