Tour de France (berg)etappe 17, van Saint naar Saint

Waar etappe 16 nog flinke vlakke stukken kende, duiken de renners tijdens deze etappe op woensdag 23 juli van Saint Gaudens naar Saint-Lary Pla ‘d Adet dieper de Pyreneeën in. Hoewel er net zoveel gecategoriseerde klimmen zijn als de etappe hiervoor, zijn de cols vandaag een stuk uitdagender. De tourdeelnemers racen langs fantastische uitzichtpunten over de Pyreneeën en finishen op 1680 meter, het hoogste punt van de dag.

Beklimmingen in de 17e etappe

Na veertig kilometer redelijk vlak rijden, doemt de Col du Portillon op, een beklimming van 8,3 kilometer, met een stijgingspercentage van 7,1%. Niet lang daarna wordt de Col de Peyresourde beklommen, 13,2 kilometer met 7%, een uitdagende eerste categorie col. Vervolgens is de Col de Val Louron-Azet aan de beurt met een lengte van 7,4 kilometer met een stijgingspercentage van 8,3%. Er wordt gefinisht op de Montée de Saint-Lary Pla d’Adet, een klim van 10,2 kilometer met uitschieters naar 10% stijgingspercentage.

Heiligennamen en warmwaterbronnen

Er wordt gestart in de stad Saint-Gaudens, een sportieve, middelgrote stad aan de rand van de Pyreneeën. De renners hebben helaas geen tijd om na 13,5 kilometer te stoppen om de baden en warmwaterbronnen van Barbazan te bezoeken, maar koersen door richting de bergen. Ze passeren alweer een stadje vernoemd naar een heilige, Saint-Béat, dat bekendstaat om zijn jaarlijkse sculpturenfestival. Nabij een prachtig meer, Le lac de Génos-Loudenvielle, waar vele watersporten worden beoefend, bevindt zich Loudenvielle, waar de deelnemers na bijna honderd kilometer doorheen rijden. Het dorpje staat bekend om de natuurlijke warmwaterbronnen in de omgeving. Er wordt gefinisht op de berg Saint-Lary Pla ‘d Adet, nabij het gelijknamige dorpje en ski-resort. Het was het beste en mooiste ski-resort in de Pyreneeën.

Na deze etappe vol uitputtende beklimmingen, is de laatste bergetappe -  etappe 18 – in zicht, zo mogelijk nog veel uitdagender dan deze etappe.