Ruben en Koen in de Ötztaler Alpen

Alpinisme is geweldig, mede door de rust en stilte die je als alpinist vaak aantreft. Koen en ik ervaarden afgelopen zomer een mooie variant ervan. Het was niet bekend of de te beklimmen route ooit eerder begaan was. Noch het routebeschrijvingenboekje (gidsje) noch de huttenwaard, noch de aanwezige berggidsen konden vertellen of er ooit geklommen was. Koens commentaar: ‘Kan niet misgaan’! De route was de oostgraat van de Kleinleitenspitze (3445m). De moeilijkheid was ongeveer PD, met continu I en II, enkele pasjes IIIe graads klimmen. Voor een alpiene tocht niet erg lastig, maar door het onbekende terrein met veel losse stenen werd het toch een waar avontuur!

De Tsac (Twentse Studenten Alpen Club) is dè studentenklimvereniging in Enschede, gelieerd aan de Universiteit Twente. De Tsac gaat elk jaar twee weken in de zomervakantie met een deel van haar leden naar de Alpen. We waren met 12 man op de bekende Similaun (3607m) geweest. De dag erna wilden Koen en ik nog een tocht maken.

Aangezien we maar met zijn tweeën waren en er veel verse sneeuw was, leek een pure gletschertocht uitgesloten. Na navraag aan de huttenwaard bleken er maar weinig rotsgraten te zijn in de buurt met een beetje vaste, stevige rots of zonder een lange gletscheraanloop. De oplossing was eenvoudiger dan gedacht, uit het raam kijken gaf de uitkomst. Een rotsgraatje met 400 meter hoogteverschil over een lengte van ongeveer een kilometer, zo was op te maken van de kaart. Het gidsje gaf echter geen uitkomst. De huttenwaard wist het ook niet. Toen deze het vroeg aan de aanwezige berggidsen, hadden deze slechts als antwoord “Na, da hat noch nie jemand geklettert!”. Zoals het een echte alpinist behoort, gaat juist dan het hart sneller kloppen. Een route, moeilijkheid onbekend, lengte onbekend, alles onbekend. Dus dat deden we maar.

Na een ontbijtje om half 6 gingen we op pad. Het eerste stuk dat gletscherdal in waren er nog padsporen naar andere routes in dat gebied, dat schoot dus lekker op. Na een korte pauze moesten we linksaf, recht de bergwand op door een steile puinhelling. Na wat zoeken vonden we een geultje waar alles iets vaster lag, en waar we op gelijke hoogte omhoog klommen om steenslag te voorkomen. Ruim een uur na de eerste pauze stonden we aan het begin van de graat, op zo’n 3000 meter. Hier stond ons de schrik van ons leven te wachten; een steenman!! Op het begin van de route waren dus al mensen geweest! Of ze hem ook hebben afgemaakt zullen we wel nooit weten, maar het was toch jammer voor het idee.
Toch maar vol goede moed verder. De route begon als een brede puingraat, waar je makkelijk overheen kon lopen.

Langzaam maar zeker werd de graat smaller en lastiger maar vooral lagen de stenen losser. Overal waarop je ging staan, alles dat je vasthield moest je eerst controleren op stevigheid; wat vermoeiend en psychisch zwaar is. Aangezien het terrein nog steeds wel makkelijk was, niet meer dan IIIe graads bleven we zonder touw klimmen. Aangezien de graat links stijl naar beneden ging, bleven we steeds aan de rechterkant. Een keer schrok ik me het apezuur, toen een greep waaraan ik hing toch afbrak. Gelukkig, na gauw optrekken aan m’n andere arm en een paar niet-subtiele sprongen was het euvel geklaard. Hoewel de rotsen erg los zaten, was het mooi om te klimmen in zo’n ruig gebied, met constant een gigantisch uitzicht. Door het klimmen zonder touw kon het ultieme ‘Freiheid pur’-gevoel worden bereikt. Een paar uur na het begin van de graat stonden we voor een beslissing. De graat ging daar over in een lastiger rotswand, met een enorme hoeveelheid losse stenen. Verstandig als we waren besloten we het daar voor gezien te houden en de top te laten schieten.
Op dit punt gingen we even pauze houden. Het flesje met jagertee werd erbij gepakt, en we maakten een enorme steenman, met een Tsac-sticker erop. Het uitzicht fabuleus. Zowel links als rechts lag een gletscher, met verse sneeuw zonder sporen. In de verte waren allerlei heftige bergen te zien, met prachtige rots- en ijswanden. Geen wolk aan de lucht, prachtig zonnig weer.Grandioos.

Tot slot moesten we over de gletscher naar beneden. Voor Koen was dit voor het eerst met zijn tweeën over een gletscher. Met zijn tweeën over een gletscher wordt als risicovoller gezien. Indien iemand door de sneeuw heen in een gletscherspleet valt, moet de tweede alleen remmen. Met drie of meer mensen is de val in een gletscherspleet makkelijker te houden. Gelukkig waren er nauwelijks spleten, en schoot het lekker op. Na een snelle afdaling over het gletschertje en een stevige afdaling kwamen we weer bij de Martin Buschhutte. Een bier met kaizersschmarren/apfelstrubel later konden we weer teruglopen naar Vent, wat nog een flink eind ver vals plat lopen. Na een lift van aardige Belgen kwamen we weer in Langenfeld, waar de rest van de groep eten voor ons had. Nogmaals, hartelijk dank! Ondanks dat we de top niet gehaald hebben, was het een mooie tocht, en een mooi gevoel (een van) de eersten te zijn die hier geweest zijn. Een goede stimulans lekker door te gaan met klimmen!

Datum: Juli 2009
Tekst: Ruben Verschoof
Foto’s: Koen Swinkels

Meer inspiratie

Landen en gebieden: 

Voor Bergwijzer.nl zoeken wij een enthousiaste stagiair voor de webredactie. 

Wil je weten hoe je spierpijn kunt voorkomen of verhelpen bij een huttentocht?

Beniewd waarom Innsbruck zo populair is onder de jongeren?

Lees hier een stukje berg geschiedenis