Tour de Bernina deel 1: Inlopen en acclimatiseren

Tegen vijven rijden wij de Camping Acquafraggia in Piuro op, even een paar kilometer verder van Chiavenna Italië. Onze bergsportvakantie 2007 is begonnen. Onderweg weinig file of druk snelweg verkeer gehad. Wel 5 kilometer vanaf de Splügenpass, voor Chiavenna een langdurige file in verband met wegwerkzaamheden. Net over de grens van Zwitserland in Italië of andersom hoe je het ook bekijkt. Wij (Jordi, Hans en ik) zijn vanmorgen vroeg uit Budel vertrokken, de avond daarvoor hebben wij alles bij Hans verzameld. Mijn auto is afgeladen en wij zijn erg gemotiveerd om, zoals wij het noemen onze ‘Bernina tour’ te doen. Mijn broer Jan komt samen met Mieke een uurtje later met de klapcaravan aan. Wij zijn compleet. Het weer is erg onstabiel en regenachtig.

Al met al ben ik een half jaar geleden begonnen met de voorbereiding. Vakantievoorpret heet dat. Polsen wie er mee willen en wanneer wij er naartoe kunnen. Gegevens verzamelen in de bibliotheek van NKBV Duivendrecht, Internet en eigen boeken. Teambespreking in de bibliotheek van NKBV Woerden.

Zondag 8 juli
8 juli reizen wij af naar Italië. Van daaruit met inlopen starten met als uiteindelijk doel: rondom de Bernina, de Biancograat en de Berninatop beklimmen. Mieke blijft achter op de camping, vandaar de locatie in Italië en niet dichterbij de Bernina-groep. Vanuit dit basiskamp is het prettiger om de dagen door te komen.

Maandag 9 juli
Om elf uur starten wij met onze warming-up, een kleine wandeltocht voor de eerste hoogtemeters. Regenjas aan en uit, windstopper idem dito. Tussen de heftige regenbuien door lopen wij vanaf de camping langs een mooie waterval naar een prachtig bergdorpje Savogno. Redelijke wandelpaden zijn het, een beetje blubberig of een soort Via Rome bestraatte weg.
Niet iedereen heeft dezelfde filosofie en denkt hetzelfde over inlopen. Ik denk dat je met dezelfde bergschoenen en rugzakbepakking moet aanvangen. En de andere kiezen voor lichte schoenen en weinig bepakking. Een ding is zeker, na een lange autorit en als Vlaklander van zeeniveau, is dit al bij het stijgen te merken. Zweten, zweten vanwege het drukkend benauwde weer en het nahijgen van de inspanning door een pittige stijging aan het begin van de route. Het eerste gedeelte loopt pal naast de waterval Acquafraggia. Onderweg praten wij bij over allerlei zaken en over de activiteiten voor de komende week. Mieke loopt het liefst achteraan in haar eigen tempo ‘laat de oude en jonge berggeiten hun gang maar gaan, ik kom er wel’. Wij komen in Savogno aan.
Het lijkt uitgestorven, maar er wonen wel degelijk nog mensen. Een paar komen we tegen. Aan het wasgoed is het te zien en aan de kookgeuren die te ruiken zijn, is te merken, waar nog gewoond wordt. Wij waaieren uit over het dorp, zeg maar dat wij er een fotosafari van maken. Het gevolg is dat iedereen elkaar zoekt. Ik scherts nog, weet je niet dat dit het beroemde dorpje is waar veel wandelaars op een mysterieuze wijze zoek raken. Lunchen wordt bijna gescheiden opgestart. Bij een niet geopend restaurant onder een brede dakgoot, gaan wij toch gezamenlijk lunchen. Wij drinken water, eten salamiworsten, hompen kaas, hardkeks en wat brood. En voor de verandering regent het weer.
De lucht klaart even op en wij vertrekken voor de afdaling via een ander route. In de verte over de toppen komen donkere wolken onze kant op. Rond vieren zijn we op de camping terug en besluiten om bij de supermarkt in Chiavenna voor de komende dagen boodschappen te doen. ‘s Avonds moeten wij op de camping onder het afdak van het terrasgebouw vluchten om te koken. Het is koud, het stormt en het regent dat het giet. Gore-Tex jassen aan, net nog geen handschoenen. Lekker warm hoor, Italië, met een bord macaroni op schoot.

