Zo ben je klaar voor je bergtocht in Noorwegen

De herfst is een prachtig seizoen voor een bergwandeling in Noorwegen. Het landschap krijgt al herfstkleuren en de tempraturen zijn nog aangenaam. De struiken langs de paden hangen vol bessen, en de eerste paddenstoelen schieten uit de grond. Hoe maak je van je herfstvakantie in de Noorse bergen een onvergetelijk avontuur?

De Noorse natuur is overweldigend. Diep uitgesneden dalen met blauwe fjorden en besneeuwde bergtoppen. En volgens de Noorse wet geldt daar het 'allemansrecht'. Natuurlijk moet je je wel goed voorbereiden én aan de bergcode houden. Want de Noorse natuur is dan wel prachtig, zelfs ervaren bergwandelaars kunnen - bijvoorbeeld door de weersomstandigheden - voor uitdagingen komen te staan. Deze fouten maak je alvast niet meer:

De Noorse bergcode: het recht om te zwerven

Het Noorse recht om te zwerven houdt in dat je naar hartenlust mag wandelen en zelfs kamperen op land dat niet gecultiveerd is! Daarbij gelden natuurlijk wel een aantal regels. Op boerenland en jonge aangeplante bossen mag je niet zomaar wandelen en je tent opzetten. Ook moet je tent op voldoende afstand van andere bebouwing staan. En kijk natuurlijk uit met open vuur. Maar verder geldt: Take nothing but pictures, leave nothing but footprints.

Veilig zwerven door Noorwegen: 5 tips

In de herfst wordt het weer onstuimiger. Het regent vaker en het kan soms hard waaien. 5 tips die er voor zorgen dat je niet alleen een fantastische, maar ook een veilige vakantie hebt in Noorwegen:

Laat je altijd door de lokale bevolking informeren over de omstandigheden in het gebied waar je wil wandelen. Zij kennen het gebied immers op hun duimpje.
Ga op pad met een lokale gids. Die kent alle mooie plekjes, en weet hoe je die veilig kan bereiken.
Houd van te voren de lokale weersverwachting goed in de gaten en zorg ervoor dat je kleding voor alle weertypen bij je hebt, mocht het weer toch omslaan.
Kleed je aan als een ui! Het is handiger om veel dunne laagjes aan te trekken, dan één dikke warme trui. Met dunne laagjes ben je veel flexibeler en heb je minder snel te veel of juist te weinig aan.
Zorg ervoor dat je je route goed uitstippelt. Gebruik de juiste kaarten en GPS-gegevens en maak je route niet te moeilijk of te lang. Zorg ook dat je altijd een plan b klaar hebt, mocht je je route door onverwachte omstandigheden zoals een weersomslag moeten inkorten.