Sporen in de sneeuw in de bergen

Dierensporen in de sneeuw, herken jij ze?

Een sneeuwdek op een weide kan er van een afstandje uitzien als een mooie, gladde laag wit poeder, maar bekijk je die van dichtbij, dan zie je vaak sporen lopen. Welke dierensporen ontdek jij in de sneeuw?

Sporen in de sneeuw

Een ongerept sneeuwlandschap lijkt soms stil en leeg, maar wie goed kijkt ziet juist dat er een boel leven is. Want op veel plekken zijn sporen te ontdekken, die je zonder die sneeuw niet zou zien. Aan de verschillende pootafdrukken kun je vaak goed zien welk dier er langs is gekomen. Soms kun je zelfs nog zien in wat voor situatie een dier heeft rondgelopen. Loopt een spoor een beetje slingerend? Met hier en daar wat sporen van gegraaf in de sneeuw? Dan was het dier waarschijnlijk op zoek naar eten. Loopt een spoor in een kaarsrechte lijn, met grote passen? Dan was het dier waarschijnlijk geschrokken en probeerde het snel een verstopplek te vinden. Lopen verschillende sporen slingerend kriskras door elkaar? Dan sta je misschien wel naar de sporen van een jachtpartij te kijken! Juist dat maakt het zoeken naar dierensporen in de sneeuw zo spannend: je krijgt een uniek kijkje in het leven van een dier. 

Sporen in de sneeuw in de bergen

Honden

Deze zul je het misschien wel het meest tegenkomen in de sneeuw. Hondensporen zijn vrij makkelijk te herkennen aan het feit dat je ze (als de sneeuw zacht genoeg is) op de paden, in gezelschap van schoenafdrukken tegen zal komen. De afdruk van een hondenpoot herken het beste aan een groot driehoekig middenvoetskussen, met rondom de punt van de driehoek vier tenen met een nageltje. Uiteraard kom je de pootafdrukken van honden in alle soorten en maten tegen.


Geen nieuwtjes, vakantietips of winacties meer missen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief, of volg ons op Facebook


sporen in de sneeuw

Vossen

De sporen van een vos lijken natuurlijk een beetje op die van een hond. De meest opvallende verschillen zijn dat de afdruk van een vos vaak wat kleiner is, de tenen wat puntiger zijn en er meer ruimte tussen de pootkussen zit. Tussen de pootkussen van een vos kun je meestal een denkbeeldige X tekenen. Een ander verschil is dat het middenvoetkussen bij een vos veel kleiner is dan bij een hond. Hoe goed die verschillen te zien zijn, is wel een beetje afhankelijk van de sneeuwkwaliteit en zulke details zullen niet altijd goed zichtbaar zijn.

Sporen dieren in de bergen

Marmotten 

Hoewel marmotten een groot deel van de winter slapend (als een…) doorbrengen, kun je bij sneeuwval vroeg of laat in het seizoen ook de sporen van marmotten in de sneeuw tegenkomen. Maar, dan moet je wel geluk hebben natuurlijk. Een volwassen marmot kan zich maandenlang opsluiten in zijn burcht om de koude winter door te komen, dus de kans dat je een spoor in de sneeuw tegenkomt, is niet heel groot.

Sporen in de sneeuw

Eekhoorns

De eekhoorn houdt geen winterslaap. Wel zijn ze wat minder actief dan ’s zomers, je zal ze dus minder vaak zien, maar je kan dus heel wat eekhoornsporen tegenkomen in de winter. Die zijn het beste te herkennen aan het feit dat het spoor dat een eekhoorn achterlaat vaak abrupt ophoudt bij een boom. Eekhoorns maken als ze over de grond ‘lopen’ altijd een sprongetje, waarbij de achterpoten altijd een beetje voor de voorpootjes worden neergezet. Het resultaat is een afdruk waarbij de achter- en voorpootjes in een soort trapezoïdevorm worden neergezet. Meestal loopt zo’n spoor van boom naar boom. Kijk dus goed rondom de boomwortels als je op zoek bent naar eekhoornsporen.

Sporen in de sneeuw

Hazen en konijnen

Het spoor dat een haas achterlaat, is goed te herkennen. Vaak zijn het twee stevige afdrukken breed naast elkaar, en iets daar achter twee afdrukken die meer achter elkaar liggen. Goed om te weten: de voorste twee afdrukken in een hazenspoor worden neergezet met de achterpoten. Hazen gaan meestal niet heel ver van hun leger, dus als je verse sporen ziet, is de kans groot dat de haas zelf ook in de buurt is.

Hoewel konijnensporen veel op die van hazen lijken, is hun spoor wel een beetje anders. Het spoor van een konijn is veel kleiner dan dat van een haas. Niet zo gek, want konijnen zijn ook een stuk kleiner dan hazen en maken, tenzij de nood echt aan de man is, een veel kleinere sprong.

Sporen in de sneeuw

Herten en reeën 

De smalle dubbele hoefafdruk van een ree kom je ’s zomers al vaak tegen in de modder op wandelpaden, maar in de sneeuw zie je ze nog beter. Het spoor van zowel herten als reeën bestaat uit de afdruk van twee smalle streepjes in de sneeuw. Het grootste verschil is vaak het formaat. Edelherten laten veel grotere afdrukken achter dan reeën. Wie goed kijkt kan ook verschillen in de vorm zien, maar dat is in de sneeuw vaak lastig.

