Een beer in mijn tent!

In de zomer van 2006 was ik net klaar met mijn opleiding. Ik wist niet goed wat ik hierna wilde gaan doen, en besloot er een weekje in mijn eentje op uit te trekken in de bergen, om mij goed te kunnen bezinnen. De keus viel op een kleine, rustige camping, midden in het bos in de buurt van Innsbruck, waarvandaan ik dagtochten wilde ondernemen in het hooggebergte.

In de trein, onderweg naar Innsbruck, las ik een donateursblad van een natuurbeschermingsorganisatie. Er stond een artikel in over het gebied waar ik naar onderweg was. Er waren beren uitgezet in de aangrenzende gebieden, om deze diersoort een nieuwe kans te geven op een leven in het wild, waar ze in de geschiedenis uiteraard volledig waren uitgeroeid. De discussie in het blad betrof de beren die te dicht in de buurt van mensen kwamen. Ze roofden bijvoorbeeld bijenkasten leeg, of vraten een schaap op. Een enkele lezer meende dat deze beren moesten worden afgeschoten, uit veiligheidsoverwegingen. De organisatie probeerde de mensen er van te overtuigen dat de beren gewoon nieuwsgierig waren en zochten naar makkelijke voedselbronnen. Als ze in de menselijke omgeving maar voldoende aan het schrikken werden gemaakt, zouden ze wel wegblijven. Dit was dan ook hun strategie t.a.v. de beren. Ik was het hier uiteraard volkomen mee eens. De gedachte dat er zo dicht in de buurt beren waren gesignaleerd stond me ook wel aan. Oké, het waren natuurlijk geen teddyberen, maar echt gevaarlijk voor de mens waren ze ook niet, en het was toch prachtig dat deze dieren weer in het wild voorkwamen?

 

Op de camping, die inderdaad heerlijk kleinschalig was, kreeg ik een plekje toegewezen vlak aan de bosrand. Het was nog vroeg in het seizoen en heerlijk rustig op de camping. De nachten zouden koud zijn, maar ik beschikte over een goede uitrusting en was er van overtuigd dat ik het niet koud zou krijgen. Ik zette mijn tent op, een tweepersoonskoepeltent met een kleine voortent. 's Avonds bedacht ik mij tevreden dat het net was alsof ik echt midden in de natuur sliep, en viel in slaap. 

Die nacht droomde ik over beren. Er was er een in mijn tent en hij stond op het punt me de keel open te scheuren! Ik schrok wakker en keek wat gedesoriënteerd om me heen. Waar was ik? Oh ja, in Oostenrijk. Ik gniffelde wat om mijn creatieve brein, dat me deze nachtmerrie had voorgeschoteld. Ik draaide mij nog eens om en viel bijna weer in slaap, toen ik het ineens hoorde. Een schurkend geluid, en de pannen die in mijn voortent stonden, rinkelden. 

Ik schoot overeind. Wat kon dat zijn? De geluiden hielden aan, en de paniek sloeg toe. Ik moest hier weg! Er zat een beer in mijn tent! Met trillende handen zocht ik mijn zakmes. Ik klapte het open en sneed de achterkant van mijn tent open. Ik nam niet de tijd nog iets anders te pakken en struikelde de tent uit. Gebukt holde ik weg. Na een paar meter keek ik even om. Kwam de beer mij achterna? Het was een donkere nacht. Door het licht van het nabijgelegen toiletgebouw kon ik net de omtrek van mijn tent zien. Ik verwachtte de achterkant van een beer te zien uitsteken uit de voortent, maar er was niets te zien. Dat betekende dat hij al in de tent was! Ik draaide mij weer om, vluchtte naar het toiletgebouw en sloot mijzelf op in een van de toiletten. Ik hoorde niets, maar durfde ook niet meer naar buiten. Ik bracht de nacht bibberend door op het toilet, wachtend tot de zon zou opkomen. Terugdenkend aan het artikel besloot ik dat er toch wel iets te zeggen viel voor het afschieten van beren die zich te dicht bij mensen waagden. 

De volgende ochtend verzamelde ik genoeg moed om weer bij m'n tent te gaan kijken. De spullen in de voortent stonden anders dan ik ze de avond ervoor had neergezet. En achterin de tent zat een groot gat. Verder was er niets veranderd. Geen spoor van een beer.

Ik ging, enigszins beschroomd, met mijn verhaal naar de campingbaas. Die begon vreselijk te lachen. Een beer kon het volgens hem niet geweest zijn. Wat het wel was, daar kon hij mij helaas ook niets wijzer over maken. Ik bleef er de hele week over piekeren. Een inbreker was het niet, want er was niets weg. Ik had mij er al bij neergelegd dat ik het mysterie nooit zou oplossen. Totdat ik op de laatste dag mijn tent afbrak, en de verse molshoop aantrof onder het grondzeil van mijn voortent... Enigszins beschaamd ging ik naar huis. En voor wat betreft mijn bezinning? Ik wist dat ik niet in de wieg gelegd was voor natuurbeschermer... 

Dit verhaal is door Janine Elsinga ingezonden voor de ‘GoMotion-schrijfwedstrijd’ op Berwijzer in het najaar van 2012. De schrijfwedstrijd met als thema ‘licht en donker in de bergen’ werd mede mogelijk gemaakt door SkiWear4All.

Meer inspiratie

Landen en gebieden: 

Ben jij benieuwd hoe je makkelijk de winter doorkomt?

Lees hier een stukje berg geschiedenis

Beniewd waarom Innsbruck zo populair is onder de jongeren?

Lees hier hoe je heerlijk kan nagenieten van de zomer