Nederlanders op Mount Everest klaar voor beslissende klim
De Everest-expeditie onder leiding van Arnold Coster heeft afgelopen vrijdag Camp 3 bereikt op 7150 meter hoogte. De laatste fase van het acclimatisatieproces is daarmee voltooid. Het team daalt nu af naar een lager gelegen kamp om te herstellen voor de definitieve klim naar de top.
Vrijdag klom het team van Camp 2 naar Camp 3, een overbrugging van bijna 800 hoogtemeters over de Lhotse ijswand. Rotterdammer Eric Arnold beschrijft de loodzware beproeving op zijn blog. De nacht in Camp 3, een geïmproviseerd plateautje uitgehakt in de ijswand, was koud en oncomfortabel, of zoals teamlid Richie Maybank op de website van Coster omschrijft: 'total shit!'
Gelukkig konden de expeditieleden vervolgens snel afdalen naar Camp 2 en later Base Camp, waar ze weer van de nodige 'luxe' als gekookt eten konden genieten. Momenteel is het team op weg naar het lager gelegen dorp Dingboche om een paar dagen te herstellen. De overnachting in Camp 3 was de laatste stap in het acclimatisatieproces, waarbij telkens een stukje hoger wordt geklommen en daarna weer wordt afgedaald.
Op 11 mei is de expeditie weer terug in het basiskamp om te beginnen aan de summit push, de beslissende klim richting de top. Volgens planning wordt die op 16 mei bereikt. Vanwege het gevaar van steenslag moet de route wel omgelegd worden, wat een dag extra kost. Expeditieleider Arnold Coster zou de eerste Nederlander kunnen worden die vier keer op de top van de Mount Everest zal staan.
