De Stelviopas, mooiste weg van de Alpen?
De Stelviopas, in het Duits bekend als de Stilfser Joch, is misschien wel een van de meest beroemde wegen van de Alpen. De weg over de 2758 meter hoge pas is een van de hoogste verharde wegen in de Alpen én een van de mooiste.
De Stelviopas ligt vlak aan de grens van Zuid-Tirol en de regio Lombardije, tussen de Valtellina-vallei, de Adige-vallei en de plaats Meran. Al twee eeuwen geleden werd er op deze hoge pas een weg aangelegd. Toen hoorde het gebied nog bij het Oostenrijkse keizerrijk en keizer Ferdinand I wilde Lombardije beter verbinden met de rest van zijn rijk.
De bouw
Tussen 1820 en 1825 werkten arbeiders aan de weg. Ingenieur Carlo Donegani ontwierp het traject, dat al snel een huzarenstukje werd. De weg heeft een hellingshoek tussen de 5% en de 9,5% maar veel beroemder zijn de talloze tornanti, haarspeldbochten. De weg over de Stelviopas heeft er maar liefst 75. 36 aan de ene kant, 48 aan de andere kant van de pas. Dankzij die haarspeldbochten overwint de weg een hoogteverschil van ruim 1870 meter.
Sneeuwscheppen op de Stelvio
De hoge pas sneeuwde elke winter dicht, maar het belang van de weg was zo groot, dat decennialang talloze sneeuwruimers de hele winter bezig waren om de weg over de pas toegankelijk te houden voor de koetsen die er overheen trokken.
Geen nieuwtjes, vakantietips of winacties meer missen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief, of volg ons op Facebook
Daar kwam in 1915 een einde aan, door de Eerste Wereldoorlog. De pas lag op de grens tussen Oostenrijk en Italië en Italiaanse en Oostenrijkse soldaten streden onder vaak barre omstandigheden om de pas. Na de oorlog verschoven de grenzen en kwamen beide kanten van de pas in Italië te liggen. Daardoor werd de pas ook minder belangrijk. De weg over de Stelviopas was niet langer de belangrijkste weg tussen Milaan en Wenen, daardoor was het ook niet meer noodzakelijk om de weg de hele winter open te houden.
Parco nazionale dello Stelvio
De pas bleef echter bekend om haar schoonheid. In 1935 werd het Parco nazionale dello Stelvio gesticht, het Nationaal Park Stelvio. Het eerste nationale park van Italië en ook nog steeds het grootste. En dat niet alleen. Het nationale park is ook een van de oudste nationale parken van Europa, en gecombineerd met de parken aan de andere kant van de Zwitserse grens ook een van de grootsten.
En die erkenning van de Stelviopas als nationaal park is niet voor niets. De Stelviopas voert door een prachtige omgeving. Vanaf de weg heb je uitzicht op toppen als de Ortler, de Monte Livrio. De prachtige natuur en de uitzichten vanaf de weg, maken de route over de pas tot een van de beroemdste en meest geliefde toeristische wegen van de Alpen.
De mooiste weg
Maar wie over de weg rijdt, heeft maar weinig tijd om van dat uitzicht te genieten. De 75 haarspeldbochten maken de weg tot een van de meest moeilijke wegen van de Alpen, of moeten we uitdagend zeggen? Elk jaar beproeven talloze automobilisten, motorrijders en wielrenners hun vaardigheden op de weg. Die roem nam alleen maar toe nadat de redactie van autoprogramma Top Gear de weg van Davos naar de Stelviopas tot de mooiste weg benoemde.
Wielrennen op de Stelviopas
Beroemd en berucht zijn is de weg onder wielrenners. De klim naar de pas is loodzwaar door de lengte, de hoogte en het weer. De Giro d’Italia doet de pas regelmatig aan, als dat tenminste kan, want meer dan eens is de pas toch nog dicht gesneeuwd. In 2012 won Thomas de Gendt een Giro-etappe die op de pas finishte. Een ander bekend evenement is de Stelviodag, waarin duizenden wielrenners en hardlopers de pas bedwingen.
Stelvio, de hoogste…
De Stelviopas is niet de hoogste verharde pas van de Alpen. De Col d’Iseran in Frankrijk is net wat hoger. Wel is de weg de hoogste verharde weg van de Oostelijke Alpen. Maar dat wil niet zeggen dat de pas niet een paar andere records heeft. Zo is de pinautomaat van de Banco Popolare di Sondrio die op de pas staat, de hoogste pinautomaat van Europa.
Bergsporten op de Stelviopas
De Stelviopas is inmiddels een beroemde toeristische bestemming. Op pashoogte staan meerdere hotels en vanaf de pas vertrekken meerdere bergbanen naar de (gletsjer)skigebieden in de omgeving. En uiteraard is er in het Parco Nazionale dello Stelvio meer dan genoeg te wandelen. Het park heeft duizend kilometer aan wandelpaden, die zich uitstekend lenen voor huttentochten.