5 dingen die je kan doen op ski’s (behalve skiën)

Wat doe jij tijdens de wintersport? Natuurlijk kun je ‘gewoon’ de piste af skiën, maar er kan zo veel meer met de lange latten onder gebonden. Hier vijf activiteiten die je kan doen op de ski’s.

Toerskiën

Toerskiën, ook bekend als ski-alpinisme is een sport waarbij je met de ski’s grote afstanden door de bergen aflegt, zonder gebruik te maken van liften. Het is een hele oude wintersport, uit de tijd dat er nog geen skiliften op de pistes stonden en mensen te voet de hellingen op moesten. Dat betekende dus dat men de berg op moest ‘skiën’. Daarmee is dit misschien wel de ‘oer-vorm’ van het skiën.

Om bij het stijgen genoeg grip te krijgen om de helling op te komen, worden bij het toerskiën stijgvellen onder de ski’s gebonden of geplakt: huiden, waarvan alle haartjes één kant op staan. De weerstand van die vellen zorgt ervoor dat je in de sneeuw de helling op kan ‘lopen’. Als je weer daalt, verliezen de haartjes hun grip op de sneeuw en glij je zo naar beneden. Vroeger waren die stijgvellen gemaakt van dierenhuiden, tegenwoordig zijn ze vaak synthetisch. Bij de eerste Olympische winterspelen in Chamonix van 1924 was het ‘militair tourskiën’ een belangrijk onderdeel, waarbij een patrouille van vier militairen met volledige bepakking een parcours van 30 kilometer moest afleggen. Na de Tweede Wereldoorlog verdween het toerskiën  als olympische sport. Er ontstonden wel nieuwe wedstrijden zoals de Patrouille du Glaciers.

Langlaufen

Langlaufen lijkt op toerskiën, maar gaat door minder steil gebied. Net als bij toerskien ‘loop’ je op je ski’s, maar de techniek is anders. Zo zijn de stijgvellen niet nodig bij het langlaufen. Wel worden de ski’s soms op een speciale manier gewaxed, waardoor ze meer grip hebben.

Net als toerskiën komt het langlaufen voort uit de eerste technieken die men gebruikte om zich makkelijk en snel door de sneeuw voort te bewegen. Langlaufen is in veel landen nog steeds een populaire sport, met veel wedstrijden. Langlaufen is ook nog altijd een populair onderdeel van de Olympische spelen. In veel wintersportgebieden zijn ook langlaufloipes te vinden.

Freeriden

Freeride skiën is iets anders dan freestyle skiën. Bij het freeride skiën ga je namelijk helemaal de piste af. Buiten de piste krijg je te maken met elementen die je in het toerskiën ook tegenkomt. Veel freeriders hebben stijgvellen en soms ook sneeuwschoenen bij zich om op moeilijk begaanbare stukken vooruit te komen. Bij freeriden kiezen de skiers er vaak voor om uitdagende hellingen te begaan. Dat maakt freeriden ook risicovol. Om het gevaar van lawines zo klein mogelijk te houden, moeten freeriders heel wat kennis over lawines in huis hebben, of onder begeleiding van een berggids op pad gaan. Om boven te komen maken freeriders vaak gebruik van een skilift, en in extreme gevallen zelfs van een helikopter. 

Omdat je tijdens het freeriden ook veel moet springen, is de sport ook erg populair onder snowboarders.

Monoskiën

Is het een slee? Is het een snowboard? Nee, het is een monoski. Een monoski doet nog het meest aan een snowboard denken, maar in plaats van met je voeten achter elkaar, dwars op de plank, staan je voeten naast elkaar op de plank, in de lengterichting. De sport is behoorlijk nieuw. Eind jaren ’50 van de twintigste eeuw verscheen de sport. Dankzij technologische vooruitgang, zoals betere bindingen, wint de sport langzaam aan populariteit.

Overigens is er nog een variant op monoskiën: de mono-zitski. Bij deze variant zit je in een soort kuip die op een gewone ski gemonteerd is. Met twee krukski’s, korte skistokken met een kleine ski aan het einde gemonteerd, kun je in balans blijven. Deze wintersport is vooral populair bij mensen die hun benen niet meer kunnen gebruiken, bijvoorbeeld door amputatie of een dwarslaesie. De sport is sinds de jaren ’70 een onderdeel van de paralympische winterspelen.

Skijöring

Skijöring is een Scandinavische wintersport. Bij deze –nogal opmerkelijke sport- wordt een skiër voortgetrokken. Traditioneel door een sledehond, maar een paard of zelfs een motor of sneeuwscooter kunnen ook worden gebruikt. Het is niet zo dat de hond het volle gewicht van de skiër voort trekt. De skiër moet zelf ook aan de slag. Daarbij wordt een langlauftechniek gebruikt. Met zijn stem motiveert de skiër de hond om de goede kant op te blijven gaan. De hond zit met zijn harnas via twee touwen vast aan een harnas van de skiër. Er komen dus geen teugels aan te pas. In de Alpen zal je niet snel een skijöringparcours tegen komen, maar in Scandinavië en in Canada en de Verenigde Staten worden diverse kampioenschappen georganiseerd.