¡Asturias me gusta!
Land van bergen en zee, van rust en ruimte, van gastvrijheid en veel natuur. De Noord- Spaanse provincie Asturië is een van mijn favoriete wandelbestemmingen, waar steeds weer iets nieuws valt te ontdekken. Een easy stroll langs de kust bijvoorbeeld, over de Camino de la Costa, een van de pelgrimsroutes naar Santiago de Compostela. Of een zweet-op-de-rug-bergwandeling in het nationale park Picos de Europa. Om daarna aan te schuiven in een taverna om te genieten van het goede Spaanse leven. Ik hou van Asturië!
Beren zien, dat staat hoog op vele verlanglijstjes. Maar het is ook een beetje eng, want hoe knuffelbaar teddyberen ook zijn, in het echt zijn bruine beren toch net iets minder aaibaar. Het is overigens hoogst onwaarschijnlijk dat dat gaat gebeuren, want de beren van Asturië zijn schuw. Al lang voordat je maar in de buurt kunt komen, hebben ze je al geroken of gehoord. En slim als ze zijn, gaan ze er dan vandoor. Er is een team van professionele gidsen beschikbaar die je naar de beste plekken kan begeleiden om de beren te observeren, op afstand met een verrekijker, zonder hun leefgebied te verstoren.
Ongestoord en koel
Maar dat ze hier in het wild rondscharrelen zegt wel iets over de ongereptheid van de regio. Hier vind je geen talloze wegen, hotels en bijbehorende toeristen. Het is ruig, groen en ongerept, zeker in het bergachtige binnenland dat maar dunbevolkt is. Die beren hebben de natuur hier grotendeels voor zichzelf. En die delen ze gebroederlijk met wandelaars die op zoek zijn naar groen en authentiek Spanje. Door de ligging aan zee is Asturië gezegend met een milder klimaat dan het binnenland van Spanje. Ook in de zomer kun je hier nog prima wandelen, bijvoorbeeld hoog in de bergen waar het koel is. Of langs de kust, waar vrijwel altijd een verfrissend wind waait. En als de warmte je dan toch te veel wordt, is er altijd de Atlantische oceaan om in te springen.
In het binnenland is er veel schaduw van de vele bomen die de hellingen groen kleuren. Probeer maar eens een stuk van de Camino Primitivo, de binnenlandse variant die ook nog eens door zeven UNESCO Biosfera reservaten loopt. Dit is overigens de allereerste route van de Camino de Santiago, de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela.
Dorpen
De steden van Asturië zijn zeker een bezoekje waard, maar wie voor de rust komt, kan zich beter verdiepen in de dorpen. Op internet circuleren er lijstjes van Los Pueblos más bonitos de España, de mooiste dorpen van Spanje. Een paar dorpen in Asturië keren daar steevast op terug. Bijvoorbeeld het fraaie Tazones een vissersdorp met geplaveide straatjes. Of ontdek Torazu in de bergen. De circa honderd inwoners houden hier dapper stand en het is een paradijsje voor wandelaars. In het nationale park Picos de Europa mag je het gehucht Bulnes niet overslaan. Met zijn traditionele huizen en fantastische uitzicht is dit een pareltje in de bergen. Je kunt er alleen te voet komen, of met het kabeltreintje.
Overal water
Het is natuurlijk verleidelijk om te kiezen voor de kust, zeker in de zomer. Met zijn meer dan tweehonderd stranden is de kustlijn van Asturië het perfecte decor voor zomerse wandelingen, gecombineerd met een regelmatige plons in het frisse water. Zo is een bezoek aan het kustdorp Llanes met zijn steile kliffen een aanrader. Maar denk nu niet dat het in de bergen een droge boel is. In het Picos de Europa gebergte vind je bijvoorbeeld de meren van Covadonga meren: Lago Enol en Lago de la Ercina. De twaalf kilometer lange wandeling er omheen is een aangename, niet al te inspannende tocht die je kunt afsluiten met een bezoekje aan Covadonga, een bekend bedevaartsoord in de regio.
Lekker eten
Wat een wandelvakantie in Spanje extra aantrekkelijk maakt, is de heerlijke Spaanse keuken. Ook Asturië kent een aantal bijzondere streekgerechten die je beslist geproefd moet hebben. Bijvoorbeeld Fabada Asturiana, een combinatie van boterzachte witte bonen met verschillende soorten worst en vlees. Klinkt als een winters stoofpotje, maar gaat er ook ‘s zomers verrassend goed in bij hongerige wandelaars. Afgeblust met een glaasje sidra waan je als een god in Spanje. Appelcider is hier zo’n beetje de nationale drank en smaakt lekker fris. Bij voorkeur te genieten na afloop van je wandelexpeditie, want na meerdere glazen worden de benen wat zwaar.
Doen!
De beste manier om je te overtuigen van al het moois en goeds dat Asturië te bieden heeft, is gewoon af te reizen en je een week of twee (of langer) onder te dompelen in het Spaanse leven. Eenmaal genoten van deze regio blijf je terugkomen: een liefde voor het leven!