Dinsdag 10 juli
Wij gaan met z’n vieren iets hoger en een langere afstand lopen. Namelijk de route Capanna di Sciora, een huttentocht onder de Piz Badile vanaf Bondo in het dal Val Bondasca via de berghut Capanna di Sciora naar de berghut Capanna Furä en weer terug naar Bondo. Totale afstand 10 km, 1100 meter dalen en stijgen, gidstijd 6.5 uur.
Wij hebben er in totaal 7.5 uur over gedaan. Het is vakantie dus niet al te vroeg beginnen, om negen uur vertrekken wij met de auto naar Bondo Zwitserland. Ergens achterin het dorp kopen we bij een automaat een toegangsparkeerkaart voor het rijden op de locale houthakkersweg (bergpad).
Vervolgens is het een halfuurtje rijden op een stenen weg vol met kuilen en gaten. Niet verder komend dan in de 1e of 2e versnelling. En maar hopen dat wij geen tegenliggers onderweg krijgen. Om de paar honderd meter is er met durf en creativiteit een passage te vinden voor als wij een tegenligger zouden tegen komen. Aan het einde van de weg kunnen wij alvast draaien en parkeren de auto in de berm met extra stenen onder de voorbanden. Een laatste check en om tien uur vertrekken wij op weg naar Capanna di Sciora.
Het eerste gedeelte is nog volop in de naaldbossen, later dunt het wat uit en komen wij op de Almen terecht met volop zicht op de Piz Badile en o.a. Bügeleisen in de verte. Onderweg worden de fototoestellen weer regelmatig te voorschijn getoverd. Jan en ik vinden dit een onderdeel van de vakantie. Het is een combinatie van alles bij elkaar. Door het slechte weer van afgelopen dagen zijn de toppen voorzien van poedersneeuw. Een soort effect als op een oliebol die bestrooit is met poedersuiker. Na een kleine drink- en eetpauze genieten wij van het uitzicht op de Piz Badile. Wij vervolgen onze weg naar Capanna di Sciora. Van licht stijgen, gaat het over naar een wat steiler pad.
Het pad wordt langzamerhand meer Alpine stijl. Nog wel steeds wit-rood-wit gemerkt.
Bij de Capanna di Sciora op 2120 m nemen wij onze tweede pauze en neuzen wat rond. Van hieruit gaat de route markering over in wit-blauw-wit. Het is te merken dat er geen paden meer zijn, maar verfmarkering of de wel bekende steenmannetjes. Wij lopen redelijk in de buurt van Bügeleisen. Gefascineerd kijken wij hoe een aantal touwgroepen bezig zijn. Onderweg vertel ik van verleden jaar dat ik de Bügeleisen heb geklommen. Met de aanvullende informatie en met mijn voorklimmersval in de 2e touwlengte. De heren willen deze week als het kan nog wel sportklimmen, maar niet Bügeleisen.
Over de morene, gletsjer rivieren en vervuild ijs slingeren wij door het landschap. Gissend waar wij nu de doorsteek moeten maken om bij de Capanna Furä te komen. Op een gegeven moment lopen wij tegen een rotsmassief aan. En vervolgens langs de wand gaan wij langzaam verder omhoog. Niet veel later zien wij een schuine doorsteek omhoog. Hier en daar een paar rotsblokobstakels en verder is het een begaanbaar pad. Echter koud uit Nederland, en te weinig in het voorjaar in de Ardennen geklommen, is het even wennen. Naast ‘een paar voetstappen breed’ gaat het direct over in ‘steil naar beneden’. Even zweten, verhoogde hartslag en naar lucht happen. Je wilt toch graag acclimatiseren met volle bepakking. Wij komen er doorheen. Bovenop hebben wij de hoofdprijs met uitzicht op de Piz Badile, Casin route en de Nortkante, hier pauzeren wij even. Vanaf dit punt is het alleen nog maar afdalen. Over en tussen de rotsen, langs en door de uitgesleten opgedroogde riviertjes. Verderop weer drassige Almen en weer bosgebied. Om de tijd te doden en wat nuttigs te doen bij het inlopen maak ik er een spelletje van om van rotsblok tot rotsblok te stappen (eilandje springen). Ondanks het lopen in een normaal tempo met de Nordic stokken krijg ik spierpijn. De anderen hebben er ook last van. Ik daal te lang af en een oude blaarplek speelt weer op. Elk jaar moet ik tapen of een antiblaren pleister plakken. In plaats van dat ik preventief plak, wacht ik er te lang mee.
Bij Capanna di Sciora nemen wij een pauze, en proberen wij onze voetzolen wat af te koelen. Het weer is opgeknapt, het is zelf erg warm. Nadat wij het laatste stukje zijn afgedaald komen we al om half zes bij de auto aan. De afdaling op de smalle bergweg geeft geen problemen. Onderweg vlak bij de camping in een echte kruidenierswinkel kopen wij nog wat verse groenten en vlees. Het was een mooie dag. Het geeft een heerlijk gevoel om weer tussen de bergen te vertoeven. Na het eten bespreken wij wat wij morgen gaan doen.

