Reisverhaal over wandelen in de Schotse hooglanden
Els ging met haar man naar Schotland om daar lange afstanden te wandelen in diverse gebieden. Wij stelden 5 vragen en Els antwoordde.
Waar ben je geweest?
In juli namen we de boot naar Newcastle. Het was de bedoeling om een 3-tal weken de benen te strekken in de prachtige natuur van Schotland. De eerste week was onze uitvalbasis Fort William. De week erop hebben we ons verplaatst naar het wondermooie eiland Skye om daarna de laatste dagen door te brengen op The Black Isle, een gebied ten noorden van Inverness.
Waarom heb je voor deze plek gekozen?
Onze dochter woont sinds 2 jaar net boven Inverness en we wilden een deel van onze vakantie samen met haar doorbrengen. Vorig jaar waren we ook in Schotland en dit had toen een bijzonder indruk op ons nagelaten. Er valt zoveel moois te zien.
Met wie was je?
De eerste en de laatste week waren we met zijn drietjes waaronder mijn echtgenoot Jan en onze dochter Annelien. Op Skye was ik er samen met mijn echtgenoot en vele duizenden schapen :-) .
Wat heb je er gedaan?
In Fort William hebben we dagtochten gemaakt, oa een stuk van de Great Glen Way, de Nevis Gorge, de beklimming van de Cruach Innse en als kers op de taart de beklimming van de Ben Nevis via de Carn Mor Dearg Arete. Dit is een stuk langer en pittiger dan de Mountain Track (normaalroute) maar in ruil geniet je van prachtige zichten op de North Face van de Ben Nevis. Tijdens onze rustdag zijn we nog naar Glenfinnan geweest om the Jacobite Steamtrain te spotten op de brug, je weet wel, van die beroemde scene uit de Harry Potter film.
Op Skye hebben we een 7-daagse trekking gemaakt van het uiterste noordpunt tot het zuiden. De bus zette ons af bij Duntulm Castle. Van hieruit vertrokken we naar Rubha Hunish. Het weer sloeg er plots volledig om. Net op tijd zagen we een bothy en stapten er binnen. De bothy staat op het meest noordelijk punt en je hebt er een prachtig zicht van 180° over de zee. Het is een ideale plaats om walvissen en dolfijnen te spotten. 's Nachts hoorden we de wind en de regen beuken op het gebouwtje, maar wij lagen er lekker droog. 's Anderendaags stapten we verder langs de kust naar Flodigarry. Vandaar begonnen we aan een moeilijk maar uitdagend stuk via de Trotternish Ridge tot The Storr. Je loopt langs de buitengewoon mooie rotsformaties die de Quiraing vormen met zijn steile wanden en losstaande pilaren die klinkende namen hebben zoals the Needle, the Table en the Prison. Vooraleer we aankwamen bij the Storr moesten we nog diverse hoogtemeters verwerken. Telkens als we een bergje opgeklommen waren, mochten we het weer afdalen om vervolgens een andere kuitenbijter te beklimmen. Dit herhaalde zich toch een keer of acht. Voor een geoefende wandelaar valt dit nog mee, maar wij werden er meermaals aan herinnerd dat we met 20 kg op onze rug liepen. Uiteindelijk kwamen we aan bij één van de meest fotogenieke plaatsen op het eiland, nl. the Old Man Of Storr, een prachtig stuk rots, afgebroken van de rotsklif en pronkend als een menhir in het landschap, maar een die elk moment kan omvallen. Na enkele dagen op eenzame hoogte doorgebracht te hebben bereikten we Portree, een gezellig druk vissersstadje, waar we onze magen nog eens trakteerden in een restaurant. Een leuke afwisseling tussen al die vriesdroogvoeding. Onze volgende etappe was naar Sligachan, eerder een monotone wandeling, hoofdzakelijk over een verharde baan via the Braes. Het laatste stuk ervan liep je langs The Sound of Raasay, een mooie zeearm waar je de ferry zag vertrekken naar het eiland Raasay. De dag erna werden we weer beloond met prachtige panorama’s door de vallei van Glen Sligachan. Onderweg kwamen we, tussen het kleurenpalet van de veenmoerasmossen, heel veel zonnedauw tegen, eerder een zeldzaamheid bij ons. Vanaf nu hadden we mooie zichten over de machtige rotspieken van de Cuillin Hills. Op slechts 100 hoogtemeters lijkt het toch alsof je in het hooggebergte op 2000 meter hoogte wandelt wegens de kale, ruwe bergtoppen rondom.
Via een duizelingwekkend klifpad met fantastische zichten over het water bereikten we Elgol. Onze voorlaatste dag was het wat rustiger stappen. We genoten van de uitzichten over de kleinere eilandjes rond Skye, zoals Eigg en Rum. In Torrin hebben we onszelf getrakteerd in het café met een overheerlijk gebakje. Vanaf hier waren we niet ver meer verwijderd van ons einddoel, maar eerst maakten we nog een omweg zuidwaarts via een ruwe kustlijn naar Suisnish en Boreraig, lang geleden een dorpje, nu een ruïne. Blijkbaar waren de clanhoofden in het verleden een hitsig volkje die meer oog hadden voor de winst uit de schapenteelt, dan voor de mensen. Om die reden werden volledige dorpen ontruimd of plat gebrand. Het kustpad dat we van daaruit moesten volgen was een ideale plaats om zeehonden en otters te spotten, maar die vonden het nog te vroeg om reeds te zonnen. Wij genoten des te meer van het weidse zicht over Loch Eishort en het schiereiland Sleat. 7 dagen later kwamen we via het Beinn Nan Carn Native Woodland (een recent aangepland bos met de zaaielingen van de oorspronkelijke bomen) aan in Broadford, het eindpunt van onze trekking.
Deze tocht is een echte aanrader voor iemand die houdt van langeafstandswandelen en loopt ongeveer 120 km langsheen, over, op, door en rond prachtige kustlijnen, kliffen, ruïnes, dalen, meren, majestueuze bergketens en schaars bewoonde gebieden. De route is niet bewegwijzerd, dikwijls zijn er geen wandelpaden en loop je cross country, op rotsachtig terrein of drassige vegetatie. De enige levende wezens die je er ontmoet zijn schapen, soms koeien en enkel wanneer je een dorpje nadert kom je mensen tegen. Elke avond hadden we de luxe om een kampplaatsje uit te kiezen te midden van deze overweldigende natuurpracht.
Was het hoogtepunt ook het hoogste punt?
Zowel de beklimming van de Ben Nevis als onze trekking waren een hoogtepunt. De reis was bovenal geslaagd door het weer. Niettegenstaande we op “de meeste kans op regen”-plaatsen verbleven, hadden we overdag meestal droog en aangenaam weer. Enkel ’s nachts werden we regelmatig getrakteerd op een regenbui.