Foto Tim Howell

Tim Howell, Batman in de bergen

‘We kwamen elkaar tegen’ op Instagram. Op zijn account vond ik hartverzakkende foto’s waarop hij in een vleugelpak van een hoge rotswand de dieperik in springt. Wat bezielt iemand om als zich als Batman in de bergen te gedragen? We zochten contact met elkaar en ik mailde hem enkele vragen over deze zeer bijzondere bergsport.

Tekst  Jonathan Vandevoorde
Foto’s Tim Howell

Even kort voorstellen: Tim (26) is een Brit en mountain leader bij de Royal Marines, de Britse elitetroepen. Op het moment van het ‘interview’ is hij ergens in Belize aan het werk. Maar Amerika en Antarctica beschouwt hij evengoed als zijn werkterrein.

Je bent een rotsklimmer, alpinist én boulderaar. Een alleskunner?

Ik hou inderdaad van alle bergsportdisciplines, maar daarom ben ik niet echt goed in één sport. Mijn eerste trip naar de Alpen, naar Chamonix, voelde als een grote stap, een sprong voorwaarts ten opzichte van wat ik gewend was, de kleine bergen in Groot-Brittannië in de winter. Nu kom ik elk jaar terug naar de Alpen.

Hoe ben je er ooit op gekomen om van een berg af te springen?

De eerste keer was in Thailand waar ik aan het klimmen was. Klimmen en basejumpen gaan vaak samen. Ik kwam een ervaren klimster en basejumpster tegen en moest haar helpen om bij een exitpunt (een punt van waaraf gesprongen wordt, red.) te komen omdat haar kameraad zijn teen gebroken had en niet verder kon. Ik was verkocht. Ik had er toen al 25 parachutesprongen op zitten en wist dat ik ooit aan basejumpen wilde gaan doen, maar het duurde nog twee jaar voor mijn eerste sprong. Ondertussen doe ik nu al twee jaar.

Veel mensen denken dat het pure waanzin is om als Batman van een rots te springen. Wat drijft jou?

Het is een zeer berekende sport, al lijkt het voor een buitenstaander totale waanzin wat we doen. Er zijn trouwens allerlei BASE jumping-disciplines: met een parachute, in een vleugelpak (en met parachute) en zelfs binnen het springen in vleugelpak heb je onderdelen zoals proximity, acrobatics of terreinvliegen. Ik doe alles. De beloning is zo groot dat het de risico’s waard is. De uitdaging is wat mij motiveert en wat een sprong persoonlijk en uniek maakt.

Hoe vind je een plek om te springen? Hoe garandeer je de veiligheid?

De gemeenschap deelt heel veel informatie over exit points met elkaar om ervoor te zorgen dat springen voor iedereen veilig blijft. Voor een nieuwe sprong waarvoor ik geen gegevens kon vinden, zoals van de Grosse Zinne in de Dolomieten begin ik met een ‘rock drop’. Dan tel ik de seconden tot de grond voor de afstand en kijk ik of er onderweg geen uitstekende obstakels zijn. Dan moet je ook nog met factoren rekenen als wind, thermiek en mogelijke landingsplaatsen.

Wat gaat er door je heen als je langs een rotswand naar beneden suist?

Geconcentreerd hou ik langs de rots bepaalde ‘checkpoints’ in de gaten. Zo schat ik continu mijn snelheid en hoogte in en weet ik dat ik in een veilig vluchtpad zit. En tegelijk lach ik van oor tot oor!

Zijn er veel basejumpers?

De uitvinder van de sport bedacht een systeem waarop springers een nummer konden krijgen zodra ze alle vier de objecten van het acroniem ‘B.A.S.E.’ hadden gesprongen. Het is geen officiële lijst maar wel een traditie. Het getal staat nu op meer dan 2000. Sommigen springen echter niet alles, anderen doen het alleen in vleugelpak, dus ik schat dat er enkele duizenden actief zijn in de wereld op dit moment, en hun aantal groeit.

Hoe zit het met de angst voor de dood?

Ik denk dat we tot op zekere hoogte allemaal bang zijn om te sterven, maar voor mij is dit living to the fullest. Ik besef dat de kleinste fout fataal kan zijn en tegelijk is dit het meest opwindende wat ik ooit gedaan heb. We leren van de fouten van verongelukte vrienden die nooit worden vergeten. Dit alles om zo veilig mogelijk bezig te zijn in de bergen.

Momenteel ben je bezig met een project ‘North B.A.S.E.’. Wat houdt dat in?

Vorig jaar met Pasen kreeg ik de kans om met een goede klimmer onder ideale omstandigheden de Eiger Noordwand te klimmen. We kwamen langs een vrijstaande rots, de Paddenstoel, die bekend is onder basejumpers. Afgelopen zomer ging ik terug om daar af te springen. Ik had nu de Eiger-noordwand beklommen én was eraf gesprongen. Dat zette me aan het denken. Zouden de andere vijf grote noordwanden in de Alpen ook ‘jumpable’ zijn? Het gaat naast de Eiger om de Matterhorn, Piz Badile, Petit Dru, Grandes Jorasses en de Grosse Zinne. Ik weet dat alle bergen ‘gesprongen’ zijn met uitzondering van de Badile. Maar niemand heeft ooit geprobeerd die iconische noordwanden te beklimmen én er af te springen in een vleugelpak. So, that’s now the plan!

Welke planning heb je voor ogen?

Twee heb ik dus al op mijn palmares. Piz Badile en de Matterhorn staan op het programma.

En het leven na North B.A.S.E.?

Ik heb altijd wel ideeën. Zo wil ik eens drie grote toppen beklimmen én springen binnen de 24 uur. Maar dat is een logistieke uitdaging waar ik nog aan moet werken!

 

Volg Tim op zijn blog en instagram

Meer inspiratie

Lees hier welk biertje het beste bij jou past

Ben je beniewd naar hoe je langer met je rugzak doet?

Lees hier een stukje berg geschiedenis

Opzoek naar de makkelijkste manier om door de bergen te reizen?