Ben Nevis Noordwand

Waarom de noordwanden in de Alpen zo steil zijn

Waarom zijn de noordwanden in de Alpen en Schotland relatief steiler dan andere wanden? Een van de reden is ijs dat zich makkelijker vormt aan de koudere noordzijde. Steile wanden ontstaan echter ook door andere oorzaken. Door de geologische bouw van de Alpen bijvoorbeeld. Met wat geomorfologische kennis en kunde van de vormen en structuur van het aardoppervlak en wat geologie kunnen we steile wanden en steile noordwanden makkelijk verklaren.

Auteur: Ron Bloksma

Verwering

Verwering bestaat uit een aantal processen waardoor gesteente zijn coherente structuur verliest. Bijvoorbeeld door water dat in scheuren zit en dat 's nachts bevriest. Door het uitzetten van het ijs, scheurt het gesteente verder. Deze scheuren kunnen op zich weer ontstaan zijn a.g.v. drukontlasting. In de ijstijd lagen er dikke lagen ijs (soms meerdere kilometers) op de bergen. Dat gaf een enorme grote druk. Nadat het ijs (grotendeels) verdwenen was, verminderde de druk en kon het gesteente weer 'ademhalen'. Als gevolg daarvan ontstonden er scheuren. Bovenstaande zijn voorbeelden van mechanische verwering. Je hebt ook chemische verwering. Bijvoorbeeld het oplossen van kalk onder invloed van zuren in het regenwater of het dolomietiseren van kalkgesteente (uitwisselen van calcium tegen magnesium), zoals op grote schaal in de Dolomieten heeft plaats gevonden. Als laatste hebben we nog planten en bomen, die met hun wortels in spleten en gaten in gesteente ook een behoorlijke verwering veroorzaken (biologische verwering).

Erosie

Na verwering kan het losse materiaal afgevoerd worden. Dan hebben we het over erosie. Rivieren, lawines en gletsjers zijn de grootste krachten hierin. Een blik een bedding van een willekeurige Alpenbeek, laat zien welke kracht er zelfs al in kleine beekjes schuilt. Veelal worden de grote blokken alleen bij zeer hoge afvoeren (na een heftige regenbui b.v.) meegesleurd. De zwarte kracht kan natuurlijk ook direct de zaak afvoeren: steenslag. Zie bijvoorbeeld http://www.bergwijzer.nl/nieuws/rotsblok-ramt-auto-in-tirol.

Eiger NoordwandKlimaat & gesteente

De processen van verwering en erosie maken de bergen tot zoals wij ze nu kennen. Zonder dat zou je geen mooie dalen en steile toppen hebben, maar alleen maar een zeer grote homp steen ergens centraal in Europa. De verschillende vormen van verwering en erosie treden op onder verschillende omstandigheden. Daarbij moet je dan denken aan het klimaat en de aard (chemische en fysische samenstelling) van het gesteente. Dan is er nog een derde: de steilheid. Is erosie eenmaal bezig, dan krijg je hellingen waarlangs weer verwering en erosie gaat optreden. Het is een zich zelf versterkend proces.

Steile hellingen

Het verschil in steilte tussen noord- en zuidwanden laat zich makkelijk verklaren. Eenvoudig gezegd. Daar is het kouder (op het noordelijke halfrond) en zullen zich meer of eerder/langer gletsjer vormen met de bijbehorende verwering en erosie. Maar daarmee zijn niet alle steile wanden verklaard. Want ook heel veel steile wanden zijn niet ontstaan door erosie a.g.v. gletsjerijs en die daar moet je dan ook niet de 'noord-zuid-theorie' op los laten.

