Beer op bezoek bij de Grand Canyon
Ik schrik wakker van gerommel bij de koelboxen. Mijn hand gaat richting de rits van de tent, maar opeens schiet de nacht bij de Grand Canyon me te binnen. Het gerommel bleek toen afkomstig te zijn van een tweede reisgezelschap, dat vroeg opstond om van de zonsopgang te genieten. Dit keer maak ik me dus geen zorgen.
Dan realiseer ik me dat de tweede groep en hun koelboxen aan de andere kant van de camping staan. Ik maak Laura wakker. “Hoor jij dat ook?” vraag ik. Ze kijkt me verdwaasd aan. Resoluut rits ik de tent open. De koelboxen staan een paar meter van onze tent en ik kijk recht tegen het achterwerk van een grote bruine beer. Met wijd opengesperde ogen trek ik de rits zo snel als ik kan naar beneden.
“Het is een beer,” fluister ik. We trekken beiden onze slaapzak dichter om ons heen. “Ik heb koekjes in mijn tas zitten,” zegt Laura angstig. Ik roep naar de andere bewoners van het tentenkamp, maar krijg geen reactie. Bibberend zitten we onze tijd uit. Mijn leven schiet aan me voorbij en ondertussen vervloek ik onze reisleider, die zei dat het niet nodig was om onze snacks, zeep en tandpasta – alles met een geur – in het busje te bewaren.
Dan is het stil. Ik probeer de aandacht van onze reisleider te trekken, die op het dak van de bus bivakkeert. “Matt, Matt, er is een beer!” Als hij niet reageert, besluit ik de gok te wagen en ren naar hem toe. Loom kijkt hij over de rand naar beneden. Het duurt even voordat ik hem heb overtuigd van de ernst van de situatie. “Ik dacht dat het een grap was,” gaapt hij. Boos kijk ik hem aan. De rest van de nacht slaap ik in de bus.
Dit verhaal is een inzending door Chantal voor de Bergwijzer-wedstrijd met als thema: Een bijzondere ontmoeting in de bergen.