Voorjaarsschoonmaak Everest voorlopig nog hard nodig
Komende weken zullen 16 bergbeklimmers uit 7 verschillende landen deelnemen aan de jaarlijkse Eco Everest Expedition (EEE). De alpinisten willen enkele tonnen afval van de ‘hoogste vuilnisbelt ter wereld’ halen.
Dit jaar gaat onder andere de 68-jarige Duitser Paul Thelen mee, die bovendien de top wil bereiken. Nooit eerder beklom Thelen de Mount Everest, wel de nabijgelegen Island Peak (6189 m) en de Aconcagua in Argentinië (6962 m). Ook was hij twee keer in het Everest basiskamp, op 5600 meter hoogte. Daar zag hij de ernst van de situatie onder ogen. "Men leeft daar in het vuil", zegt Thelen tegen de Duitse krant Die Welt. Er staan honderden tenten, het is er druk en lawaaiig.
Lijken
De Everest heeft te lijden onder zijn populariteit. Ondanks de schoonmaakacties die sinds 2008 jaarlijks worden uitgevoerd, moeten er nog tientallen tonnen afval op de berg liggen. Tenten, zuurstofflessen, poep, en niet te vergeten een aanzienlijk aantal lichamen van klimmers die het avontuur niet overleefden.
Die lichamen zullen Thelen en zijn collega’s echter niet mee naar beneden nemen: te zwaar en te gevaarlijk. De lijken liggen voornamelijk in de ‘zone des doods’ die op 7000 meter begint, daar hebben de schoonmakers hun handen vol aan het veilig stellen van hun eigen levens. Slechts enkele van de slachtoffers die hier elk jaar vallen, zijn ooit succesvol geborgen.
Milieubewust
Uiteraard willen de deelnemers van de EEE zelf niets achterlaten tijdens hun beklimming, ook hun ontlasting gaat mee terug naar beneden in speciale containers. Hoewel expedities steeds bewuster met hun materiaal omgaan, heeft Thelen er begrip voor dat er regelmatig zaken achtergelaten worden: “Op de Everest gebruik je boven een bepaalde hoogte nou eenmaal al je kracht voor het klimmen of veilig afdalen.”
Eind mei hopen de 16 ‘vuilnismannen’ weer veilig beneden te zijn gekomen, inclusief vele kilo’s afval.