Hoewel reeën en herten vaak in kuddes leven, lijkt als je naar sporen in de sneeuw kijkt, vaak alsof er maar één dier langs is gekomen. Dat komt doordat herten, zeker als de sneeuw diep is, in elkaars spoor stappen. Dat scheelt energie voor de dieren die achteraan lopen.

Sporen in de sneeuw

Vogelsporen

Vogelsporen zijn vaak goed te herkennen aan de drie tenen die vooruit steken en soms een vierde teen die naar achter steekt. In het geval van een watervogel, zie je tussen de drie voorste tenen vaak ook nog de afdruk van het zwemvliesje zitten. Soms zie je een vogelspoor ook abrupt ophouden, daar is de vogel weggevlogen. Als je heel erg veel geluk hebt, zie je soms nog een afdruk van de vleugels in de sneeuw.

Zo’n vleugelafdruk in de sneeuw kan je overigens ook aan het einde van een spoor van een klein landdier tegenkomen. Als het spoor van een klein dier opeens ophoudt en je ziet rondom het einde van het spoor de afdruk van twee vleugels in de sneeuw: dan laat het zich wel raden wat er gebeurd is: een roofvogel heeft zijn prooi verschalkt. Maar: dan moet je wel veel geluk hebben. Vaker zie je de sporen van een worsteling in de sneeuw, zoals wat bloed, of restjes veren.

Andere sporen in de sneeuw

Hoewel de meeste dieren erg goed zijn in sporen uitwissen, zijn er vaak nog andere dingen die verraden dat er een dier langs is gekomen. Zoals we hierboven al vertelden, laten roofdieren vaak de niet verteerbare restjes van hun prooi, zoals veren of stukjes vacht, achter. Stukjes vacht willen ook nog wel eens aan de schors van een boom of een tak blijven hangen, als een dier daar langs heeft geschurkt. En natuurlijk kun je ook uitwerpselen tegenkomen. Zulke sporen zijn in de winter, als er geen bladeren aan de bomen en struiken zitten, en de grond bedekt is met een laag witte sneeuw, soms beter te herkennen dan in de zomer.  

Sporen in de sneeuw

Om rekening mee te houden: 

Spoorzoeken en die volgen is natuurlijk ontzettend gaaf, maar hou wel rekening met een aantal zaken. 

  • Alseerst de rust. Zeker als er in de winter sneeuw ligt, hebben dieren het lastig. Als jij ze dan ook nog eens opjaagt tijdens je spoorzoekersavonturen, wordt het extra moeilijk voor ze. Ga dus niet zomaar sporen volgen, maar geniet van het moment dat jij het spoor kruist. 
  • Vergeet niet dat je in de bergen bent. Denk aan je veiligheid en blijf op het veilige pad. Dieren kunnen uit de voeten op plekken waar jij -misschien- wat minder handig bent. Een gems springt ook in de sneeuw lichtvoetiger over een steile helling dan jij zonder hulpmiddelen ooit zal kunnen. 

Tips bij het zoeken naar sporen

Spoorzoeken is niet altijd makkelijk. In het echt zijn sporen niet altijd zo helder als op een plaatje. Soms is de sneeuw zacht, of juist te hard voor mooie sporen. Soms is de sneeuw zo diep dat een dier niet met zijn poten helemaal uit de sneeuw komt als het dier een stap zet. Daardoor worden sporen minder makkelijk te herkennen. Een paar tips kunnen helpen. 

  • Pak er een determineerkaart bij. Hierboven staan lang niet alle sporen die je tegen kan komen beschreven. Ben je in de winter in de bergen? Kijk of vraag bij de plaatselijke VVV of er een herkenningskaart met sporen beschikbaar is en neem die mee.
  • Maak foto's. Het kan in de sneeuw soms erg lastig zijn om alle details in een spoor goed te herkennen. Maak een foto van het spoor zodat je er thuis nog eens rustig voor kan zitten. Door op je telefoon of computer te spelen met het contrast of de witbalans van een foto kunnen opeens allerlei details zichtbaar worden die je met het blote oog niet zag. 
  • Neem een meetlintje mee. Op een herkenningskaart waar alle sporen naast elkaar staan, is het verschil tussen het spoor van een kleine hond en een vos duidelijk, maar in het echt zie je er vaak maar één tegelijk en zijn die verhoudingen minder duidelijk. Dan kan een meetlintje dat je naast de afdruk kan leggen erg handig zijn. 
  • Ga met een gids op pad. In veel natuurparken kun je met een gids op pad. Hij of zij kent niet alleen veel sporen en kan je op allerlei details wijzen, een gids weet ook vaak waar de kans groot is dat je een spoor tegenkomt. 

Meer inspiratie

Lees hier hoe je je perfect kan voorbereiding op je bergwandeling

Lees hier alle informatie over de vijf hoogste watervallen van de alpenlanden 

Lees hier hoe je heerlijk kan nagenieten van de zomer

Opzoek naar de makkelijkste manier om door de bergen te reizen?