woensdag 11 juli en donderdag 12 juli
Woensdag 11 juli, Mieke gaat vandaag ook weer mee. Deze keer staan wij vroeger op. Om acht uur vertrekken wij met z’n vijven naar Pontresina, 1805 m Zwitserland om precies zijn. Daar gaan wij met de kabelbaan Diavolezza 2973 m omhoog. Om daar de Munt Pers 3201 m en de Pix Trovat 3145 m te beklimmen (lopen dus). Tenslotte willen wij echt goed op hoogte komen om van de week een vierduizender aan te kunnen. Vanaf Piuro via Bondo, Maloja, Silvaplana, St. Moritz en Pontresina komen wij bij de opstapplaats van de kabelbaan Diavolezza aan. Onderweg rijden wij tweemaal een pas over. Beide gedeeltes met veel slaloms. Mogelijk was ik op dat moment nog niet onthaast, maar ik had het gevoel dat wij uitgerekend de langzaamste Italiaanse en Zwitserse bergpasrijders voor ons hadden. Half tien staan wij op de parkeerplaats. Het is waterkoud rond de 5ºC en er waait een frisse wind. Voor 38 CHF per persoon kopen wij een kaartje, niet erg goedkoop, maar je wilt zonder inspanning snel op bestemming (hoogte) komen. Wij stappen in een bijna lege kabelbaangondel. Z’n echte uit de jaren ’60 films of speelgoed. Eén grote bak waar 50 a 60 personen tegelijk in kunnen. Voor mij zijn dit de echte kabelbanen. Bovenaan bij het restaurantgedeelte kunnen wij een prachtig panorama aanschouwen. Piz Palü 3901 m, Piz Zupo 3996 m, helemaal rechts Piz Bernina 4020 m, de gehele Pers en een gedeelte van de Morteratsch gletsjer. Wij dachten dat het beneden koud was, maar hierboven met 0ºC met nog meer wind hakt het er lekker in.
Buiten op het terras, voor de panorama ramen van het Diavolezza restaurant gaan wij ontbijten. Broodjes kaas, jam en thee. Vanwege het slechte weer (het dreigt te gaan sneeuwen) wat wij van rechts over de Bernina zien aankomen, gaan wij eerst Pix Trovat maar doen die het dichts bij is. Op een poeder- en natte sneeuw rotsachtig terrein lopen wij een smal bergpad op en af. Op een gegeven moment vinden Jan, Jordi en Hans dat het tijd wordt om de pickel erbij te pakken. Ik moest het ook maar doen, de laatste dalende 50 meter was wel erg glad. Links liep het toch wel redelijk aflopend naar beneden, niet geschikt voor een val, laat staan afremmen zonder pickel. Rechtsom van Pix Trovat komen wij op een plateau uit. Vanaf hier is het alleen maar dalen naar de instap op de gletsjer voor Piz Palü. Hier stoppen wij en laten het panorama op ons inwerken. Mogelijk gaan wij Piz Palü van de week ook beklimmen. Wij bestuderen de routes op de gletsjer en door de gletsjerspleten.
Op de heenweg zijn wij niet een steenmannetje tegen gekomen voor de top Pix Trovat route. Wij besluiten om te keren en op de terugweg beter naar een aanwijzing te zoeken. De plukken sneeuw liggen tussen de rotsblokken. Het ziet er naar uit dat het van de week vers gevallen is. Op een gegeven moment zien wij boven wat mensen afdalen. Hier zal de route dan wel beginnen, achteraf is niets minder waar. Wij klauteren onze eigen route omhoog. Boven op de top 3145 m is een heus Gipfelbuch aanwezig. Zoals gebruikelijk schrijven wij er wat in en eten en drinken wij wat op de koude besneeuwde top. Rondneuzend en fotograferend nemen wij de tijd. Even hoogteuren produceren. Vervolgens dalen wij af in een soort wadlopend door de vol gesneeuwde rotspartijen door. Dikke pret. Op een gegeven moment maak ik een onverwachtse beweging op een sneeuwveldje. Zogenaamd een valpartij in de sneeuw die ik wil stoppen met de remtechniek. Alleen met de doorn omhoog in plaats van met de doorn omlaag. Voor Jan, Jordi en Hans zag het er gevaarlijk uit. De doorn eindigde dichtbij mijn hoofd. Een discussiepunt. Ik heb voordat wij weg gingen nog even Steenmeijer in mijn geheugen bijgewerkt. Dus dit is goed, meen ik te weten. Op de gletsjer lopen moet de doorn naar achter, zodat als je moet remmen geen tijd verliest om de pickel om te draaien. Later bij de tent, boek erbij, moet ik bekennen dat ik de woorden ‘doorn in de sneeuw moet remmen’ overheen gelezen heb. Het draaien is anders bedoeld. Wel lopen op de gletsjer met de doorn naar achter. Niets anders dan dat ik met CI en CII cursus heb geleerd, maar door de tekst verkeerd te lezen heb ik het tijdelijk anders toegepast. Gelukkig is het probleem hiermee opgelost.
