De Hoge Tatra van Slowakije: dag 2
18 maart, 2024 - 12:09 - Thomas van Roijen
In de zomer van 2023 nam ik de trein naar Slowakije om de Hoge Tatra en hun pure schoonheid te ontdekken. Met resultaat! Lees hier het verslag van dag 1.
Vanaf het begin van de middag is er slecht weer voorspeld. Met de inspanning van gisteren nog goed voelbaar in de benen, loop ik dus al rond een uur of 6 de slaapzaal uit. Zo hoop ik ’s ochtends genoeg kilometers te kunnen maken om het onweer te vermijden. Vandaag vervolg ik mijn route richting Hotel Sliezsky Dom, dat twee dalen verderop ligt. De afstand van 7 kilometer is een aanzienlijk stuk minder dan gisteren, maar met een steile via ferrata en het noodweer in het verschiet, belooft het een interessante dag te worden.
Behalve de Belgische vriendengroep en een andere paar vroege vogels, is er verder niemand in de eetzaal. De Belgen zijn ook van plan naar Sliezsky Dom te gaan maar nemen een omweg zonder de via ferrata. Na een snel maar stevig ontbijt ben ik om 06:30 onderweg. De laaghangende wolken en de nevels trekken op en maken plaats voor een gemoedelijke ochtendzon. De blauwe lucht wordt afgewisseld met sluierwolken die een voorbode lijken van het slechte weer dat voor later vanmiddag voorspeld is.
Ik voel de hoogtemeters van gisteren nog altijd in mijn benen zitten, maar het pad dat voor me ligt is redelijk goed begaanbaar zodat ik mijn spieren fijn kan opwarmen. Het pad gaat geleidelijk omhoog en voert me over beekjes, langs ruige weides, sneeuwvelden en meertjes. Tussen de rotsen zie ik een marmot snel wegschieten en hogerop weer tevoorschijn komen. We houden elkaar even in de gaten en gaan daarna onze eigen weg.
Dichter bij de pas met de via ferrata wordt het pad zo steil dat ik met handen en voeten verder moet klimmen. Voordat ik aankom bij de via ferrata moet ik me dus al flink inspannen. Eenmaal aangekomen bij de via ferrata blijkt deze minder steil en lang dan die van gisteren en is goed te doen. Als ik boven op de pas ben, doe ik m’n rugzak even af om van het uitzicht over het dal achter me te genieten. Aan de andere kant van de pas vang ik de eerste glimp op van het volgende dal.
De afdaling daar naartoe blijkt dan weer wél steil te zijn. Langs kettingen moet ik over een zowat kaarsrechte rotswand naar beneden. Er zijn maar een paar plekken waar ik houvast kan vinden voor mijn handen en voeten. Het gevoel dat het allemaal tergend langzaam lijkt te gaan, probeer ik los te laten.
Als ik het geklauter achter me heb gelaten, bevind ik me op een verraderlijke ondergrond van steengruis, kiezels en grote loszittende rotsblokken. Met mijn gezicht richting de rotswand ga ik stapje voor stapje naar beneden en is elke beweging die ik maak bewust. Soms draai ik me even om naar het uitzicht op een prachtig gletsjermeer dat is bedekt met sneeuw en ijs.
Eindelijk heb ik weer vaste grond onder mijn voeten en mag ik af en toe ook stijgen in plaats van dalen. Aan de zijkant van het dal klim ik via een zigzaggende trap met grote treden omhoog richting de volgende pas. Dit gaat gelukkig snel en voor ik het weet sta ik rond 11:00 uur boven. In het dal dat voor me ligt zit nog wat blauw in de lucht, maar achter en boven me pakken donkere wolken zich samen. Snel weer door dus. Ik vervolg mijn weg langs een kort stukje via ferrata en een pad van grote platte stenen, die de steile afdaling behapbaar maken.
Voelde ik daar nou een druppel? De donkere wolken achter de bergkam aan mijn rechterkant laten voorbijglijdende regensluiers zien, terwijl in de verte het zonnetje vrolijk schijnt. Vanuit het dal achter me is af en toe gerommel te horen dat steeds frequenter wordt. Fijn dat ik niet meer in dat dal ben dus. De bergwanden aan mijn weerszijden vormen een soort muur tegen de donkerste wolken. Toch begin ik meer en meer regendruppels te voelen. Ver beneden me in de uitlopers van de bergen, zie ik een felle bliksemschicht oplichten. De regen zwelt aan tot een miezer en slaat uiteindelijk om in een heuse stortbui. Snel doe ik mijn regenjas aan en een regenhoes over mijn rugzak. Binnen de kortste keren wordt het pad doorkruist door beekjes die worden gevoed door de regen.
Na een korte maar krachtige bui van 10 minuten is de hevigste regen gaan liggen en is er van het onweer niks te bekennen. Voor mij en drie andere wandelaars loopt een (fotogenieke) gems uit, richting een verbreding in het dal. Net alsof het dier ons de weg naar beneden wijst. In het verbrede dal zie ik rechts een grote beek en links een ruige gekartelde bergwand boven felgroene hellingen. Het pad slingert door dit mooie landschap van contrasterende kleuren. De wolken trekken langzaam op en binnen de kortste keren heeft de blauwe lucht weer de overhand. Het noodweer heb ik achter me gelaten in de hoger gelegen dalen.
De grote beek langs het pad klatert over een richel naar beneden een meer in, met aan de overkant van het water het hotel. Om me heen zijn er weer naaldbomen te zien die met elke meter die ik afdaal hoger lijken te worden. Na de toch wel steile laatste afdaling rust ik even kort uit bij de parkeerplaats van het hotel, precies op tijd om de vier Belgen te zien aankomen.
De rest van de dag doe ik rustig aan. Ik spring onder de douche, ik lunch wat en als kers op de taart ga ik naar de sauna - blijkbaar zat die bij mijn reservering inbegrepen. Dat is even mooi meegenomen voor mijn vermoeide benen. Na het eten kan ik mijn ogen nauwelijks openhouden en ga ik vroeg naar bed. Mijn oorspronkelijke plan om morgen naar het lagergelegen Vyšné Hagy te lopen is vanwege de slechte weersvoorspellingen verandert. Een kort nat pak zoals vandaag is prima, maar de hele dag regen is iets waar ik niet op zit te wachten. Bovendien kan ik zo uitslapen en energie sparen voor de lange rondtrip die ik overmorgen zal maken vanuit Štrbské Pleso.