Zeespiegel stijgt extra door smeltende gletsjers
In de bergen is wereldwijd al zoveel ijs verdwenen, dat het behoorlijke invloed heeft gehad op het zeeniveau. Bijna de helft van de zeespiegelstijging sinds 1850 is veroorzaakt door het smelten van gletsjers. Dat blijkt uit promotieonderzoek van de Utrechtse glacioloog Paul Leclerq.
Sinds 1850 veroorzaakte de afname van gletsjerijs een zeespiegelstijging van 9 cm, dat is bijna de helft van de totale zeespiegelstijging. Wetenschappers dachten dat het aandeel van de gletsjers veel kleiner was. Nu kunnen we beter begrijpen waarom het zeeniveau relatief sterk steeg de afgelopen decennia; die stijging was namelijk groter dan wetenschappers konden verklaren.
Leclerq, die op 8 februari promoveert aan de Universiteit Utrecht, verzamelde gegevens van gletsjers over de hele wereld. Om hun vroegere lengtes te bepalen gebruikte hij metingen, geologische reconstructies en historische bronnen zoals schilderijen en kaarten. Daarmee stelde hij ook vast dat de gletsjeromvang als instrument voor temperatuurverandering gebruikt kan worden. Tussen 1830 en 2000 steeg de temperatuur op aarde met 0,94 graden, concludeert hij.
En het smelten van gletsjers gaat door. In 2007 berekenden wetenschappers al dat in de komende eeuw meer ijs verdwijnt in het hooggebergte, dan op Groenland en Antarctica samen. Het smelten van gletsjers wordt dus de grootste oorzaak van zeespiegelstijging. Dat is opmerkelijk aangezien er in berggebieden wereldwijd slechts 1 procent van het totale ijs op aarde ligt. Slecht nieuws voor liefhebbers van de witte ijsrivieren dus.