Steile hellingen in alle richtingen

Neem de Ardennen. Een willekeurige homp gesteente in Europa. Verwering en erosie zijn hier druk bezig. De Maas en andere rivieren hebben zich ingegraven in deze homp. Daar heb je dan ook af en toe steile wanden (Freyr, Dave, Beez, Hotton). Deze zijn echter willekeurig georiënteerd t.o.v. de kompasnaald. De steile wanden zijn daar ontstaan, waar het gesteente meer resistent voor verwering is en het voor de rivier eenvoudiger was om af te buigen dan er doorheen te gaan. Ook in de Dolomieten heb je veel steile wanden. Ik betwijfel echter of er hier sprake is van steilere wanden aan de noordzijden. Hoewel hier ook gletsjererosie in het spel is. In de Dolomieten liggen dikke lagen van voornamelijk kalkige en dolomietachtige gesteenten op elkaar. Als zo'n laag bovenop een zwakker laag ligt (een laag met kalk maar dan met veel klei of schalie) dan zal de sterkere laag ondermijnd worden door de erosie van de zwakkere laag. Soms worden dunnere lagen er letterlijk tussenuit geduwd door de druk van erbovenop liggende gesteentelagen. Het gevolg is dat de bovenliggende laag steeds steil 'afbreekt'. In de Grand Canyon kun je dat mooi zien: steile wanden van de sterke gesteentelagen worden afgewisseld met de flauw hellende lagen bij de slappe gesteentelagen. Dit proces heeft geen voorkeur voor noord- of zuid. Nog een derde waarbij steilheid niet gegeven is door de oriëntatie t.o.v. de kompasnaald. Dat zijn de U-dalen. Stromende gletsjers zijn zeer effectieve eroderende krachten. Een rivierdal, zal door een gletsjer geheel uitgeschuurd worden. Wat resteert na een ijstijd zijn U-dalen. Daar waar de Noorse dalen zo beroemd om zijn. In de Alpen zie je deze basisvorm niet altijd meer terug, omdat latere erosie (na de ijstijd) weer allerlei puinhellingen in het dal heeft gevormd. In dit soort dalen kom je soms ook steile wanden tegen: vlak afgeschuurde rotsplaten. Maar ook bij deze erosievorm is er geen voorkeur voor noord- of zuid. Daar waar de gletsjer langs stoomt wordt de zaak afgeschuurd.

Steile (noord-)hellingen a.g.v. ijs

De theorie van gletsjers is dat deze veelal ontstaan op noordhelling (noordelijk halfrond) hoog in de bergen. Er valt op een gegeven moment meer sneeuw, dan er 's zomers afsmelt. Naar verloop van tijd gaat de opgehoopte sneeuw, en inmiddels veranderd in firn en ijs, stromen. Door de druk van het gewicht van het ijs wordt de ondergrond uitgeschuurd. Niet alleen de ondergrond maar ook de achterwand. In het begin wordt er een soort kom gevormd in de bergen. Deze kun je nu veelal nog terugvinden: karen met kaarmeren. Kleine ronde meertjes met een soort komachtige vorm van de bergen eromheen. Je vindt ze op diverse plaatsen in de Alpen. In het Engels heten ze corrie. Een korte blik op een Schotse kaart en je vindt ze bij bosjes. Als een ijstijd vordert (er zijn er een viertal geweest in de afgelopen miljoen jaar in de Alpen) zal het proces van het ontstaan van gletsjers zich niet alleen beperken tot de noordzijde. Dat is het ook zo koud dat het aan de zuidzijde gebeurt. Maar aan de noordzijde heeft het langer plaatsgevonden. Nog een opvallend verschil met de Alpen en de Schotse Highlands. In de Alpen hebben deze karen zich inderdaad gevormd aan beide zijden van de hoogte toppen en zijn er zo smalle graten en scherpe pieken ontstaan. In de Schotse Highlands heeft het proces zich voornamelijk aan de noordzijde afgespeeld. Je treft daar grote 'heuvels' met aan de noordkant een steile afgrond naar de corrie. Hier bevinden zich de befaamde Schotse ijsroutes.

Steile noordhellingen a.g.v. tektoniek

De oppervlakte van de aarde bestaat uit platen die onderling bewegen. De aardbeving en tsunami in Noord-Japan helpt ons daar weer pijnlijk aan te herinneren. Het bewegen gaat langs breuken, maar ook door het (over elkaar heen) plooien van gesteentelagen. Bergen ontstaan als dikke lagen aardkorst tegen elkaar botsen en daarbij over elkaar heen komen te liggen. De bovenkant van deze verdikking in de aardkorst zijn de bergen zoals wij ze kennen. De Alpen (en de Balkan) zijn het gevolg van een botsing van Europa met de Adriatische plaat. De Adriatische plaat bestaat uit delen van de laars van Italië en delen van de Dalmatische kust. Dit is een voormalig stuk oer-Afrika dat ooit is losgescheurd van Afrika en uiteindelijk tegen oer-Europa botste. Bij deze botsing bleef Europa 'star' op zijn plek liggen. De botsing van de Adriatische plaat met Europa was noordnoordoostelijk (NNO) gericht. De over elkaar geschoven plooien aardkorst zijn dan ook die kant opgericht. Met steilere hellingen in noordnoordoostelijk als gevolg...

Meer inspiratie
Bergen Magazine

Profiteer nu: 1 jaar Bergen Magazine vanaf € 19,95) 

Lees hier welk biertje het beste bij jou past

Voor Bergwijzer.nl zoeken wij een enthousiaste stagiair voor de webredactie.