Klimmers op Nepalese zijde Everest met hulp van helikopter
Aan de Nepalese zijde van de Everest proberen twee klimmers alsnog de berg op te gaan. De vrouwen uit China en de Verenigde Staten zijn sinds maandag onderweg. Bijzonder daarbij is dat een helikopter hen afzette onder kamp twee, maar boven de gevaarlijke Khumbu-ijsval.
In tegenstelling tot de Amerikaanse, is de vrouw uit China met zes sherpagidsen op weg naar de top van de Everest. Het groepje moet enigszins vaart maken, omdat jaarlijks rond 25 mei de gunstige weeromstandigheden zullen omslaan in warmer weer, waardoor de berg verraderlijker wordt om te beklimmen.
De vrouw uit de Verenigde Staten klimt met de groep mee tot kamp drie. Vanaf daar klimt ze in haar uppie verder naar de top van de Lhotse, een andere achtduizender in de nabijheid van de Everest.
Khumbu-ijsval
De twee huurden gezamenlijk een helikopter in om de Khumbu-ijsval te vermijden. In dat gevaarlijke veld vol instabiel en vallend ijs, vielen in april zestien doden toen een lawine in beweging kwam. Alle zestien waren sherpagidsen.
Na de lawine kwamen enkele sherpa’s in opstand en moesten de ruim driehonderd klimmers in het basiskamp noodgedwongen hun geplande expedities naar de Everest-top beëindigen.
“Niet goed”
Berggids Tashi Sherpa maakt zich er zorgen om dat de zes sherpa’s alsnog de berg op zijn gegaan met de Chinese klimmer: “Het is niet goed dat ze klimmen. Dat stelt hen en de bergsamenleving hier in een kwaad daglicht.” De voorzitter van de Verening van Expeditie-aanbieders, Dambar Parajuli, vindt dat de Nepalese regering moet uitzoeken hoe de vrouwen een helikopter konden huren en vertrokken zonder wie dan ook te informeren.
De regering stelt echter dat de berg gewoon open is, ondanks de staking van een groot deel van de sherpa’s. De klimvergunningen van alle toeristen die dit jaar verstek moeten laten gaan, blijven volgens Nepal vijf jaar geldig. Dat stimuleert de klimmers om terug te komen.
