Toerskiën, op ski’s omhoog
Ooit waren het alleen de echte bikkels die zich ’s winters met toerski’s in de bergen waagden. Maar nu zie je steeds vaker toerskiërs in de wintersportgebieden. Maar wat is toerskiën nou precies?
Toerskiën lijkt een beetje op langlaufen. Dat wil zeggen, voor een ongeoefend oog ziet het er bijna hetzelfde uit. Daar is het dan ook wel mee gezegd, want hoewel toerskiën en langlaufen natuurlijk overeenkomsten hebben, zijn het wel twee hele verschillende sporten.
Geen nieuwtjes, vakantietips of winacties meer missen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief, of volg ons op Facebook
Bij langlaufen én toerskiën verplaats je je op ski’s door de sneeuw. Maar waar je tijdens een langlauftocht vaak op het redelijk vlakke blijft, ga je met toerski’s echt de hoogte in. Dat kan dankzij stijgvellen onder de ski’s. In een ver verleden waren dat dierenhuiden, waar nog een restje vacht van het dier op zat. Door de vellen zo onder de ski’s te binden dat de haargroeirichting naar de achterkant van de ski’s wijst, gaven de huiden voldoende weerstand om niet weg te glijden en dus de berg op te kunnen. Inmiddels zijn de dierenhuiden vervangen voor moderne kunststof vellen, maar het principe is nog hetzelfde. Eenmaal boven, kunnen de stijgvellen eraf en glij je, weer naar beneden.
Om te toerskiën heb je dus geen skiliften nodig. Alleen een veilige helling met voldoende sneeuw. Je gaat op eigen kracht naar boven, en met behulp van de zwaartekracht weer naar beneden. Daarin schuilt ook de alsmaar groeiende populariteit van de sport, je kan toerskiën zonder dat je de drukke pistes op moet. Er zijn zelfs mogelijkheden om een complete huttentocht per toerski te doen.
Gevaren
In die aantrekkingskracht schuilt ook het grote gevaar bij toerskiën. Je begeeft je immers buiten de pistes en daar is nou eenmaal een risico op lawines aanwezig. Daarbij gaat het niet alleen om lawines die je zomaar kunnen overvallen, maar ook om lawines die je al skiënd zelf kan veroorzaken. Daarom wordt het aangeraden om met gids op pad te gaan.
Bagage
Die gevaren stellen natuurlijk ook eisen aan wat je meeneemt. Om te beginnen kan toerskiën niet op elke set ski’s. Je hebt speciale toerski’s nodig, die bijvoorbeeld voorzien zijn van bindingen waarmee je met je hielen los kan komen van je ski’s en natuurlijk moeten je ski’s geschikt zijn voor stijgvellen. Een ander onmisbaar onderdeel van je uitrusting is je lawine-gear. Een toerskitocht gaat bijna altijd ver van de piste, de echte verse poeder in. Je neemt bij een toerski-tocht dus heel wat extra bagage mee, lawine-airbag, schep, pieper, prikkers en natuurlijk de mentale bagage: de kennis en kunde zodat je met al die spullen om kan gaan en nog veel belangrijker: de kennis en kunde waardoor je die lawine-uitrusting in je rugzak kunt laten zitten. Leer de sneeuw lezen, je tocht plannen en leer goed dalen en stijgen. Neem lessen, eerst op de piste en ga later met gidsen op pad.
Maar met de juiste kennis en spullen is het dan genieten geblazen. Want toerskiën geeft nou eenmaal veel vrijheid. Je bent ver weg van de drukste skigebieden en omdat je zelf omhoog kan, ben je ook niet altijd gebonden aan dure liftpassen. En het mooiste? Dat prachtige verse poeder natuurlijk.
Events
Dat toerskiën oud, maar razendpopulair is, blijkt uit de verschillende events en wedstrijden die er voor toerskiërs zijn. Ooit waren wedstrijden het domein van elitesoldaten van de legers uit de berglanden, die lieten zien hoe vaardig en snel ze door de bergen bewogen, maar inmiddels zijn legendarische wedstrijden als Patrouille des Glaciers ook open voor burgers.