Terug bij Diavolezza bestellen we warme soep. Alleen de kelner denkt er anders over, hij wil eigenlijk niet buiten serveren in verband met het feit dat wij anders koude soep zitten te eten. Na lang aandringen doet hij het toch. Heerlijke warme soep in een 0ºC omgeving eten, het wintersport gevoel komt even om de hoek kijken. Zeker als je een prachtig uitzicht hebt. Na het eten doen wij ons volgend project; even op de gletsjer oefenen. Spullen ompakken en afdalen achter de Japanse toeristen aan. Ook hier zijn die mensen volop aanwezig, net zoals bij Zermat, Matterhorn.
Beneden bij de Pers gletsjer binden wij ons in. Touw uitmeten en inbinden. Oeps weer een discussiepunt, eerste en laatste inbinden met gestoken acht en tussenin met twee carabiners door de achtknoop. Het laatste is Jordi, Hans en Jan onbekend. In het verleden niets daarover van de gidsen gehoord. Dit staat in de EVI van de NKBV en op onze gezamenlijke tocht ‘Monte Rosa tour’ hebben de gidsen dit ook al bij ons toegepast. Oké, reden ‘waarom’ is bepalend, het is veiliger dus geen discussie meer, maar toepassen was het motto. Het lopen in een touwgroep en op stijgijzers was geen verassing meer. Wij lopen halverwege de gletsjer op, richting rotsmassieven aan de overzijde en keren om. A: het gaat goed, als vanouds, B: wij moeten weer naar boven toe stijgen om de laatste gondel naar het dal te halen. 17:00 uur stappen wij in de gondel, beneden komen wij Mieke tegen die was al eerder afgedaald om wat in de omgeving te gaan lopen. Na 1.5 uur terugreis zijn wij weer op de camping. Eerst toch maar nog even weer boodschappen doen. In ieder geval is het vandaag weer een geslaagde dag geweest.
‘s Avonds hebben we een teambespreking. Hoe gaan wij verder. Het weer wordt vrijdag goed. En morgen willen wij Jordi, Hans en ik onze tenten verkassen naar een camping voorbij Pontresina. Daar hebben wij onderweg op ca. 1600 m hoogte een prachtige camping gezien. Hier zitten wij op 400 m hoogte en je moet steeds ca. 1.5 uur heen en terug reizen. Wij zijn tot een goed plan gekomen. Morgen een rustdag, Jan & Mieke vieren hun trouwdag met etentje en een gezellig dagje. Wij gaan wat relaxen in Chiavenna en naar een ander bergdorpje Pianazzola. Vrijdagmorgen vertrekken wij en gaan wij over de top Boval naar de Tschierva hut, vandaaruit naar de Morteratsch top en terug naar de hut en vervolgens de Biancograat, de Bernina over naar de Marco e Rosa hut als laatste en weer terug naar de auto of via Piz Palü.
Maandag terug naar de tenten, als het weer meezit en de tochten goed draaien. Dit is het plan en vrijdag start eindelijk onze ‘Bernina tour’.

Bronnen:
Camping; http://www.campingacquafraggia.com/english.html
Wandelgids; Deltas zuidoost Zwitserland, route Capanna di Sciora nr. 35.
Kaart; Kompass, nr. 92 Chiavenna Val Bregalia.
Pdf; Piz Badile
Pdf; Bügeleisen
Website; http://www.diavolezza.ch/022stm_00_en.htm

Meer inspiratie

Landen en gebieden: 

Wil je weten hoe je spierpijn kunt voorkomen of verhelpen bij een huttentocht?

Verklein je voetafdruk

Lees ons nieuwste nummer. Nu te bestellen!

Mee naar het Sarntal

Lees ons nieuwste nummer. Nu te bestellen!

Lees hier alle informatie over de vijf hoogste watervallen van de alpenlanden